Het is moeilijk uit te leggen hoe diep dit heel bijzondere boek van Tine Hens me heeft geraakt.
Verhalen over wat we dreigen te verliezen, wat aan het verdwijnen is onder onze ogen. Het gaat over gletsjers, de olm, de paling, de sneeuw, en nog zoveel meer.
Er gaat een verwarrende troost uit van dit boek. Het doet je op een bepaalde manier goed om door deze verhalen zoveel dingen te zien, nog even dichtbij te voelen. Die troost is tegelijk verdriet en kwaadheid. Het doet pijn, heel erg veel pijn, om nog eens alles op een rijtje te krijgen. Het hele verhaal, dingen die je nog niet wist. Het maakt je kwaad, heel erg kwaad, om te lezen hoe tegelijk doelbewust en achteloos de vernietiging vorm krijgt. Het had anders kunnen zijn, het was en is wel degelijk mogelijk om andere keuzes te maken. Je voelt je innerlijke razernij om zoveel verlies, en tegelijk voel je een nabijheid bij zoveel schoonheid, dankzij de verhalen.
Het is een heel erg mooi boek. Met heel veel heel erg mooie en heel persoonlijke zinnen. Aan elke zin is gewerkt, en het is alsof je de hele tijd de stem van Tine kunt horen. Je kunt als het ware door de zinnen heen zien wat er onder de huid van de woorden beweegt. De heel erg mooie houtsneden van Jan De Kinder geven het boek een soort adem waarin je je een beetje kunt neerleggen.
Ik dacht de hele tijd iets als: hoe je een boek kunt zijn.
Het is waar we nu zijn aanbeland, als mens. Op een punt waar je te kijken hebt, om te leven in waarheid. Dit boek schrijft over wat verdwijnt, wat verloren zou kunnen gaan, en blijft tegelijk. Het boek is een vorm van blijven, rechtop blijven staan in verzet. Als je jezelf uit handen geeft aan dit boek, zie op elke bladzijde de verwondering. Verwondering is misschien wel een van de grootste vijanden van het cynisme.
Eigenlijk is dit vooral een boek over liefde. Een bijna ondraaglijke liefde. Het is een geschenk.
Dit boek zou moeten gelezen worden door onder meer die politici die zichzelf zo belangrijk en stoer en ‘realistisch’ vinden, die dit overweldigende verpletterende verlies omschrijven als ‘de prijs die we moeten betalen voor onze welvaart’. Ik denk dat ze het boek liever niet willen lezen. Als je eenmaal de verwondering toelaat, kun je niet anders dan zien dat er geen scheiding is tussen ons en de rest van de natuur, we zijn elkaar. Maar voor nederigheid is moed nodig. En misschien zijn ze wel vooral bang van de liefde, denk ik wel eens.
Om maar te zeggen: Archief van mogelijk verlies, het is een noodzakelijk boek.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten