17 april 2010

Zand in het raderwerk


De elkaar opvolgende nieuwsberichten over het totaal ontregelde luchtverkeer door een vulkaanuitbarsting zijn op zijn minst fascinerend. De gevolgen van die hele toestand zijn immens. De economische schade is enorm, en voor vele duizenden mensen wordt het bang afwachten of ze wel thuis raken binnen een redelijke termijn. Voor hen is het in veel gevallen natuurlijk verschrikkelijk wat er nu gebeurt, en dat net op zo’n moment.

Los van alle menselijke ellende, waarvan te hopen valt dat die zo snel mogelijk voorbij is, is er een dimensie aan dit alles die tot nadenken zou mogen stemmen. Je maakt het zelf regelmatig wel eens mee. Denk je dat je alles netjes hebt voorbereid. In je hoofd vooraf uitgerekend wat je allemaal gaat doen, in welke volgorde. Je schema nog een paar keer herhaald, je bent er helemaal klaar voor, alles zal lopen zoals je voorzien hebt. En dan gebeurt er ineens iets. De kraan in je badkamer gaat stuk, je stoot je kop koffie over je witte hemd, een vriend die je al lang niet meer zag staat ineens voor je deur, je snijdt in je vinger, de trein die je nog net haalde valt onderweg stil, je fiets krijgt een lekke band ergens ver weg van de bewoonde wereld, … En alles gaat fout. Je dacht controle te hebben over de dingen, en dat blijkt niet het geval te zijn.

Met de vliegtuigen is het in wezen niet echt anders, al gaat het ook een beetje verder. Op zich is vliegen al een overwinning van de mens op de natuurkrachten. Het menselijk vernuft heeft iets mogelijk gemaakt wat oorspronkelijk niet ‘normaal’ was. De mens maakte een machine en daarmee lukte wat anders nooit kon lukken. Maar ondertussen is die machine een onderdeel geworden van een wereldwijde keten van machines, en vooral ook van de verwachtingen en de illusies die zo worden gewekt.
Het is eigen aan de moderne mens dat hij of zij is gaan geloven dat de volledige controle over de natuur de ‘normale’ toestand is, en dat alles wat daarvan afwijkt niet zo hoort te zijn. Mensen zijn het normaal gaan vinden dat ze op elk moment van de dag zonder probleem ‘mobiel’ kunnen zijn en meteen naar de andere kant van het land of de wereld kunnen. Dat dat alleen kan in een virtuele wereld, is iets wat we liever niet willen weten. Als ik een auto koop, koop ik ook de illusie dat die mij op eenvoudige en snelle wijze van a naar b zal brengen, en dan ga ik er liever even niet van uit dat alle andere mensen ook die illusie willen koesteren. Als ik die illusie voor waar neem, is het een schending van wat ondertussen als een soort ‘recht’ wordt beschouwd als anderen in mijn weg rijden, of als plots opkomende sneeuw verhindert dat ik even snel kan rijden als anders. En zo zie je dat veel mensen zich niet zozeer als burger maar wel als permanente consument gaan gedragen. Ze gaan net niet zover als te gaan ‘eisen’ van de overheid dat het altijd goed weer is, maar het scheelt niet veel.

Het systeem creëert zijn eigen verwachtingen van absolute controle en van ontsnapping aan de ‘zwaartekracht’, in de brede zin van het woord. De meest impressionante en complexe machines of systemen blijken echter een kwetsbare achilleshiel te hebben. Een nacht sneeuw kan een hele economie op zijn kop zetten. Het volledig luchtruim kan stilvallen door een vulkaan die het nu wel een goed moment vond om wakker te worden. Hoe groter de verovering van het oncontroleerbare, hoe kwetsbaarder het geheel als het fout gaat. Als ik op weg naar een vergadering een lekke band krijg met de fiets, kan ik nog altijd te voet verder gaan. Zodra ik weer thuis ben kan ik redelijk snel de band weer plakken, en alles gaat verder. Maar als je afhankelijk bent van een hoogtechnologisch en uitermate complex systeem dat normaal in staat is duizenden vliegtuigen heen en weer te laten vliegen, maar nu ineens in elkaar stuikt, dan ben je zelf zo goed als machteloos.

Als je altijd met de auto rijdt, dan is het moeilijk voorstelbaar dat er ineens helemaal geen auto’s zouden rijden. Als je met de trein rijdt, dan is dat al iets gemakkelijker voorspelbaar, maar dat is een andere discussie. Maar wat we als ‘normaal’ beschouwen, kan dus ineens helemaal anders zijn, en dat enkel door een natuurelement. Een beetje verkeerd waaiende sneeuwkorrels kunnen een hogesnelheidstrein lamleggen. En de vliegende dinosaurussen die we gemaakt hebben, kunnen uit de lucht vallen door een wolk fijn stof. Zodra alles gaat zoals we hopen dat het gaat, kunnen we ons het andere zelfs niet voorstellen. Zodra het dan ineens anders is, gaat er plots een merkwaardige stilte en bijna vanzelfsprekendheid uit van wat daarvoor ondenkbaar was. De helder blauwe lucht, waar nu geen enkele witte streep op te zien is, lijkt zo soeverein.

De moderne mens heeft zich van de natuur ‘bevrijd’, of zo leek het toch. De mens wilde liever vergeten dat hij of zij zelf ook een stuk natuur is. Het besef van het natuur-zijn hoeft niet te leiden tot minder mens zijn, integendeel. Misschien kan het besef van die menselijke natuur wel net het menszijn versterken. De klimaatverandering leert ons dat wanneer we ons al te veel of op een verkeerde manier van de natuur proberen te ‘bevrijden’ door te doen alsof die er niet is dat ertoe kan leiden dat die natuur harder en onvoorspelbaarder terugslaat. Daardoor worden we minder vrij en meer overgeleverd aan de natuurkrachten.

Misschien moeten we ook onze systemen ‘normaler’ maken. Misschien is het onvoorspelbare wel het normale. Misschien is de kwetsbaarheid voor natuurfenomenen wel de normale toestand. Soms beginnen we dat al te begrijpen. Zo groeit bv. het besef dat het niet zo’n goed idee is om je huis te bouwen in een gebied dat gemakkelijk kan overstromen. Eisen van de overheid dat je daar wel mag wonen vinden veel mensen een normaal recht. Maar misschien is het beter de rivier tot een vriend te maken, en niet tot een te controleren ‘andere’.

Mensen in hooggeïndustrialiseerde consumptiemaatschappijen kijken vaak met veel verbazing naar de manier waarop andere mensen in zogenaamd ‘arme’ landen veerkrachtig kunnen reageren op natuurrampen. Ongetwijfeld zullen veel mensen na de vliegtuigproblemen van allerlei vliegmaatschappijen of overheden of van wie dan ook een schadevergoeding eisen. Misschien eisen ze wel een wet die bepaalt dat vulkanen nooit nog mogen uitbarsten aan het einde van de paasvakantie. Maar het zou wel eens veel zinvoller kunnen zijn om samen na te denken over onze illusies. Het zou ertoe kunnen leiden dat onze complexe maar kwetsbare systemen ‘aardser’, veerkrachtiger en veiliger worden. Het kan zijn dat we daardoor enkele dingen die we nu vanzelfsprekend vinden niet meer zullen kunnen doen. Maar het kan ook zijn dat we daardoor minder verloren lopen in een wereld waar we zelf een deel van zijn.

Geen opmerkingen: