Een week met een deuk in, misschien is dat een omschrijving.
Een lang weekend. Met veel te doen. Een verjaardagsbezoek bij een dierbare vriendin. Het doet je goed, trage verhalen. Een betoging in de hoofdstad. Hoe moe je ook bent, je voelt dat je daar wilt zijn. Een extra dag. De hele dag helpen bij het feest. (Het heeft iets van een jaarlijks familiefeest, misschien is het dat ook wel.) Met daarna toch nog even gewoon zitten lezen op het terras. De laatste stukken van de kranten, dat hoofdstuk in je boek. (Misschien had je meer boek gewild, maar het is goed.)
Een dag die zich aankondigt met veel regen, ergens. Vroeg in de ochtend even lekker doorwerken, voor je naar je vergadering fietst. Na de vergadering, nog net die trein die je wilde. Je kunt alles netjes voorbereiden voor de volgende dag. De batterij voor het toestel is opgeladen.
In de vooravond fiets je naar een vriendin. Een uitgesteld verjaardagsetentje, door haar lange reis. De verhalen raken je. Ze sijpelen rustig in je, terwijl het buiten stevig regent. Iets over beperkingen, iets over dromen, iets over de liefde. Je probeert iets uit te leggen, je zoekt woorden. (Het is al lang geleden dat je dit nog probeerde.) Je fietst naar huis in de regen. (Gelukkig had je deze keer je regenbroek wel bij je.)
Die nacht. Als een soort orkaan in je lichaam. Die (…) ontsteking aan je tand is weer terug. (En je had de voorbije weken nog zo je best gedaan, alles netjes zoals afgesproken.) Je lichaam kan geen rust vinden. Het duurt uren eer je even slaapt.
In wrakkige toestand die ochtend. De afspraak bij de kinesiste doet je goed, een beetje toch. In de trein naar het werk merk je dat je hoofd maar half werkt. Je zoekt vruchteloos naar woorden, die je niet kunt aanraken in je hoofd, die je zelfs niet eens ziet. (Je ziet de lege plek waar ze zouden moeten zijn.)
Net op tijd voor het begin van de conferentie. Je mag weer enkele uren rondlopen om foto’s te maken. Er is alleen dat. (Na een tijdje merk je dat de woorden beginnen terug te keren in je hoofd.)
Je lichaam voelt nog steeds hoekig.
Die avond heb je die feestelijke vergadering waar je ook een rol hebt. (Stiekem was je liever gewoon heel vroeg naar je bed gegaan.) Het is een mooie avond. Het gesprek dat je mag modereren beweegt mooi heen en weer, een beetje als een kronkelende rivier.
Op weg naar huis. Nog even zitten, en dan snel onder de wol. Je bent meteen weg.
Die ochtend. De nacht deed je goed, maar je bent nog heel moe. Een beetje rillerig sta je je voor de spiegel te scheren. (Zou je misschien koorts hebben?)
Toch maar even die thermometer zoeken. Oeps, 41,4°C dat kan niet kloppen. (Je hebt dat ooit al eens meegemaakt, en dat voelde – om het heel vriendelijk te zeggen – toch net iets anders…) Tweede poging wijst op een beetje koorts. Toch maar thuis werken. (Misschien is het tegen straks beter, en moet je die drie afspraken niet afzeggen. Misschien maak je jezelf iets wijs, Jean.)
Eventjes werken, eventjes rusten, en weer opnieuw.
(Uitgebreide innerlijke dialoog. Geef je gewoon een beetje over. Laat je lichaam rustig zijn werk doen, zo erg is het allemaal niet.)
(Uitgebreide innerlijke dialoog. Zou er nu wel of niet een verband zijn tussen die tand en die koorts? De vorige keer was die koorts er niet.)
(Uitgebreide stille innerlijke dialoog. Denk niet meteen aan toen, wanneer je een beetje lichte koorts hebt. Die weken toen, voor je wist wat er in je zat. Zeg tegen jezelf dat er geen reden is om je wankel te voelen.)
Je hebt, in stapjes (onderhandeling met jezelf) eerst dat jurygesprek afgezegd, daarna die feestvergadering, en ten slotte ook dat concert waar je zo graag naartoe wilde gaan.
Een rustige nacht. Je wordt wakker uit een vreselijke nachtmerrie, die maar bleef duren. Je was je zus kwijtgeraakt, in die stad, en naarmate de tijd voorbij ging leek de kans steeds kleiner te worden dat jullie elkaar nog zouden vinden. Je bent zo blij wanneer je je gewoon in de ochtend in je kamer in het zachte licht blijkt te bevinden.
Een nieuwe ontbijttest. 34,2°C, een normale temperatuur voor jou. Nog een beetje moe, maar je hebt zin om de dingen te doen. Toch maar thuis blijven werken, waarom niet? (Iemand had je eerder die week gezegd dat je echt wel te streng bent voor jezelf.)
De verjaardag van Bob. Hij wordt 83. Tussen het werken aan de vrijdagtekst wacht je op het liedje dat eerst naar je toe komt. Het wordt Simple Twist of Fate. Je hebt altijd van dat nummer gehouden. Het is zo simpel, zo overzichtelijk, zo mooi bewegend, als in een cirkel, het lijkt licht en is tegelijk zo tragisch, zo onvermijdelijk, zo triest, alsof de dingen alleen maar zo kunnen gaan.
Misschien zit er nog een restantje van de vorige dag in je lichaam. Hoe je huid in je hoofd hard lijkt te worden. Het gaat langzaam weg, maar is er nog. (En ineens is er nog die rivier die door je ogen spoelt. Ineens is er iets van dat diepe verdriet, die diepe vermoeidheid. En ineens is dat ook weer voorbij, adem je je naar het hier. De dingen mogen zich neerleggen.)
(Ondertussen zingt Bob I Contain Multitudes. Misschien zijn ze er ook wel in jou, en misschien is dat wel goed.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten