De mens is een verhalen vertellend wezen.
(Je leest een boek over het verdwijnen van verhalen, hoe er ‘narratieven’ en ‘storytelling’ en ‘stories’ en ‘events’ voor in de plaats gekomen zijn. Het boek raakt een intuïtie die al een tijd onder je huid zit.)
Verhalen doen iets met de tijd. Ze geven een lijn in de tijd, die van hier naar daar gaat, die zin geeft. Gebeurtenissen volgen elkaar op, alsof het zo moet zijn.
Er was eens.
En je vraagt: “En toen? Wat gebeurde er toen?”
The End.
Het kan de diepste lagen raken in ons.
En je vraagt: “Wil je dat verhaal nog eens vertellen?”
Je ziet jezelf als jongetje, na de school. Met je zus in de zetel tegen je grootvader leunend. Hij leest voor uit het boek. (Het mag eindeloos doorgaan.)
Je hoort je grootvader, hoe hij steeds dezelfde verhalen opnieuw vertelde. Over de oorlog. Hoe je soms bij leven dacht dat je niet altijd opnieuw die verhalen wilde horen. Hoe je na zijn dood net dat miste, dat je hem niet meer kon vragen om nog eens die verhalen te vertellen.
Als je een dag, een uur zou beschrijven, zou je vooral een enorme hoop gelijktijdigheid hebben. Dingen die niets met elkaar te maken hebben, alle richtingen uitgaan tegelijkertijd.
Tot iemand je vraagt te vertellen wat er vandaag is gebeurd. En je vertelt een verhaal. Je haalt enkele dingen uit het kluwen, zet ze in een volgorde, door heel veel weg te laten. En je maakt een er was eens.
(Het blijft je eindeloos fascineren, hoe dat werkt.)
Zoals dat citaat van die geliefde Hongaarse auteur: “Op de vraag wat de zin van het leven is, antwoordt iedereen met de opsomming van zijn levensloop.”
Je kunt dat citaat op veel manieren begrijpen. Iets als: het leven zelf is de zin ervan. Er is geen groot verhaal nodig dat daar ergens in de lucht hangt en dat zegt dat jouw tijd hier gewoon een deel is van een of ander groot plan. Het is.
Maar ook, en dat is fascinerend, dat de zin ontstaat in het vertellen. Dat je leven, die lange opeenvolging van gelijktijdigheden, een loop heeft, is het verhaal dat je over jezelf vertelt. Je kijkt, met afstand, naar jezelf, laat heel veel weg, en probeert iets van wijsheid toe te laten. En dat is waarschijnlijk een proces dat een leven lang duurt, dat je telkens opnieuw een verhaal maakt, waarin wat toen gebeurde leidde tot wat nu is.
Als iemand je vraagt uit te leggen wie je bent, dan probeer je iets te maken uit die ook eindeloze stroom tegenstrijdigheden en onverklaarbaarheden die door je heen gaat. Om je een plek te weten in de wereld, om je veilig te voelen, zou je misschien kunnen zeggen wat je identiteit is. En dat is dan het verhaal dat je over jezelf vertelt. En als je beseft dat het een verhaal is, geen stabiele status die gegeven is, onveranderlijk, is het mooi, mag het falen, elke dag.
Zoals je kijkt naar een ander, die je kent of nog niet kent. En je wilt vragen: “Vertel eens een verhaal.” Soms om iets te zien, soms alleen voor het verhaal.
Zoals verhaalverlangen pijn kan doen. Wanneer je je onveilig voelt of ontheemd, in je lichaam, in je huis. En je hoopt dat er een mooie film zal zijn die jou mee kan nemen, een verhaal dus. En hoe je wilt blijven kijken, ook al weet je al hoe het af zal lopen. Omdat je het verhaal verlangt, en dus ook dat het af zal lopen. En dat je, ergens in dat lichaam, kunt geloven dat het kan, dat het bestaat. Dat er een zin is in de dingen, dat ze van hier naar daar gaan, dat iemand verandert, wijsheid of liefde vindt, of niet. En het niet vinden bevestigt in zekere zin het verlangen nog meer. Maar na het verhaal ben je weer thuis, val je weer samen met jezelf, kun je de lichten doven, kun je jezelf uit handen geven aan de nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten