03 juni 2007

Een streep

In de krant lees ik de mooie brief van Phara de Aguirre. Die brief was het eerste stuk van de krant dat ik wilde lezen. Hij raakt me heel erg. De wisselende gevoelens tijdens en na kanker. De reacties van mensen, meestal goed bedoeld, soms onhandig, soms heel pijnlijk (hopelijk onbewust). Wat je wel en niet zegt. Hoe je zou willen dat het weer vroeger was, en soms ook niet.
“Een streep eronder, zeggen mensen me.” Die zin uit de brief blijft in mijn hoofd spoken. Op een bepaalde manier maakt hij me kwaad. Ik begrijp dat mensen die toekijken graag willen dat het allemaal voorbij is bij die ander van wie ze veel houden of aan wie ze gehecht zijn. Het gevoel van ‘dat was toen, en nu weer doorgaan’ begrijp ik ook wel. Zij en jij willen dat alles weer gewoon is. Maar het is niet zo, misschien een klein beetje niet zo, misschien veel niet zo.

Er is iets dat oneerlijk voelt aan mensen die je zeggen dat je er een streep onder moet trekken. Het is moeilijk uit te leggen waarschijnlijk. Je bent door een kleine of grote hel gegaan. Je hebt iets van de dood gezien, min of meer dichtbij. Je was waarschijnlijk niet alleen tijdens al die ellende. De mensen die je lief hebt waren ergens in de buurt. Zij waren bang voor jou. Je zag hun angst op hun gezicht, en voelde je daar soms een beetje schuldig over. En dan is ineens het ergste achter de rug, hopelijk toch, en gaat het leven weer verder. En er is iets van een leegte na de strijd die blijft. In de periode tussen ziek en genezen, maar ook daarna. Je bent iemand anders geworden, met een lichaam dat anders is. Misschien zijn de ongemakken groot, misschien ook niet. Misschien zijn er veel littekens, misschien niet. Maar je bent een ander. En als je te zeer een streep zou trekken, dan zou paradoxaal genoeg die ‘ander’, die er pas kon zijn na de ziekte, er niet mogen zijn.

Ik realiseer me elke dag dat ik bij de gelukkigen ben, volgens de statistieken ben ik genezen. Om weet ik welke reden heb ik geluk gehad. Soms vraag je je af of je dat wel verdiende. Niet zozeer voor jezelf, maar voor alle anderen die het niet haalden. Misschien is dat ook een van de redenen waarom ik geen streep wil trekken. Na de ziekte, ook na de genezing, ben je anders. Volop in het leven, wetend wat een wonder het is. Maar altijd zal er wel een dag opduiken waarop je je ineens afvraagt hoe het zal zijn als je de volgende keer kanker krijgt. En eigenlijk is dat niet zo erg, denk ik wel eens. Als mijn lichaam een boom is, dan kun je de kanker zien in de jaarringen. De boom groeit verder, en dat is mooi. Misschien wil ik dat de mensen rondom mij geen streep trekken, maar mij het andere lichaam laten, zoals het nu is. Het hapert soms, het is bang soms, en het kan ook mooi en soepel zijn.

Misschien wil ik geen streep trekken vanuit een soort band met de andere mensen met dezelfde ziekte, en zeker met die mensen die het niet zullen halen. Mijn vrienden die gestorven zijn, en zullen sterven door deze verdomde ziekte, krijgen geen streep. Je kunt hen ook terugvinden als je mijn stam zou doorzagen.

Ook al zou ik het soms liever niet willen, ik blijf de verhalen lezen in de krant. Het was vorige week niet anders toen ik het nieuws hoorde van Dirk Van Esbroeck. Hoewel ik hem persoonlijk niet kende, maar wel vaak gezien had op een podium. Er is iets dat dichtbij komt en waar geen streep tussen mag komen. Op een of andere manier lijkt me dat eerlijker.

Geniet van het leven. Zo eindigt de brief. Zodra je beseft dat je elke dag extra hebt gekregen, als een onverwachte bonusoverwinning op de dood, heb je minder tijd voor onzin of voor mensen die je kostbare energie wegzuigen. De verhalen die er toe doen blijven over. En onder de rest kun je gemakkelijker een streep trekken.

Geen opmerkingen: