Wat een wonderlijk boek… Hoe kan het een genot zijn om een boek te lezen over een immens verdriet? Het boek is het antwoord op die vraag. Hoe kun je gracieus balanceren tussen een verwarmende lach en diepe ontroering, voorzichtig aangeraakt? Hoe kun je in een boek over de dood van een echtgenote en moeder onderhuids en niet echt bewust denken aan hoe mooi de bladspiegel is en hoe zeer je heel voorzichtig het papier wilt voelen aan je vingertoppen? Hoe kan het dat zo’n vragen je normaal erg in de war zouden brengen en dat je hier net het gevoel hebt dat het allemaal klopt? Het antwoord op die vragen is Grief Is the Thing with Feathers (vertaald als: Verdriet is het ding met veren) van de Britse auteur Max Porter.
Het verhaal speelt zich af in Londen. Een vader en zijn twee zoons zijn het noorden kwijt. Zijn vrouw, hun moeder, is plots overleden. Ze blijven verweesd achter, in de verwarring van hun verdriet. Plots staat er een grote kraai voor de deur. Hij trekt in bij hen, en zegt dat hij pas weg zal gaan als ze hem niet meer nodig hebben. De kraai wordt een hulp, een dirigent, een therapeut, een vriend, van alles een beetje, en vooral ook zichzelf. De tijd trekt voorbij. Het verdriet legt zich langzaam neer.
Dat gegeven klinkt een beetje raar, maar het klopt helemaal binnen dit boek. Met wat extra achtergrondkennis komt er nog een hele laag bij. De vader in het boek werkt aan een boek over de dichter Ted Hughes. Na de dood van zijn vrouw Sylvia Plath maakte die een dichtbundel met als titel Crow. In die gedichten is Crow een personage. Met die kennis erbij krijgt het verhaal nog een extra dimensie, maar eigenlijk werkt het ook zonder dat je die dingen weet. Het gegeven van die kraai lijkt een beetje bizar in het begin en tegelijk ook weer niet.
De structuur van het boek is een beetje als een muziekstuk in drie bewegingen. Er zijn drie hoofdstukken. En binnen elk hoofdstuk komen na elkaar BOYS, DAD en CROW aan het woord. Elk stukje is een miniatuurtje op zich. Ze gaan alle richtingen uit, ergens tussen experimenteel woordspel en bijna-melodrama, tussen rustig beschrijvend en hilarisch. Zoveel registers worden telkens kort aangeraakt. Het is een beetje alsof een soort meerstemmigheid telkens vanuit een andere hoek wordt aangezet, heel even, om dan opnieuw te beginnen, maar anders. Het is ook allemaal erg mooi vormgegeven, met veel witruimte, stijlvolle letters, enkele illustraties. Het klinkt onnozel, maar het is alsof je het boek de hele tijd wilt aanraken (wat je natuurlijk al doet, terwijl je aan het lezen bent).
Die vorm en de toon zijn als een warme omgeving voor een verhaal over verdriet en rouw, radeloosheid en verwarring, en heel voorzichtig een vorm van hoop. Het leven legt zich neer in zichzelf en gaat verder, zonder een ‘loslaten’. De liefde verbindt de fragmenten.
Die kleine stukjes zijn elke keer momenten, over een periode van enkele jaren. Het is diep ontroerend hoe de vader en zijn jongens met elkaar omgaan. Hoe ze naar elkaar kijken. Hoe ze elkaar raken en proberen te sparen. Hoe ze het allemaal niet weten. Hoe ze kleine dingetjes doen om haar te kunnen missen, en haar zo aanwezig te voelen. Kraai laveert tussen dat alles, deels dier, deels menselijk, deels mythisch.
Vaak is het intriest, en wordt alles gezegd in de witte ruimte tussen de woorden. Vaak is het heel erg grappig. Er wordt gespeeld met verhalen, met “once upon a time”. In de rollen van trooster wisselen ze elkaar af, met de kraai als een vanzelfsprekende aanwezige in het huis, als een soort bewegend ankerpunt.
De meerstemmige fragmentarische vorm past erg goed bij een proces dat veel minder lineair en doelgericht verloopt dan een andere vorm zou suggereren. Het mooie is dat de literaire tekst – en daarin zit misschien een vergelijking met de gedichten van Hughes en hoe ze hem door het verdriet en de schuldgevoelens over de dood van Plath loodsten – op zich een vorm van troost is. Er zijn al heel veel boeken geschreven over verdriet. Soms zitten ze heel dicht op de feiten, soms is er heel veel tijd tussen. Soms gaan ze recht naar de rauwe pijn, soms nemen ze een omweg. Grief Is the Thing with Feathers doet het op zijn heel eigen manier. Je legt het neer met een zoete en trage glimlach en daarna wil je het toch nog even aanraken, om het te kunnen voelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten