08 augustus 2009

Nog niet


Soms wil je iemand worden. Het hoopje allerlei dat je bent blijft maar bewegen. Eigenlijk is het nooit anders geweest, zeg je, in het kader van de innerlijke dialoog. Proberen er een logisch geheel in te zien, waarbij zelfs een beschrijving zou kunnen gemaakt worden, het is gedoemd te stranden. Ooit moet je wel eens gedacht hebben dat je ooit af zou zijn. Dat je ernaar zou kunnen kijken, en denken: hij is wel af nu, de stellingen mogen weg, de bewoners kunnen erin. Hoe zou je ooit kunnen af zijn, hoe zou je willen ooit af te zijn? De dialoog gaat verder. Dat je dat al langer wist, zeg je. Maar iemand worden, af genoeg om erin te kunnen schuilen, dat moet toch haalbaar zijn? En het gaat verder, tot het gesprek zelf wegebt. Misschien is dat de samenvatting van wie je zou kunnen zijn: een gesprek dat steeds terugkomt.

Het duurt even eer je vertrokken bent in het boek. Het lag al een tijdje te wachten op de stapel. Goed voor in de tuin. Een beetje schroomvol kom je het boek in. Hoe ouder die man wordt, hoe meer hij lijkt te schrijven. Al een stuk in de tachtig, en nog zo’n wonderlijk hoofd hebben. Het is een beetje als elk jaar een keer op bezoek gaan bij een oud familielid en eindeloos praten. Tegenover iemand zitten die echt ideeën in zijn hoofd heeft verzameld en tot inzichten is gekomen. (Die misschien wel al iemand geworden is, denk je nog even.) Je kunt je eraan laven. Zoveel jaar denken gecondenseerd. Misschien pessimistisch, maar ook zo verwonderd. Niet afsluiten, maar blijven denken, blijven herformuleren, blijven kijken. Het gaat andermaal over de ‘Liquid Modernity’, en zijn woorden vloeien ook. Het botst en danst in je hoofd. En het is goed zo. Na de laatste bladzijde moet je even wachten. Een volgende dag nog eens er doorheen gaan. En alles nog even uitschrijven. En dan kunnen de gedachten weer losgelaten worden. Ze zoeken zelf hun weg wel.

Ben je wel gulzig genoeg? Of op de juiste manier gulzig? Alles wat je zou willen weten. In het beste geval kun je maar een fractie van een fractie daarvan nog doen, in dit leven. En je weet het nooit helemaal zeker. Stel dat je toch zou kiezen. Van een paar dingen echt veel proberen te weten. Zou dat beter zijn dan van veel dingen een klein beetje weten, zoals nu? Maar alles is zo interessant, zeg je, in wat ondertussen een nieuwe dialoog is geworden. Soms ben je te moe om de honger te voelen, dat is gemakkelijk. Soms zie je alles voor je, en alles lonkt. Soms is er een kort moment van zen, en maakt het even niet uit hoe lang je nog zult kunnen eten.

De vrouwen in het televisieprogramma zijn zogenaamd oude vrouwen. Ze willen er goed uit zien, maar zijn ergens onderweg blijven hangen. Dat wordt ook bevestigd door anderen, eveneens als oud te catalogeren. De twee vrouwen die hen zullen aanpakken zijn jonger, jonger dan hen alleszins. De verhalen zijn het mooist. De vrouwen worstelen ermee dat ze vanbinnen eigenlijk nog jong zijn, maar een lichaam hebben dat als oud wordt gezien. De ene vrouw vertelt dat ze het zo erg vindt dat er nu niemand meer is die haar rug wast. Tijd voor een nieuwe man dus, nummer drie, de twee vorige zijn gestorven. En alle andere plannen. En heel even overvalt het je. Waar zit je ergens in de lijn van de tijd? Alsof je al iets zou hebben opgegeven, al weet je niet wat. Alsof je enkel nog zou moeten wachten op iets. Het blijft wennen aan het idee dat er nog veel leven zou kunnen komen. In wat een nieuwe discussie is. Heel even heel bang worden. En daarna het besef van de eeuwigheid, al duurt die nog maar één dag. Te oud om nog heel jong te zijn, maar te jong om al ouder te zijn dan je zult worden.

Het is stil in het huis. Er is alleen het ritme dat zelf gekozen is. Er is een volgorde van dingen, met veel leegte eromheen. De ene dag is het te weinig. Je zou willen verdwijnen, in iets of iemand anders. De andere dag is het genoeg. Dat wat zo kaal is, maakt je rustig. Langzaam lijkt je lichaam iets van ballast achter te laten. Het nulpunt is alleen hier te vinden. Denk je, af en toe.

Er is een systeem gegroeid voor de volgorde van het lezen van boeken. De ene en de andere taal afwisselen. Fictie en non-fictie afwisselen, per boek, of per twee boeken. Met ingenieuze systemen van beloning, die door anderen niet zullen opgemerkt worden. Hoe dan ook, ook al is de stapel nog lang niet weg, er mag een nieuw boek gekocht worden. Het is weer tijd voor een boek over de liefde. Traag door de winkel bewegen, en alle boeken voorzichtig aanraken. Al dan niet met mijn echte vingers. (Gelukkig zijn die niet-echte er ook altijd.) Of het woord liefde dan ook in de titel van het boek moet of mag staan, dat is een andere kwestie. Uiteindelijk toch maar wel. Het is een risico, je waarschuwt jezelf. Toch maar terugleggen en een ander boek zoeken? Toch maar niet. Er is een nieuwe mevrouw aan de winkeltoog. Ze heeft mooie ogen, en wenst me veel plezier met mijn nieuwe boek. Veel plezier? Is hier een bekentenis gedaan of zo? Veel plezier? Ja, waarom eigenlijk niet?

Er zijn ook systemen in het koken. Het is verleidelijk om terug te vallen op een vast repertoire. Zou het niet nuttig, didactisch verantwoord, en zelfs een bescherming tegen onverhoeds ouder worden zijn, om meer risico te nemen? Dat het niet gaat over risico nemen, zeg je. Het gaat ook over verwennen. Hoezo, zomaar verwennen? Ja, of dan toch minstens goed zorgen voor. Dat dat wel zo zal zijn, maar dat het toch gemakkelijker en motiverender is om een ander te verwennen. Natuurlijk, maar dat is toch te gemakkelijk. Het moet dus moeilijk zijn, wie heeft dat dan bepaald? En…

Geen opmerkingen: