De laatste dag van je leven vaar je uit. Het is tijd, je weet het. Je brengt alles netjes in orde en vertrekt. Je vaart door wat je leven was, op weg naar waar het zal eindigen. En de doden, ze komen je uitwuiven. Of misschien aarzelen ze in de dood. Je haalt hen aan boord. In de dood al kijken ze naar het leven. Alles is gezien, het is tijd, het mag, het is goed. Dat zou een korte samenvatting kunnen zijn van De laatste dag van de veerman, van de Noorse schrijver Frode Grytten. Een heel mooi melancholisch boek dat nooit tranerig wordt. Het beweegt in een vanzelfsprekend universum. Achter kleine gebaren en weinig woorden schuilen grote verhalen. Het wordt verteld in een taal die misschien wat onderkoeld lijkt, maar regelmatig verrast en sprankelt. Een boek dat je uitnodigt om traag te lezen.
Nils Vik is al sinds zijn tienerjaren veerman. Hij vaart over de fjorden, brengt mensen en dieren en allerlei vracht heen en weer. Hij verbindt hier en daar met elkaar. Hij zit zo in het kruispunt van verhalen. Zodra iemand op zijn boot stapt, bevinden ze zich samen in een tussenwereld. De boot neemt zijn tijd. Nils luistert en observeert, hij mag alle verhalen aanraken. Soms heeft hij een actieve rol, op de rand van leven en dood, maar daar zal hij niet vaak over spreken. Hij praat sowieso al niet te veel. Om te kunnen doen wat hij doet, moet je de tijd aankunnen. Uren onderweg, uren als in een soort trance, in een trage beweging. Hij is thuis, in dat eindeloze bewegen. Altijd onderweg, en toch ook altijd op dezelfde plek.
Bij het begin van het boek weet Nils dat het zijn laatste dag in het leven is. Hij woont al een tijd alleen in het huis. Zijn vrouw Marta, zijn grote liefde, is al een tijd overleden. Zijn kinderen wonen ver weg. Het is tijd, en het is goed. Hij gaat naar zijn boot, en daar wacht zijn hond Luna op hem. Die was al vele jaren dood, maar is nu terug om met Nils aan de laatste tocht te beginnen. Ze praten met elkaar over hoe het leven was. Terwijl ze over het water glijden in de ochtend zien ze hoe de doden uit het bos komen. Ze staan daar en kijken. Ze waren toen, en nu zijn ze in dit nu.
Naarmate de tocht verder gaat, haalt Nils enkele personen mee aan boord. Ze zijn allemaal dood, maar komen even mee aan boord. Verhalen worden afgerond. Dingen die nog niet gezegd waren, worden uitgesproken, of niet. Tussen dat alles door blikt Nils terug op zijn eigen leven. Hoe de mooie Marta in zijn leven kwam en hem de ultieme bestemming gaf waar hij altijd weer terug naartoe kon gaan, vanwaar hij kon vertrekken zodat hij weer terug kon keren. Zij lijkt meer aansluiting te zoeken bij de grote wereld, wil zich niet neerleggen bij de dingen. Hij sluit zich niet af, maar wil vooral bewegen in het universum waarin zijn boot beweegt. Hij is een man die gesloten lijkt, moeilijk over zijn emoties kan spreken. In zijn hoofd ziet hij soms de zinnen die hij zou willen kunnen zeggen tegen Marta, maar ze komen niet naar buiten. Tegelijk kijkt hij met blijvende verwondering naar de mensen en hun verhalen. Hij oordeelt niet. Soms voelt hij iets als een trilling die hem zou kunnen verbinden met verlangens die hij niet kent of niet zou willen toelaten. Misschien is hij niet altijd bereikbaar voor Marta, misschien is hij soms een beetje bezorgd voor haar en soms een beetje bang dat hij haar zal verliezen. Maar op zijn manier komt hij altijd terug bij de liefde. Hij ziet hoe anderen soms strompelen in hun liefdes, hoe verlangens niet worden ingevuld.
Het boek volgt het ritme van de lange tocht tijdens die laatste dag. Soms lijkt de tijd heen en weer te bewegen, maar het klopt steeds en voelt als heel natuurlijk aan. Het is de tijd die nodig is voor alle verhalen, zodat die zich rustig neer kunnen leggen. Het boek nodigt je uit om traag te lezen, maar dat wil niet zeggen dat het kabbelt, integendeel. Regelmatig is er een verrassende wending, zijn er woorden die je niet had verwacht. De verteller beweegt bijna onopgemerkt tussen toen en nu. De stemmen van de doden zijn gewoon aanwezig. De stemmen beginnen als in een soort optocht te vertellen hoe ze naar Nils keken. En zo dragen ze hem langzaam maar zeker richting de zee.
Van De laatste dag van de veerman gaat een soort sprankelende melancholie uit. Het verhaal en de toon waarin het verteld wordt lijken ingetogen, bijna onopvallend. Maar als je goed leest, zie je hoe slim het is opgebouwd en verteld. Het web van verhalen laat je kennismaken met de contouren van grote verhalen. Je kijkt door de ogen van een wat stugge en zwijgzame man, die echter helemaal niet onbewogen blijft bij wat hij ziet. Er gaat een diepe schoonheid uit van de rustige overgave waarmee de veerman zich aan zijn laatste dag in het leven geeft en terugkijkt op wat was en niet was. Het boek nodigt je als lezer uit om je een beetje uit handen te geven aan dat wonderlijke, maar tegelijk zo natuurlijke, verhalenuniversum dat bij elkaar wordt gehouden door het water van de fjorden. Als je je laat meedrijven, krijg je er een zachte troost voor terug. Een heel mooi boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten