07 februari 2020

Aanloop

Naar het schijnt ga je bijna een drempel over, zegt men. Zo voelt het niet, maar zo zal het wel zijn.

(Eigenlijk denk je alleen maar aan het menu voor het etentje en de kookstress.)

Misschien is het wel gewoon even stilstaan in dankbaarheid. Het leven is al die hele tijd bij je gebleven, zomaar. Een reisgezel die zich niet altijd laat kennen.

Sommige dingen worden lichter, helderder. Van sommige dingen zie je beter de zwaartekracht. Je ziet de woorden, de zinnen in je lichaam. Je kijkt.

Je vertelde iets, over dat kijken.

Je hoorde iets over verhalen, in de nacht. De verhalen, ze namen het piekeren weg.

Het is mooi, hoe verhalen zich naast elkaar leggen, ongehinderd door zichzelf. Ze kijken naar elkaar. Er is niemand die ze opeist, ze zijn er gewoon. Ze zijn van niemand anders dan van zichzelf.

En er is het licht van februari. Die gedachte is bij je. Al weken eerder dacht je aan het licht van februari. En toch is het er ineens, merk je het terwijl je in de ochtend door de stad loopt, terwijl je wacht op de trein. Ergens, ongemerkt, is het licht van februari in zichzelf gekanteld.

Misschien is het een mooie gedachte, dat je een drempel zult overgaan, en dat er alleen maar meer licht zal zijn aan de andere kant.

En storm ook, zo zegt men. Je denkt aan de storm, terwijl je staat te koken. En je denkt aan dat plekje in de hoek van het huis, waar je zult zitten terwijl de wind waait. Het huis zal je beschermen.

Je kijkt naar haar, terwijl ze piano speelt. Je ziet het meisje, aan diezelfde piano. Je dacht er al weken aan, hoe het zou zijn. Iets met een cirkel.

Omwegen van eenzaamheid en verhalen die rustig wachten. Spiegels met geduld.

Het onvermogen in wat je zou willen beschermen.

Je loopt door de stad. Er is een lichtheid in je stap. En de tijd is nu. Voorbij die drempel ben je al.

(Soms ben je bang dat je niet lang genoeg interessant zult zijn voor een ander die naar je toe komt. Alsof je een voorraadje verhalen zou moeten aanleggen, voor lege plekken. Uiteindelijk valt het altijd geweldig mee.)

Je beschrijft iets over het verlangen dat overblijft. Iets over een nulpunt, en dan kijken. De onmogelijkheid ervan. En het zien ervan.

En dat je overal in de stad zomaar bekenden kunt tegenkomen. Misschien wil dat zeggen dat je ergens bent.

Of je nu moet oefenen in gerimpel?

Je vertelt iets over een vader zonder kind.

(Om een of andere reden had je eerst het dessert gekozen. Iets met frangipane, dat diende zich aan. Om allerlei kosmische redenen.)

En iets over helen.

Het beeld van een jongetje in het ziekenhuis. Misschien laat het iets nieuws zien.

En de dingen die je niet weet.

Het plekje dat voor jullie gereserveerd was bij het raam. En de warme zon. Ook wel de smaak van chocolade. En uitzichten. De man vraagt of alles naar wens was.

Of je nog dingen moet doen, als drempeloefening? (Misschien is die taart bakken meer dan voldoende.)

Je raakt de tijd anders aan, denk je.

Je vertelt iets over beschermen. Je ziet iets over beschermen. Je weet iets over beschermen, of beschermd worden.

Het licht omarmt je, in februari.

Een rimpel in het water van de zee, op weg naar het strand. Je kunt de rimpel zien. Je kunt iets vermoeden over een bestemming. De rimpel is het verlangen van het water. Herinnering van het water. Water.

Geen opmerkingen: