Ik zag haar voor het eerst toen ik weer naar huis liep na een ijsje. Het ijsje, een soort chocoladeoverdosis, werd verorberd op een boot, in het gezelschap van drie vrouwen, van nog heel jong tot nog steeds jong. (Iedereen die jonger is dan ik is natuurlijk minstens nog steeds jong.) We hadden onder meer een belangwekkende discussie over gradaties van raar. Het ene meisje had me daarbij tweemaal uitdrukkelijk verzekerd dat ik niet raar ben, enkel een beetje serieus. (Ze heeft ervoor gezorgd dat ik me misschien toch met het leven zal kunnen verzoenen.) Ik werd vervolgens ingewijd in de nieuwe hippe woorden. En ook in de diepere betekenis van het concept loser. Ik kreeg te horen hoe je hey bro moet uitspreken, of toch ongeveer.
Mensen die mij kennen weten dat ik een expert ben in het uitstellen van genot. Van een aantal vormen van genot, laten we zeggen. Maar na het ijsje met al die chocolade voelde ik me toch een beetje gelukzaliger dan anders. En door de deskundige uitleg van de twee meisjes voelde ik me zelfs enigszins streetwise. Misschien had ik wel gewoon hey bro gezegd tegen de burgemeester, als ik die zou zijn tegengekomen. Quod non.
Het was een drukte van jewelste in het park. Er waren mensen die zomaar over een kabel liepen, vele meters boven de grond. (Terwijl je ook gewoon over het pad op de grond van de ene naar de andere kant kon lopen, eigenlijk.) En ergens aan de rand van het park, op een soort betonblok of zo, zat zij. Jozefina. Ze hield een bordje in haar handen. Ze keek een beetje angstig uit haar verder heel mooie ogen. Mag ik u beïnvloeden? Dat stond er op het bordje.
Ik ging naast haar zitten en vroeg wat ze daarmee bedoelde. Ze vertelde me dat ze graag een influencer zou zijn. Ik dacht even dat ze het over influenza had, maar dat was een vergissing.
Influencers zijn menselijke wezens die via hun blog of vlog of diverse soosjal miedia boodschappen verspreiden waarmee ze andere mensen beïnvloeden. Het idee dat je een invloed zou kunnen hebben op andere mensen is op zich niet zo wereldschokkend. Ik weet ondertussen ook wat een loser is, en dat heeft een invloed op mij. Het gaat bij de influencers die influencers willen zijn echter meestal over dingen die zich meer in de sfeer van marketing van producten bevinden. Als ik in al mijn stukjes ervoor zou zorgen dat allerlei personages de hele tijd een Raider zitten te eten, zou ik dus ook een influencer kunnen zijn. Na zeven jaar zou een van mijn lezers me er wel op wijzen dat dat ding ondertussen van naam is veranderd en nu dus Twix heet. Ik ben gelukkig een belabberde influencer, niet raar, maar alleen een beetje serieus.
Jozefina dus. Ik vroeg haar in welke zin ze graag invloed wou hebben.
‘Eigenlijk weet ik dat zelf niet zo goed. Het lijkt me gewoon zo fijn. Dat ik een paar duizend volgers zou hebben. Dat echte professionele fotografen foto’s van mij maken. Dat ik veel aandacht zou krijgen. Dat ik een of andere boodschap, content, zou versturen, en dat mensen mij dan zouden delen.’
Over dat laatste moest ik even nadenken. Ik probeerde me allerlei dingen voor te stellen.
Of ze daar gelukkig van zou worden, vroeg ik.
‘Als dat zou kunnen, zou het fijn zijn. Als ik een influencer zou zijn, zou ik wel iets hebben bereikt in het leven. Er zijn mensen die me zeggen dat ik belangrijk moet worden, en zo zou dat wel lukken misschien.’
Ze vertelde me dat ze allerlei dingen had gelezen van echte experts die uitlegden hoe je succesvol kunt zijn als influencer. Ze wou alleen nog dingen lezen van experts, zo zei ze. En misschien was ze zelf ondertussen al een expert geworden. Ze liet me een aantal profielen zien op haar diverse mediakanalen, en daar had ze zichzelf ook als expert omschreven.
Of dat allemaal niet een beetje leeg was, vroeg ik. Ik zei dat ik eigenlijk helemaal niet geïnteresseerd was in hip verpakte content, maar wel in haar verhaal. Mensen zijn verhalen vertellende wezens. Mensen zijn soms gewoon bang of verdrietig. Mensen stotteren zich een weg door het leven.
Dat ze die boodschap met een wat aarzelende hand met een dikke rode stift op een bordje karton had geschreven vond ik eindeloos veel interessanter dan haar strategisch geplaatste boodschap van die dag. Ik vroeg haar of ze gelukkig was.
Ze sloeg haar mooie ogen neer en zweeg lange tijd.
‘Ik weet het niet. Soms ben ik wel eenzaam. Het is zo raar, ik maak dan een boodschap, volgens alle tips van de experts. En er komen dan best wel wat reacties op. En al die likes zijn ook allemaal volgens dezelfde tips. Het zou me gelukkig moeten maken, maar ik wil dan alleen maar meer. Of minder. Iemand die eens iets zegt dat echt is. Het klopt eigenlijk niet, denk ik. Maar waarom zou iemand in mijn echte verhaal geïnteresseerd zijn?’
We hebben daar nog een tijdje gezeten. Ze vertelde me iets over een jongen op wie ze al een tijd verliefd is. Ze durft het hem niet zeggen. Misschien zal hij haar afwijzen. Misschien, als ze niet alles kan voorbereiden volgens de regels van de experts en in het juiste format, zal hij haar wel een loser vinden. Misschien zal hij merken dat ze helemaal niets te vertellen heeft. Dat zei ze.
Het ontroerde me, haar onzekerheid. Ontroeren is misschien ook wel een vorm van invloed, of minstens van raken. Ik stelde haar voor dat ze het hem toch gewoon zou zeggen, analoog, met trillende handen, en hoekige woorden. Misschien wel met een kartonnen bordje, met woorden in het rood. (Ik suggereerde wel om daarbij niet de woorden hey bro te gebruiken.)
Ze zou het proberen, zei ze. En daarna zou ze me een berichtje sturen.
Ik vertrok en zwaaide nog even naar haar. Misschien wordt ze ooit wel heel gelukkig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten