21 maart 2025

Kantelhuid


(Bewegen tussen koud en warm. Misschien zou je willen dat het geleidelijk naar het kantelen gaat. Alsof je met trage stappen ergens naartoe zou gaan, daar waar je je uit handen zou kunnen geven aan het kantelen. Maar het is anders.)

De nieuwe week. Je werkt thuis, die dag. (Je mist de trein een klein beetje. Van hier naar daar, om weer naar hier te kunnen komen.)

(Je denkt nog aan de maan, die je zag, enkele dagen eerder.)

Het gesprek. Je zit in de commissie. Alles op het scherm, het hele gesprek. Ze doen het goed, denk je.

(Straks dat concert waar je al zo lang naar uitkijkt.)

Alle dingen van het lijstje inhalen.

Op weg naar het concert. (Wie zou je zijn, voor haar, denk je soms. Misschien niet alleen maar oud.)

Je ziet haar staan. (Ze is zo groot, denk je elke keer.) En alles loopt vanzelf, denk je. Je zorgt ervoor dat ze nog iets te eten krijgt, je eet ook een stuk taart mee, en dan zoeken jullie de zetel in de zaal, net naast het podium. Een rustige, veilige en beschouwende plek. (Misschien moet je niet nadenken over hoe je dit moet doen, misschien doe je het al de hele tijd.) De verhalen gaan heen en weer, alsof het altijd zo was. De dingen leggen zich naast elkaar. Na het voorprogramma is er nog even een tussentijd. (Tijd voor een foto.) En dan komen de muzikanten op het podium. Het is wonderlijk, hoe hun muziek als een golf beweegt. Hoe ze het telkens aan elkaar doorgeven, en hoe ze elkaar dan weer zoeken. (Ze vindt het wel mooi, denk je.) Hoe geweldig en tegelijk zo gewoon het is, dat jullie hier zitten, denk je. (Misschien kun je dit wel.) Het is bijna tijd voor haar bus. (Je bent een beetje bezorgd dat ze straks nog zo’n stuk moet stappen in het donker, eer ze thuis zal zijn. Maar het komt wel goed.) Je brengt haar naar de bus. Er is nog zoveel gesprek over, denk je. Een knuffel, en weg is ze. Je blijft nog even staan om te zwaaien. (Wat een mooie avond was dat.)

Een andere dag. (Je blijft kijken naar de foto van de vorige avond. (Zo wil je wel zestig zijn, denk je.)

De vergadering. (Het zal weer een gedoe zijn om binnen te raken denk je, tot je iemand ziet die je meer naar boven neemt.)

De trein, de metro. Je sluit aan bij het seminarie dat al sinds die ochtend bezig is. Je collega is er al. (Een lange telefoon tijdens de pauze. Iets is goed, denk je.) Je weet niet helemaal zeker hoe voorzichtig je moet zijn tijdens de discussie. (Je zegt toch maar wat je wilde zeggen.)

Op tijd weer weg, om op tijd thuis te zijn, om op tijd te kunnen vertrekken naar de vergadering. Enkele buren spreken je aan of de vergadering twee weken eerder. Ze bedanken je nog eens voor wat je toen deed. (Het voelt toch warm, denk je.) Er zijn niet genoeg mensen om geldig te kunnen stemmen. Je fietst weer naar huis, doet traag de afwas. (Een dekentje, denk je, het mag.)

Een andere dag. De kinesiste deukt je uit.

Een bericht, of je straks op tijd thuis kunt zijn, voor je haar. Ja hoor! (Je glimlacht.)

Je vond die mail die je de vorige dag kreeg al een beetje raar. (Je had er ’s nachts nog over wakker gelegen. Je intuïtie zei je iets.) Je vraagt om meer duidelijkheid, en hoort wat je al een tijd vermoedde. (Een ander zou heel kwaad worden, denk je. Het is niet zo erg, denk je, je bent alleen een beetje verdrietig.)

Op tijd thuis dus. Daar is ze. Je bent zo blij haar weer te zien, het lijkt al zo lang geleden. Leef je maar lekker uit op die krullen van me, zeg je. De grijze krullen dwarrelen naar beneden. Even bijpraten, zorgen dat de belangrijkste verhalen heen en weer gaan. (Dit is een rustige plek, denk je, dit ons.)

Die avond. Een mooi gesprek met je zus. Het ontroert je erg. (Iets maakt je verdrietig, alsof je iets niet genoeg gezien hebt, toen. Het is.)

Een andere dag. Je wacht op de trein. (Dit moment, het is goed, denk je.)

De laatste werkdag van een collega. Je bent blij voor haar. (Verhalen blijven elkaar raken, voel je. Iets in dit nu raakt telkens iets van een toen. Het is.)

Bij de dokter, voor je voorschrift. Het doet goed haar weer te zien, denk je. Ze neemt ook even je bloeddruk. Je vertelt van toen in het ziekenhuis, dat men je zei dat je de bloeddruk van een vrouw had. (Binnenkort ga je weer naar het ziekenhuis, het wacht al ergens in je.)

Heel even thuis, en dan weer vertrekken. Terug naar die andere stad. Je kreeg de vraag om deel te nemen aan het panel amper enkele dagen geleden. Ze zijn blij dat je gekomen bent. Tweehonderd jongeren zitten in de zaal. (Wie zou je moeten zijn hier, denk je. Je ziet de plek waar je naartoe wilt gaan.) In de vragen die je krijgt, klinkt iets van dat je zou moeten antwoorden als ‘the old and wise man you are now’, of zoiets. (Je kijkt even rond, je zult waarschijnlijk inderdaad de oudste in de hele zaal zijn.) De rivier neemt het weer over, denk je. (Het is. Soms kijk je naar jezelf, een beetje verbaasd. Dat kleine jongetje is ergens, kijkt misschien naar zichzelf.) Na het panelgesprek komen enkele jongeren je bedanken. Ze bedelven je onder hun vragen. (Je voelt je vereerd, dankbaar. Elke keer opnieuw is het als een klein wonder, dat jouw woorden iets doen in die ruimte.) Je wou hun iets van de rivier geven, denk je later.

De nacht laat nog wat op zich wachten, in je.

Een andere dag. Je zou willen kunnen doorwerken aan de vrijdagtekst, alleen maar dat. En terwijl alleen maar muziek van de jarige J.S., maar het is anders. Er is die vergadering. Je probeert wat te werken tussendoor, je maakt foto’s, loopt heen en weer. Je loopt het hele stuk terug naar je werk. De lente is er, zie je.

Je werkt de vrijdagtekst af. Iets later dan anders, maar iets in je wacht steeds op dat moment. (Je merkt hoe je ineens moe begint te worden, een beetje.)

Op tijd thuis, snel weer weg. Toch al een stuk van de boodschappen proberen te doen. Je bent blij haar in de winkel te zien. Even is er alleen dat moment. (Even is er een hier.)

(Het kantelen. Het is een dag van het kantelen. Ergens in je huid kun je zien waar het is. Kun je zien wat er zou kunnen zijn. En daar, op dat punt lijkt er even alleen maar verdriet te zijn. Je weet niet zeker waarom. Het is. Het zou mogen.)

En muziek van de jarige J.S.

Geen opmerkingen: