30 maart 2008

Het rapport van de week

In het kader van de nimmer eindigende en tot mislukking gedoemde queeste tot zelfvervolmaking moet een mens geregeld aan grondig zelfonderzoek doen. Opdat het zou kunnen leiden tot goede zelfkritiek, wat dan weer kan ingebracht worden in een dialectisch proces, is het niet onnuttig even stil te staan bij de voorbije week. Een late zondagnamiddag is daar steeds een goed moment voor.

Gewone afwijkingen, zoals de aangeleerde routine om nooit als laatste je sokken uit te doen als je je uitkleedt, die laten we even buiten beschouwing. Gewone verlangens, zoals dromen van wilde dingen met de stem van Fien Sabbe, ook die hoeven niet verder besproken te worden. En gewone afkeergevoelens, zoals de acute jeuk, vergezeld van uitslag op allerlei ongewenste plaatsen, die optreedt wanneer een of andere politicus het woord “vette vis” uitspreekt, die zijn te weinig opzienbarend om er verder aandacht aan te besteden. Er is meer analyse nodig voor het minder voor de hand liggende werk.

De afkeer van de week. Ik heb iets met ballen. Of beter: ik heb niets met ballen. Of nog beter: ik kan volstrekt niet tegen zinnen of uitdrukkingen waarin het woord ballen gebruikt wordt. Zit een mens rustig naar de televisie te kijken. Educatief programma over mensen die trachten een restaurant uit de grond te stampen. Je ziet hoe ze afzien. Hoe ze worstelen met zichzelf en met allerlei levensmiddelen. Komt daar een jury aan, die moet oordelen over het geleverde werk. Blijkt het geserveerde stukje vlees niet genoeg gekruid te zijn. De topchef geeft een duidelijk oordeel: “Je moet eten maken met ballen!” Daarna volgen nog drie zinnen, waarin telkens hetzelfde woord wordt gebruikt, die ik maar niet herhaal hier, anders krimp ik nog meer ineen. Of een ander programma waarin een of andere nitwit een uitspraak doet over het fenomeen ‘sterke vrouw’. Je voelt het dan van zo’n naar hevige testosterondampen verlangend mannetje dat waarschijnlijk zelf net een beetje korter is dan zijn eigen vrouw al op kilometers aankomen. Ik roep dan al naar het scherm: nee nee nee! Maar niets aan te doen… “Dat is een vrouw met ballen!” Grrrrrrr… Dat zou toch moeten verboden worden. Waarom? Ja, waarom eigenlijk. Je zou kunnen zeggen dat een bal een lichaamsdeel is als een ander, dus so what. Misschien is het een gewone irritatie tegenover van die alfamannetjes die zichzelf al iets verder ontwikkeld voelen dan de echte zuivere Neanderthalers en dat dan menen te moeten uiten door deze variant van de vette knipoog. Misschien is er met mij wel iets mis. Een of andere vorm van gesublimeerde gêne, of een gewone langgerekte identiteitscrisis die enkel via dieptepsychoanalytisch onderzoek kan worden blootgelegd. Of misschien is het dezelfde mannelijke onzekerheid die andere mannen aanzet tot het uiten van zinnen met het b-woord in. Laten we het maar houden op een grote liefde voor zinnen met mooie, tot glimlachen of zelfs licht verlegen blozen aanzettende woorden. Ook die woorden bespelen de buik, maar toch anders.

De afwijking van de week. Naast mijn grote liefde voor alle vrouwen, hou ik ook wel van mannen, zij het in iets mindere mate. Ze moeten dan wel liefst van het meerdimensionale type zijn. Een beetje klunzigheid mag perfect. Een diepe gedachte of mysterieuze ogen die samengaan met handige handen en gerichte kracht, het maakt alles mooi af, en brengt het weer in balans. Maar toch. Regelmatig betrap ik mezelf op het kijken naar Roger. Dé Roger, die je onder meer op Vitaya kunt zien. De universele doe-het-zelver. De klus die Roger niet zou kunnen uitvoeren, moet nog worden uitgevonden. Steeds keurig gekapt, met zo’n fout ringbaardje. Steeds die veiligheidshandschoentjes aan. En Roger kan werkelijk alles. Alles is eenvoudig. Want, zo eindigt elke aflevering: “Wat je zelf doet, doe je meestal beter.” Gisteren ging Roger zich even te buiten aan het leggen van een 24-uur-dak. Je legt het boven op een ander dak. Met pannen die helemaal niet zwaar zijn. Alles past en klikt in elkaar dat het een lieve lust is. Terwijl vraagt een mens zich welke dan wel die klussen zouden kunnen zijn die (meestal) beter zijn als je ze zelf doet? In dat stadium van zelfonderzoek zal Roger nooit terecht komen, want hij kan ALLES al. En je blijft kijken. In mijn keuken zou Roger niet binnen mogen, tenzij om die volledig te vernieuwen nadat ik het plan had getekend, en dat in 23 uur. Ik kan me niet voorstellen dat ik met Roger zou praten over vrouwenogen waaraan je niet kunt weerstaan, zelfs niet als ik erbij zou zeggen dat die vrouwen denken: wat we zelf doen, doen we beter. In het door hem getimmerde tuinhok met handige in elkaar klikkende en ook water doorlatende tegels mag hij evenwel rustig verblijven. Zo is hij op simpel afroepen onmiddellijk inzetbaar voor al mijn klussen, die bij voorkeur worden uitgevoerd op momenten dat ik zelf niet in de buurt ben. En ondertussen: blijven kijken naar dat programma.

Het verlangen van de week. Het gaat hier deze week over het mandolinegevoel. Dit weekend zag ik een schitterend concert van de ravissante en mij alleen al door haar verschijning bedwelmende Emmylou Harris. The ten commandments of country music. Dat was het concept van het concert. Maar even los van Emmylou zijn er natuurlijk de andere muzikanten. Muzikanten in groepen die traditionele country of bluegrass spelen zijn een ras apart. Ze zien er altijd zo rustig uit. Bijna braaf zelfs. Nog in geen honderdduizend jaar zullen ze zich overgeven aan het – al eveneens door mij verwenste – in elkaar rammen van een muziekinstrument. Misschien zijn ze bijzonder wild van zodra ze het podium afstappen, who knows. Maar zolang het duurt, is het schitterend. Het publiek bij zo’n concert is altijd even genereus en aandachtig. Maar de muzikanten dus. Ik geef het toe, ik ben niet opgewassen tegen zo’n subtiele mandoline. Zodra die zichzelf tussen de anderen naar voor schuift smelt ik. Met een 5-string banjo is het niet anders. Rillingen in bepaalde wervels waarvan ik altijd de letter en het nummer vergeet. Of zo’n fiddle of dobro. Man man man…

Tijd voor de spiegel.

1 opmerking:

http://uvi.skynetblogs.be/ zei

.
Misschien is er met mij wel iets mis.


Ik kan je geruststellen, Jan,
er is duidelijk wat mis met je.

Gelukkig maar.

.