Soms kun je zo verontwaardigd zijn dat je staat te trillen op je benen.
De hele dag al in het nieuws. Beelden in het journaal. Over de verwerpelijke praktijk van de vrouwenbesnijdenis. Je kunt nauwelijks kijken, je loopt heen en weer door de kamer tijdens de beelden. Je gaat zitten, staat weer op. Je wordt net niet misselijk. Tranen lopen over je wangen. Je trilt.
Zo goed dat die vrouwen die reportage gemaakt hebben, dat boek gemaakt hebben. Zo indrukwekkend dat die vrouwen die camera hebben verstopt om te kunnen filmen wat niet mag gezien worden. Daar is echte moed voor nodig.
Uit de beelden blijkt de enorme druk van de traditie. Hoe die samenhangt met sociaal-economische elementen over een inkomen hebben, niet kunnen trouwen. Je beseft dus dat je niet kunt beseffen hoe het echt is, en dat je het nooit helemaal zult kunnen vatten. En het zal wel allemaal gemakkelijk zijn om van ver te oordelen en zo, het zal wel, en toch denk je iets als: traditie, my ass!
En tegelijk zijn er die mooie beelden van een klein meisje dat zegt: nee, niet met mij. Beelden van een lokale gemeenschap die zegt: nee, niet met ons, wij vieren dit anders. (Je blijft wenen, terwijl je het schrijft.) Enkele heel dappere vrouwen hebben gezegd: NEE, en ze zijn ingegaan tegen een traditie.
En je hoopt, je zou bijna bidden, dat ooit de kleuren op die kaart er anders uit zien. Dat er geen landen meer zullen zijn waar meer dan driekwart van de meisjes besneden worden, nooit meer.
En, hoe je het ook draait of keert, het heeft uiteindelijk toch weer met mannen te maken. Vrouwen hebben blijkbaar geen recht op seksueel genot, en door ervoor te zorgen dat ze dat niet meer kunnen hebben, zouden ze langer bij hun man blijven. Meisjes die niet besneden zijn, kunnen niet trouwen. Mannen willen blijkbaar een soort garantiebewijs. Zodat zij zelf wel uitgebreid hun genot kunnen beleven.
Je kunt je niet van de indruk ontdoen, dat in die door traditie of religie of welke onzin dan ook bevestigde gruwelijke praktijk, iets van angst zit. Mannen zijn diep vanbinnen, blijkbaar, bange wezens. Het genot van een vrouw is als een afgrond voor hun o zo kwetsbaar mannelijk ego. En de mannelijke lust is oncontroleerbaar, blijkbaar, in de zin dat anderen verantwoordelijk zijn voor hun ontsporingen. Je hebt het altijd merkwaardig gevonden hoe dat werkt. Het projecteren van de eigen onzekerheid op een ander – het is de vrouw die te uitdagend is of die geniet, die bedreigend is, en daarom wankelt de man – en dat dan vertalen in agressie of onderdrukkende patronen, zegt vooral hoe zwak je bent. Wat een triestig manbeeld is het, dat mannen, die toch zo graag stoer en sterk zijn, niet eens in staat zouden zijn om zichzelf te veranderen, hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. En zelf tradities breken. Mannen zouden op straat moeten komen tegen vrouwenbesnijdenis, in die landen waar het gebeurt, zouden zelf een beweging moeten starten die duidelijk maakt dat trouwen gebeurt op basis van gelijkwaardigheid, in rechten en plichten, in verantwoordelijkheid, en in genot. Dat zou sterk en stoer zijn. (En het zal natuurlijk allemaal veel ingewikkelder zijn dan dat, en blablabla, maar het zijn concrete mensen die een verandering in gang kunnen zetten. En het zou mooi zijn als de verantwoordelijkheid voor het op gang brengen van de verandering niet zomaar wordt overgelaten aan wie slachtoffer is van een onaanvaardbare praktijk.)
En ergens aan de andere kant van de wereld, in Rusland, rijdt een zichzelf geweldig stoer vindende man in blote bast op zijn paard. Zo laat hij zich graag zien aan de wereld. (En elke keer denk je: hij heeft botox gebruikt, dat zie je toch zo…) Wat een zielige mannelijkheid, denk je. Was het alleen maar dat onnozele gedoe, dan zou het nog lachwekkend zijn, en ongevaarlijk. Maar dat is het niet.
Je ziet vreselijke beelden van groepen opgefokte mannen die homo’s vernederen en in elkaar slaan. En achter het uiterlijk vertoon van die rechts-radicale jongetjes zit andermaal zoveel mannelijke angst, denk je. Het kan zijn dat je iets raar vindt wat je niet goed kent. Het kan zijn dat dat je verwart. Daar is allemaal niets mis mee. Maar dat het simpele bestaan van een man die van een andere man houdt, zoals een andere man van een vrouw kan houden, een bedreiging kan zijn voor je eigen mannelijkheid, dat blijft zo’n onbegrijpelijke gedachte. Wat is dat dan voor mannelijkheid, als ze niet eens in staat is om met een zekere rust naar de eigen verwarring te kijken? Wat is het voor een zielige zwakheid als je anderen die niet beantwoorden aan ‘de’ norm van wat ‘echte’ mannen zouden moeten zijn, moet uitschakelen of uitsluiten om maar niet in de spiegel van je eigen angsten te moeten kijken? Als mannelijkheid staat voor kracht, in welke vorm dan ook, en voor streven, dan moet die mannelijke kracht toch kunnen gebruikt worden voor een grootmoedigheid die geen uitsluiting nodig heeft voor een rustige innerlijke vrede? Als mannelijkheid staat voor moed, waarom kan dat dan niet de moed zijn om kwetsbaar te durven zijn, om twijfel te koesteren, om je falen te erkennen, en op basis van dat alles telkens opnieuw te beginnen om de wereld een beetje beter te maken?
Er zijn zoveel geweldige mannen. Dat wat men mannelijke energie noemt, kan tot zoveel mooie dingen leiden. Het is zo jammer en onaanvaardbaar dat onder het mom van wat sommigen ‘mannelijkheid’ noemen nog steeds zoveel ellende wordt aangericht. Het zou zo anders kunnen en moeten zijn. (En je zit nog steeds te trillen…)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten