Momenten van twijfel.
Je kijkt naar de mooie tweede aflevering van het bijzondere Radio Gaga. Je had geaarzeld. De aflevering speelt in een ontmoetingscentrum voor mensen met psychische problemen en ook ‘middelengebruik’, zoals dat heet. Vooral dat laatste deed je twijfelen. Eigenlijk heb je een beetje schrik, als je eerlijk bent. De wereld van drugs, het is niets voor jou. Niet dat je zou ontkennen dat die bestaat. Niet dat je zou houden van allerlei forse uitspraken daarover. Niet dat je oordelen zou hebben over de slachtoffers ervan. Eigenlijk heb je schrik. Zelf wil je er niets mee te maken hebben, heb je het nooit ‘cool’ gevonden, in geen enkel opzicht. Het heeft iets te maken met controle over jezelf, en angst voor controleverlies. Waarschijnlijk dus is de schrik voor die wereld voor een deel gemotiveerd door je eigen persoonlijke angst. Je wilt zelfs niet denken aan iets als bv. ‘heroïne’. En in dat programma zie je een man wiens lichaam en leven behoorlijk zijn aangetast door dat spul. Zijn verhaal is mooi en ontroerend, en de manier waarop de twee presentatoren met hem omgaan is waardig en oprecht. Je ziet de mensen die werken daar, die hun tijd geven om voor andere mensen, getekend door het leven, een warme plek te maken. Hoe bijzonder het is, wat ze daar doen. En diep vanbinnen slaat de twijfel toe. Je denkt: ik zou het niet kunnen, daar zijn, daar werken, ik zou te veel schrik hebben. Niet van de psychische kwetsuren, maar wel van dat middelengebruik, denk je. Je probeert je best te doen om de wereld te begrijpen, om je er niet voor af te sluiten. En toch besef je ineens weer dat er hele werelden zijn die de jouwe niet raken, die ergens parallel bewegen. En jij zit toch in jouw veilige wereld, hier, terwijl er daar nog zoveel is. Het geldt natuurlijk nog voor zoveel andere ‘andere’ werelden, je weet het. Maar het doet je twijfelen aan jezelf. Dat die angst er ineens tussen kan komen, dat je bijna niet had gekeken. Het brengt je erg in de war.
Soms doet je lichaam pijn. Soms veel. Ze is je vertrouwd geworden, de pijn. Als een gekende gast in je huis. Het is niet iets van ‘elders’, niet iets dat je zomaar overkomt of zo. Het is gewoon je lichaam. Soms is het soepel en sterk, soms niet. Die ochtend is het moeilijk. Je hebt langer geslapen dan de vorige nachten, en dan voel je meer. Eigenlijk is dat positief, in zekere zin. Het komt eruit, of zoiets. Je vertrekt thuis, op weg naar. En je weet, officieel toch, dat dat bewegen goed is. Dat stappen, nu nog moeizaam, zal er straks voor zorgen dat het anders aanvoelt. Maar tussen nu en dan is er nog een niemandsland. Om van hier naar daar te gaan is er iets als een ‘leap of faith’ nodig. Een sprong. Een loslaten dus. En net op dat moment kan de twijfel toeslaan. Wat als het niet? Je hebt het jezelf aangeleerd, in de loop der jaren, om te vertrouwen, je niet te verzetten. En toch is er die ene kier waar de twijfel doorheen kan. En het gaat wel over, je laat het achter je. De pijn zal dan ’s avonds wel weer komen, misschien.
En ook varianten van zonderling zijn. Denken dat je niet helemaal geschikt bent voor de echte wereld. Waar anderen zoveel gemakkelijker in lijken te bewegen. (Dat is natuurlijk niet zo, zeg je, en veel anderen kunnen het ook niet zo goed, zeg je, en kijk maar die en die en die, zeg je, …)(En toch, denk je…)
Of een moment waarop je doodmoe in bed ligt, en schrik hebt om in slaap te vallen.
(De paragrafen worden steeds kleiner, als in een zandloper.)
Momenten van verzoening.
Het besef dat je zomaar, uit het niets, enkele zinnen hebt geschreven die even later, ergens, mensen zullen doen glimlachen.
Iemand zegt dankjewel voor een gesprek. Het was rustig en goed, hoor je. Het raakte je diep, maar je was niet bang, geen enkel moment. En hoe onnozel het ook klinkt, het is alsof je dankbaar bent, dat het leven je tot hier heeft gebracht. Tot die plek waar je niet bang bent voor zo’n gesprek. Of je echt iets kon betekenen, weet je niet. Of je een verschil maakte, weet je niet. Maar je liep niet weg.
Je vertelt een verhaal. Eigenlijk is het een moeilijk verhaal. Over je eigen grenzen. Over patronen. Er is iets van verdriet, er is iets van onvermogen. Het vertellen maakt je een beetje droef. En toch. Tegelijk denk je: ik heb het gewoon zo verteld. Zonder franjes, een beetje naakt. En het is goed zo. Het verhaal ligt er, en het is niet zo zonderling. Het is het jouwe. Je kunt je voorstellen hoe het verder zou kunnen gaan. En het is goed zo.
(Misschien is dat het mooie aan ouder worden, dat twijfel en verzoening gewoon naast elkaar samenleven.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten