(Heel zachtjes heel hard roepen: ja, het is vakantie!)
En nog wat beelden van de week.
(Merken dat je eigenlijk zo moe bent dat de beelden maar met moeite komen. En daar een klein beetje schrik van hebben.)
Achteraan in een tuin op een bankje zitten praten. Ezels op de achtergrond, iemand is aan het werk. Het is alsof je op leeftijd bent, of zoiets.
Je lijstje bekijken. De dingen die nog moeten gebeuren om geheel uitgewerkt binnen enkele dagen het kantoor te verlaten.
Toch nog een avondvergadering. Er huist poëzie in onooglijke momenten. Iemand zegt dat de Watergroep op zoek is naar liquide middelen. Liquide? Heb je hem? Het duurt even eer iedereen rond de tafel begint te lachen. Later in de vergadering maak je nog een verwijzing naar het ‘potje over’, van de gebroeders Temmes. Niemand lacht. Verwijzen naar stukjes van Koot en Bie is blijkbaar een onomstotelijk bewijs van het feit dat je oud bent. Ouderdom inroepen om de gebroeders Temmes niet te moeten kennen, het is een onaanvaardbaar argument. (Iets in je begint te twijfelen…)
Daarna wegsnellen naar de echt belangrijke dingen. De verjaardag van je maatje. Heel veel zin in 50 worden heeft hij niet, blijkbaar. Hij is waarschijnlijk bang dat hij vanaf nu gesprekken zal moeten voeren over dingen van mensen van 50. Zoals over cholesterol. Met jou. Volgens jou is het wel feest. Een boek over boeken. Alvast één reden waarom hij zeker 100 zou moeten worden. Minstens.
De vertaling nalezen van weer een hoofdstuk van dat boek dat in november uit zal komen. Ofwel denkt die auteur een beetje ingewikkeld, ofwel schrijft hij een beetje ingewikkeld, ofwel ging er iets lost in de vertaling van het Italiaans naar het Engels. Op basis van al die mogelijkheden probeer je mee te zoeken naar een goede vertaling van dat alles naar het Nederlands. Een oplossing die er hopelijk voor zal zorgen dat de lezers begrijpen wat de auteur oorspronkelijk bedoelde. En zo.
Rustig aan een tafeltje in een park. Links van je zijn enkele fijne mensen op ingenieuze wijze dikke stokken in elkaars richting aan het gooien. Iets in je is te moe om de finesses van het spel te begrijpen. Je hebt zin om alleen gelukzalig te zitten glimlachen.
De laatste vergadering voor het werk. Het is een beetje ernstig, en interessant. Even heb je zin om iets onnozels te zeggen. Maakt niet uit wat. Iets disruptiefs. Zo heet dat tegenwoordig. Schijnt bij te dragen tot creatief leiderschap of zo. En zo.
Op tijd naar huis, om te koken. Je krijgt bezoek. Je staat te wachten aan de toog in de winkel, tot het jouw beurt is. De mevrouw voor je stelt wel erg veel vragen, alsof ze op alles recht heeft. Iets in je, ergens, denkt: doe eens normaal mens! Je laat het niet merken. Je glimlacht extra naar de mevrouw aan de andere kant van de toog. Ze lijkt opgelucht als je twee brownies vraagt.
Na de brownies ook nog de stad in voor een ijsje. En het is nog niet eens vakantie. Wild! Met de hoed op. De zon is verzengend, vanzelfsprekend. Het uitstapje kan op eenvoudige wijze worden samengevat: ijsjes met de smaak lemon cake zijn bijzonder lekker, bijzonder lekker.
Een heel ingewikkelde complexe droom, met erg veel personages. Welk stuk van jouw onbewust brein kan zo’n ingenieuze plot bedenken?
Je bent een beetje in de war, zoals elk jaar. Mensen die dicht bij je zijn en nu ver weg gaan in de vakantie. Het maakt je onrustig.
’s Morgens vroeg op de markt. Dé druiven zijn er nog niet. Misschien volgende week al wel. Aan de kassa bij de groenten is er een nieuwe mevrouw. Ze slaat een beetje tilt bij het in het apparaat tikken van jouw rode paprika.
Je had voor die laatste werkdag een lijstje in je hoofd: dingen die ik nog moet doen om met een volstrekt clean desk te kunnen vertrekken in vakantie.
Enkele uren later kun je niet anders dan vaststellen dat dat lijstje volledig is afgewerkt. Dus…
Terug thuis, nog een beetje onwennig. Is het echt?
(Heel zachtjes heel hard roepen: ja, het is vakantie!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten