30 augustus 2006

Modern times


Eindelijk is hij er, de nieuwe cd van Bob Dylan. Ik keek er al weken naar uit. En dan, het zenuwachtige gevoel van op dag 1 naar de platenwinkel gaan, het doosje open maken, en dan die eerste klanken. En ja, hij is mooi, heel mooi.

Bob is in goede doen op Modern Times. Het blijft me ontroeren hoe hij heeft leren werken met zijn eigen beperkingen. Die gebroken stem, ze is oud, maar tegelijk zo aanwezig. Het is wonderlijk hoe hij zo'n intensiteit kan bereiken. Op deze plaat zingt hij ook heel zorgvuldig.

In zekere zin is dit 'oude' muziek. Ritmes en melodieën die uit de eerste helft van de vorige eeuw lijken te komen, en toch zo vloeiend klinken. Dylan hoeft niets meer te bewijzen, hij kan gewoon zichzelf zijn. Zijn laatste platen lijken in veel opzichten sterk aan te sluiten bij wat hij deed op zijn eerste platen. En dat heeft niets te maken met allerlei etiketten die veel mensen nog steeds op hem willen plakken.

Dylan is zowat een wandelende muziekencyclopedie, zeker voor een hele Amerikaanse traditie van oude folk- en bluessongs. Zijn teksten waren altijd al volgestapeld met allerlei verwijzingen en citaten uit die muzikale catalogus. En bij deze plaat is het niet anders. In elk nummer hoor je wel stukjes van oude bluesnummers, regels die je herkent. En toch maakt hij er telkens zijn eigen verhaal van, onnavolgbaar.

Veel mensen gaan altijd op zoek naar allerlei 'boodschappen' in de teksten van Dylan. En steeds lijken zijn teksten dat soort gebruik af te wijzen. Dylan ontsnapt steeds, is steeds ergens anders. En dat is zo mooi.

Ik heb steeds het gevoel dat zijn nummers 'plekken' zijn. Plekken die hij maakt met woorden, flarden van andere nummers, citaten uit films, boeken, maar steeds zo verpakt dat het iets anders wordt, dat alleen zo had kunnen zijn.

De sfeer op deze plaat, en ook op de twee vorige, is er een van een donkere wereld. De stemmen die aan het woord zijn, lijken zich voort te bewegen in een soort permanente eindtijd. Het is donker. Mensen zijn alleen. En steeds gaan ze weer weg, zijn ze op weg, naar nergens. No direction home.

Het is een kille wereld. Maar de kleine plekken die in elk nummer ontstaan, lijken er telkens een antwoord op te zijn. Daar kloppen de dingen. Er zijn talloze vrouwen. Velen van hen zijn slecht, zoals het volgens de oude bluesclichés moet. En toch. De liefde voor een vrouw, lijkt toch een van de dingen te zijn die Dylan lijkt voort te stuwen. Op zijn vroege platen was die liefde vaak ook cynisch en sarcastisch. Op zijn 'oude' platen is ze breekbaar.

"We eat and we drink, we feel and we think
Far down the street we stray
I laugh and I cry and I'm haunted by
Things I never meant nor wished to say
The midnight rain follows the train
We all wear the same thorny crown
Soul to soul, our shadows roll
And I'll be with you when the deal goes down"


Hoe mooi is dat: I'll be with you when the deal goes down. Het duurt maar even, in een volgend nummer is het al weer "Why was I born to love you?"

Je zult bij Dylan nooit directe uitspraken over de maatschappelijke realiteit vinden. In die zin is hij niet politiek, en dat is hij eigenlijk ook nooit geweest. Maar als hij voortbouwend op een bestaand nummer het prachtige "Workingman's Blues #2" zingt, dan weet je waar hij staat.

"In you, my friend, I find no blame
Wanna look in my eyes, please do
No one can ever claim
That I took up arms against you
All across the peaceful sacred fields
They will lay you low
They’ll break your horns and slash you with steel
I say it so it must be so"


De Modern Times zijn nog heel oud, zo lijkt het wel. De grote verandering waarvan velen droomden, is er niet gekomen. Je kunt alleen blijven bewegen, even samen zijn, in een moment van liefde. Zolang het duurt, en dan ga je weer verder. In een wereld die al werd bezongen in liedjes van enkele eeuwen oud.

"Beyond the horizon, the sky is so blue
I’ve got more than a lifetime to live lovin’ you"


Op zijn mooist is hij als hij een oud nummer als "Nettie Moore" naar zijn hand zet. Bij elke beluistering zet dit nummer zich meer vast in mijn hoofd.

"Oh, I miss you, Nettie Moore
And my happiness is o'r
Winter's gone, the river's on the rise
I loved you then, and ever shall
But there's no one here that's left to tell
The world has gone black before my eyes"


Er zit zoveel eenzaamheid en zoveel breekbaar verlangen in, en hij zingt zoals niemand anders het zou kunnen. Verstillend mooi...

Hij sluit Modern Times af met het magistrale "Ain't Talkin'". Dylan beweegt zich in de "mystic garden". Een nummer vol met religieuze verwijzingen. En steeds onderweg, steeds weg naar ergens anders. In een wereld die onkenbaar is. Er zijn duistere machten aan het werk. "They will crush you with wealth and power." Het lijkt een wereld met dolende ridders. Altijd zijn ze "yearnin'" en dat "in the last outback at world's end".

Maar de tuin is leeg. God is ergens, maar zeker niet waar we hem vermoedden. De Modern Times lijken wel ruïnes in de tijd. En misschien waren ze dat altijd al. Al eindigt het nummer op een aarzelend majeur-akkoord...

"As I walked out in the mystic garden
On a hot summer day, a hot summer lawn
Excuse me, ma'am, I beg your pardon

There's no one here, the gardener is gone"

Geen opmerkingen: