De Deense auteur wordt geïnterviewd in de krant. Mooie zinnen: “Maar vreemd genoeg, ouder worden maakt me minder melancholisch. Leeftijd brengt een nieuw soort vrijheid – het heeft te maken met aanvaarding. Dat is de enige waarheid waar je als mens kunt op hopen. Het feit te kunnen zeggen: dit ben ik, dit is mijn leven, dit is het verhaal dat ik moet vertellen. Mettertijd besef je: ik moet niet kiezen. Dat wat echt belangrijk is, maakt zich wel kenbaar.”
Hoe het besef van een klein stukje waarheid je tegelijk rustig en droef kan maken. Je kunt je erin oefenen. Om de dingen alleen maar de dingen te laten zijn. Af en toe lukt het een heel klein beetje. Jezelf zijn wordt minder heroïsch. Vinden kun je doen door niet te zoeken.
De muziek nestelt zich tussen mijn gedachten en onder mijn huid. Sinds enkele dagen. Het verhaal bij een film die niet gemaakt is. Het verhaal van een mislukt plan. Pijnlijke overmoed. Ze sijpelt de scheuren van mijn lichaam binnen. En raakt iets. Verzoening en verdriet liggen soms dicht bij elkaar.
Een wandeling door de sneeuw. Een plek waar ik nooit eerder was. Is dit een grasveld? Is het een heidelandschap? Ik weet het niet. Er is alleen de sneeuw. En die zwarte hond die heen en weer rent. Even wou ik weten hoe het landschap onder de sneeuw eruit ziet. Maar het hoeft niet. Deze plek heeft zich van zichzelf bevrijd door die sneeuw. Het niet weten is beter.
Een zin van een Franse filosoof, in een boek dat ik op de trein lees: “Gehoorzaam zijn aan de wet die je jezelf oplegt, is vrijheid.” Een thema dat de hele week door mijn hoofd ging. Het afleggen van het opeisen en het toe-eigenen, in zijn meest subtiele vorm. Het afleggen van het oordelen. Het afleggen van het zien van de ander niet door jouw ogen maar door jouw kader. Het afleggen van het laatste wat je huid zou kunnen bedekken. Blijven waar je was, niet weglopen van wie je zelf zou kunnen zijn in die volle leegte. Er blijft meer vrijheid over.
De muziek gaat door. Er is zoveel droefheid en nooit uitgesproken verlangen, zoveel falen, zoveel tragiek, en zoveel schoonheid. Ze laat zich maar langzaam openen.
Nog een stuk uit hetzelfde boek. “Levenskunst betekent ons goed voelen waar we zijn, in plaats van altijd weer naar een andere plaats gestuwd te worden door een compulsieve en niet te blussen onbevredigdheid waarin we nooit rust vinden – juist omdat we vergeten te zoeken op de plek waar die rust te vinden is: onze eigen geest. T.S. Eliot zei: ‘Het einde van onze zoektocht zal zijn dat we ons bevinden op de plek waar we vertrokken en die plaats voor het eerst kennen.’ ” Mooi dit te lezen op een rijdende trein. Mooi hoe je ineens het gevoel krijgt dat de beweging stopt en dat je daar bent waar je zou willen zijn. Hoe je heel even ziet wat er te vinden is door niet te zoeken.
En de dingen gaan door. Je wilt niet dat de muziek stopt. Dat wat beweegt, in die steeds terugkerende patronen, lijkt je mee te nemen naar een plek vanwaar je kunt kijken. Alleen maar kijken.
Hoe het zou zijn, om daar niet alleen te zijn, daar waar je alleen maar alleen kunt zijn.
Het kind vraagt aan haar moeder of dat een letter of een cijfer is. Het verlangen naar woorden, en hoe ze geschreven worden. Als een geheim dat zich langzaam laat openen. Ze zingt zelfgemaakte liedjes, met elk woord dat ze hoort van haar papa of mama. Er is een vrijheid voor en een vrijheid na de letters. Ze beweegt in een iemandsland.
Een koude slaapkamer. Een lichaam dat zich langzaam voedt met warmte onder de deken. Iets vindt zichzelf terug. En langzaam beweegt het verder. Naar dromen voorbij die eerste warmte. Je merkt het pas aan de andere kant van de slaap. In een koude badkamer zonder bescherming lopen. En voelen hoe de warmte toch is opgespaard. Je kunt wel even, voor het weer kantelt.
Het laatste nummer heet How We Left Fordlandia. En je voelt je alsof je een hele film gezien hebt. Een film die je diep raakte. Ontdaan kom je weer buiten. Er is iets met je lichaam gebeurd. Je loopt door de donkere stad weer naar huis. Waar dat ook mag zijn. Je zegt jezelf dat je zo gelukkig bent dat je ergens naartoe kunt gaan. Een plek waarvan je kunt zeggen dat het misschien wel jouw huis is. Het verlangen om naar huis te gaan is misschien wel het enige wat blijft.
Hoe het besef van een klein stukje waarheid je tegelijk rustig en droef kan maken. Je kunt je erin oefenen. Om de dingen alleen maar de dingen te laten zijn. Af en toe lukt het een heel klein beetje. Jezelf zijn wordt minder heroïsch. Vinden kun je doen door niet te zoeken.
De muziek nestelt zich tussen mijn gedachten en onder mijn huid. Sinds enkele dagen. Het verhaal bij een film die niet gemaakt is. Het verhaal van een mislukt plan. Pijnlijke overmoed. Ze sijpelt de scheuren van mijn lichaam binnen. En raakt iets. Verzoening en verdriet liggen soms dicht bij elkaar.
Een wandeling door de sneeuw. Een plek waar ik nooit eerder was. Is dit een grasveld? Is het een heidelandschap? Ik weet het niet. Er is alleen de sneeuw. En die zwarte hond die heen en weer rent. Even wou ik weten hoe het landschap onder de sneeuw eruit ziet. Maar het hoeft niet. Deze plek heeft zich van zichzelf bevrijd door die sneeuw. Het niet weten is beter.
Een zin van een Franse filosoof, in een boek dat ik op de trein lees: “Gehoorzaam zijn aan de wet die je jezelf oplegt, is vrijheid.” Een thema dat de hele week door mijn hoofd ging. Het afleggen van het opeisen en het toe-eigenen, in zijn meest subtiele vorm. Het afleggen van het oordelen. Het afleggen van het zien van de ander niet door jouw ogen maar door jouw kader. Het afleggen van het laatste wat je huid zou kunnen bedekken. Blijven waar je was, niet weglopen van wie je zelf zou kunnen zijn in die volle leegte. Er blijft meer vrijheid over.
De muziek gaat door. Er is zoveel droefheid en nooit uitgesproken verlangen, zoveel falen, zoveel tragiek, en zoveel schoonheid. Ze laat zich maar langzaam openen.
Nog een stuk uit hetzelfde boek. “Levenskunst betekent ons goed voelen waar we zijn, in plaats van altijd weer naar een andere plaats gestuwd te worden door een compulsieve en niet te blussen onbevredigdheid waarin we nooit rust vinden – juist omdat we vergeten te zoeken op de plek waar die rust te vinden is: onze eigen geest. T.S. Eliot zei: ‘Het einde van onze zoektocht zal zijn dat we ons bevinden op de plek waar we vertrokken en die plaats voor het eerst kennen.’ ” Mooi dit te lezen op een rijdende trein. Mooi hoe je ineens het gevoel krijgt dat de beweging stopt en dat je daar bent waar je zou willen zijn. Hoe je heel even ziet wat er te vinden is door niet te zoeken.
En de dingen gaan door. Je wilt niet dat de muziek stopt. Dat wat beweegt, in die steeds terugkerende patronen, lijkt je mee te nemen naar een plek vanwaar je kunt kijken. Alleen maar kijken.
Hoe het zou zijn, om daar niet alleen te zijn, daar waar je alleen maar alleen kunt zijn.
Het kind vraagt aan haar moeder of dat een letter of een cijfer is. Het verlangen naar woorden, en hoe ze geschreven worden. Als een geheim dat zich langzaam laat openen. Ze zingt zelfgemaakte liedjes, met elk woord dat ze hoort van haar papa of mama. Er is een vrijheid voor en een vrijheid na de letters. Ze beweegt in een iemandsland.
Een koude slaapkamer. Een lichaam dat zich langzaam voedt met warmte onder de deken. Iets vindt zichzelf terug. En langzaam beweegt het verder. Naar dromen voorbij die eerste warmte. Je merkt het pas aan de andere kant van de slaap. In een koude badkamer zonder bescherming lopen. En voelen hoe de warmte toch is opgespaard. Je kunt wel even, voor het weer kantelt.
Het laatste nummer heet How We Left Fordlandia. En je voelt je alsof je een hele film gezien hebt. Een film die je diep raakte. Ontdaan kom je weer buiten. Er is iets met je lichaam gebeurd. Je loopt door de donkere stad weer naar huis. Waar dat ook mag zijn. Je zegt jezelf dat je zo gelukkig bent dat je ergens naartoe kunt gaan. Een plek waarvan je kunt zeggen dat het misschien wel jouw huis is. Het verlangen om naar huis te gaan is misschien wel het enige wat blijft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten