04 januari 2025

Hartjes


De week van het kantelen in het nieuwe jaar. (Een lichte rusteloosheid, alsof je niet zeker weet wat te verlangen, of je mag verlangen.)

Je gaat nog even verder met al die spannende dingen, alsof je helemaal mee bent met de moderne wereld. (Kun je je leven ook in foto’s denken? Kun je die foto’s tot een jaar laten groeien? Zou je een jaar 60 kunnen maken?)

Een koffieafspraak met je beste vriend. Wat hij vertelt maakt je een beetje stil en droef. Je bent blij met zijn verhaal, dat je het mag horen. Het is. En het is ook gewoon goed in dit hier te zijn, denk je. (Misschien is dat een van de dingen van je jaar, in de tijd leunen, en alleen zijn.)

De stilte thuis. En het boek. (Alleen al dat boek te voelen in je hand.) Je verdwijnt.

Een andere dag. De laatste dag van het jaar. (Beetje rusteloos, weer. Iets duwt.)

Een koffieafspraak met een dierbare vriendin. Een mooi gesprek, het beweegt traag. (Je houdt van de tijd, denk je.) Ze heeft iets aan je gezien. (Ze heeft gelijk, denk je. Je bent blij dat ze het zag.)

Nog even in de stilte thuis. Nog even onder het dekentje, met die gloed. Nog even in het boek.

Je vertrekt naar het feest. (Dat je daar elk jaar mag zijn, het maakt je een beetje verlegen.)

Een mooie avond. (Je mag er zijn, denk je.) Je kijkt naar de gesprekken. Je luistert naar het lekkere eten. (Je leert iets over jezelf.) De tijd beweegt rustig naar het kantelen. (Je houdt niet van die knallen buiten.) Je bent dankbaar.

In de nacht, in het nieuwe jaar, fiets je weer naar huis. (De wind raakt je aan.)

Het huis is blij dat je er weer bent.

Je lichaam valt haperend in de slaap. (Je wacht.)

Vroeg weer op, in het nieuwe jaar.

Het ritueel van elk jaar. Je nieuwjaarswens online zetten. Je papieren agenda invullen. Kijken naar Jools Holland Hootenanny. (De gloed van het dekentje, je kunt veel gloed hebben, denk je.)

Het boek is bijna uit. (Er is zoveel liefde in het boek, denk je, zoveel mooie liefde, zoveel haperende maar echte liefde. Het boek is moedig, denk je.)

Berichtjes en berichten van de wereld daarbuiten. (Hier en daar ben je, het is goed zo.)

(Dit is jaar 60 nu, denk je, het is begonnen.)

Een andere dag, na een diepe, zachte nacht. Vroeg op. Vuilniszak buiten zetten.

Je bent aan de andere kant, denk je. Iets is anders, iets is hetzelfde, en het beweegt gewoon verder, het is goed.

(Het was waar wat ze zei, over dat verdriet. Misschien is het daar altijd, net onder je huid. Misschien waren deze dagen goed om het nog eens te voelen. Misschien is er iets waarop je een antwoord aan het zoeken bent, is dat iets voor het jaar dat begonnen is.)

Je leest het kleine boekje. (Beetje opfrissen van wat je zou moeten weten, denk je. Het voelt goed.)

Een koffieafspraak met een dierbare vriendin. (Een plekje in de hoek. De radiator achter je rug, besef je.) Een mooi gesprek, als een kleine stilte. Wat ze vertelt ontroert je. Je vertelt over het jaar 60, wat je misschien zou willen doen. (Waarschijnlijk is je plan te groot, zoals steeds. Maar het is goed, denk je.) Misschien is het goed te noemen wat er niet is, het missen, misschien mag dat. (Het is een ingewikkelde gedachte, maar ze heeft gelijk.)

Je schrijft een stukje over het mooie boek. Zoals steeds zie je sommige dingen pas bij het schrijven.

Een andere dag. Terug naar het werk.

Je bent niet alleen daar, en dat is wel fijn eigenlijk.

Je brengt een stapeltje nieuwjaarskaarten weg.

(Je moet wat meer drinken, denk je, voel je. Je denkt aan je grootmoeder.)

De zaal zit vol voor de opleiding die je komt geven. Het apparaat lijkt het te begeven, je vindt net op tijd een oplossing. Het is fijn, denk je, dat je gewoon mag kijken naar al die mensen die naar jou kijken. (Ze kijken niet naar mij, ze kijken naar wat ik vertel, denk je.)

Op weg naar huis, het is zo druk in de winkelstraat. (Het maakt je een beetje verdrietig, om een of andere reden.)

Een andere dag. De boodschappenronde. Cadeautjes naar het postkantoor brengen. Met de fietskar die lege bak gaan wisselen. (Frisjes. Je kunt wat gloed gebruiken, denk je.)

Op weg naar de nieuwjaarsdrink. De kinderen die je zo vaak ziet spelen, ze hebben twee hartjes op de muur getekend. (Om een of andere reden hoort het bij deze week, denk je.)

In de drukte, mensen die om je heen bewegen. Een mooi gesprek dat je ontroert.

Op weg naar huis, je verlangt naar gloed, denk je.

Misschien mag dat.

Geen opmerkingen: