Het is al laat als het concert begint. De wonderlijke muziek die ik al van de plaat kende, neemt de ruimte langzaam in. Waar komt ze vandaan? Bedacht lijkt ze niet, gekomen wel. Stil zitten, zo weinig mogelijk bewegen. Alleen maar de muziek overhouden om dit vermoeide lichaam over te laten nemen. De onbekende vrouw naast me doet wel veel moeite om dicht tegen me aan te komen zitten. Of zo lijkt het toch. Soms kun je het verdragen, soms niet. Soms zou je niet anders willen. Alleen in dit hier en nu, zolang dit duurt. Nu is het soms niet. Zou het met een ander anders geweest zijn? Het zou kunnen, misschien wel.
Ja mevrouw, schoenen dus. Altijd even verwarrend: de schoenwinkel binnenkomen, en dan moet je iets zeggen. Ja, ik kom dus voor schoenen. Soms zou ik iets intelligenters willen kunnen bedenken, maar het lukt niet. Ja mevrouw, normaal moet ik gewoon mijn maat zeggen, en dan kan ik nog kiezen tussen een paar of vijf. O maar meneer, dat valt wel mee. Zullen we even in de etalage gaan kijken? Waaraan had u gedacht? Mag het ook voor nu zijn, of is het meer voor de zomer? In dat laatste geval zou de schoen blijkbaar lichter van kleur zijn. Ik zou haar willen uitleggen dat het concept seizoensgebonden schoenen niet echt in mijn gebruiksaanwijzing staat. Ik doe het toch maar niet. Ze zal wel iets gaan halen. De schoenen die ik aan heb, kocht ik in dezelfde winkel. Ze zaten meteen goed, en hebben het tot nu toe behoorlijk uitgehouden. Nu is de zool wat afgesleten. De noppen die in de voetpaden zijn ingebouwd voor mensen die slecht kunnen zien, lijken in die schoenen zowat recht tegen mijn voetzool te komen, wat erop zou kunnen wijzen dat de zool een beetje dunnetjes wordt. Dat leg ik maar niet uit aan de schoenenmevrouw, ik vrees een vermanende blik, en een lichte tik met de schoenlepel. Deze schoenen waren dus wel in orde. Ze loopt weg, naar boven. Boven me hoor ik haar op en neer gaan. Hoe al die schoenen gerangschikt zijn in de winkel, dat heb ik nooit goed geweten, het moet mysterieus zijn. Ze komt terug met twee dozen van hetzelfde merk als de schoenen die ik aan heb. Het ene model lijkt erop, het andere is exact hetzelfde. Ik voel al waar dit naartoe zal gaan. Eerst de niet-dezelfde aantrekken. Even rondlopen. En dan intelligent mmmmm zeggen. Daarna de wel-dezelfde, maar nieuwe. Anders mmmmm zeggen, met een licht knikje naar links. Ze zitten beter. En het vooruitzicht dat ze net als vorige keer niet zullen leiden tot enkele dagen knellende schoenen. Ja mevrouw, ik ga toch maar dezelfde nemen. Erg wild is dat niet, vindt u niet? Ze wimpelt mijn opmerking diplomatisch af. Samen bestuderen we de enigmatische manier waarop de veter is verspreid over de gaatjes in deze schoen. Met goede schoenen, en toch een licht schuldgevoel stap ik de winkel uit. Alsof er buiten een schoenenwacht me op zal staan wachten. Om me alsnog te berispen voor dit ongewenste mannelijke conservatisme. En hoewel ik kan vermoeden dat de nieuwe schoenen weer meteen goed zullen zitten, ga ik die avond nog met de oude naar het concert. Al wat nieuw is, en tot een lichte vorm van genot kan leiden, moet immers steeds minstens een dag worden uitgesteld. Zeker als het oudnieuw is.
Ik sta te wachten aan het loket. De mevrouw is nog aan het telefoneren. Twee kaarten moeten teruggebracht worden. Een concert van enkele weken geleden dat afgelast werd. Raar toch hoe ik soms nog aarzel om zoiets te doen. Hoe ik mezelf toch nog probeer te overtuigen om dit stiekem te vergeten, zodat ik na een tijd moet vaststellen dat het te laat is om het alsnog te doen. Dit keer is het anders soms. Dapper terug naar het loket. Het lijstje van dit soms moet langer worden dan het andere, in het kader van de zelfopvoeding. Of de kaarten kunnen terugbetaald worden? Maar natuurlijk meneer. Inderdaad, zo simpel is het natuurlijk. Nu we toch dapper zijn, kunnen we ook gewoon gezellig zijn. Waarom niet gewoon een babbeltje beginnen met de ticketmevrouw? Of het lekker loopt met het festival? En wat zo de succesnummers zijn? Interessant. En, o ja, ik ga vanavond naar het concert van… Een lichte mate van verbondenheid via het festival. Met lichte tred, en ook nog steeds lichte zolen, ga ik het kantoor uit. Nu snel naar de schoenwinkel.
De spullen moeten weggebracht worden naar het containerpark. Ze staan er al een tijd. Vorige week werd alles nog een week uitgesteld. Wegens rug die het begaf. Een week uitstellen, niet meer, anders wordt het misschien afstel, anders wordt een afspraak met mezelf opgegeven. Redenen die er niet toe doen, met andere woorden. En al dagen piekeren. Hoe zal het voelen om die grote stukken op te nemen? Zal de rug dit keer meewerken? Je zou blindelings willen kunnen vertrouwen dat alles sterk genoeg zal zijn. En toch lukt het niet. Soms zal het anders gaan. Nog voor ik het goed en wel besef, zijn we al terug van het containerpark.
Het is nog vroeg als ik op de markt kom. Snel even alle boodschappen doen, zodat ik nog net de trein van acht uur kan halen. In de biokraam treedt een aardappelverwarring op. Welke zijn nu de rode, en welke de witte? En staat de juiste naam wel bij de juiste aardappel? Was die naam vorige week niet anders? Zou ik deze week niet eens rode nemen? En zo ja, gaat dat niet tot aardappelverwarring in de pot leiden als ze gemengd worden? Soms kan een aardappel tot lichte onzekerheid leiden. Vooral omdat in dit halfduister – de biokraam is vanzelfsprekend minder uitvoerig verlicht als de andere – ook moeilijke vragen kunnen gesteld worden. Zoals de vraag krijgen: waren het x of x, weet u dat? En die namen van die aardappelen die ik nooit kan onthouden. Een van de twee soorten is Désirée, zo had ik moeten weten. Ik zeg: volgens mij désir. Terwijl ik het zeg weet ik dat het fout is, al klinkt het niet slecht. En dat terwijl het pas morgen Valentijn is. Ergens in een of ander onderbewustzijn is waarschijnlijk weer een tochtgat open gezet…
1 opmerking:
als het je kan troosten en de angst voor de schoenenwacht een beetje kan minderen, als vrouw heb ik ook al eens identiek dezelfde schoenen opnieuw gekocht; ze zaten gewoon perfect! maar eh, op schoenenvlak behoor ik dan ook niet tot het vrouwelijk geslacht denk ik soms; voor mij vooral géén hakken, geen smalle schoentjes waar je tenen nauwelijks nog in doorbloed worden, en ook geen extra kasten nodig om mijn 1001 paren in uit te stallen...
Een reactie posten