Soms ben je een beetje in de war door je eigen verlangens. (Dat is op zich waarschijnlijk niet zo raar. Misschien hoort het wel bij het concept verlangen. Zeker in jouw geval.)
Verlangen naar iets dat blijft.
Dat is een moeilijk verlangen.
Je kunt het verlangen wegrationaliseren. Door allerlei wijze stellingen, meestal van enigszins boeddhistische aard. Dingen over de plek waar worden en zijn elkaar opheffen. Dingen over de volle leegte. Dingen zoals dat verandering het enige is dat blijft. Dingen over verlangen, en hoe dat tot lijden kan leiden, als het uitgaat van een kwetsbaar ego. En nog een hoop van die dingen.
(Er zijn heel wat mensen die je meteen nog een hele verzameling van dergelijke wijsheden kunnen overmaken. Vaak zelfs in licht dwingende vorm. Waardoor je algehele existentiële falen nog beter in beeld komt. Je probeert voorzichtig te opperen dat mensen die iets te hardnekkig iets te stellig geformuleerde wijsheden doorgeven zelf niet helemaal verlicht zijn, misschien. Maar dat helpt niet echt helemaal.)
Resultaat van dat alles is dat je tot het einde der tijden het verlangen naar iets dat blijft nog fluisterender zult uitspreken.
(Is het trouwens niet een heel erg diep menselijk verlangen? Is het trouwens niet een heel klein beetje moedig dat jij, als niet-gelovige, dat verlangen – fluisterend – uitspreekt? Je weet immers dat je je daarmee onvermijdelijk waagt op een plek waar het niets is. Ook die gedachte helpt niet echt.)
Je kunt het verlangen psychologiseren. Je zou in detail kunnen ontrafelen welke deuken, door de tijd in je huid geduwd, hebben geleid tot wat je nu verlangt. (Heel stiekem en fluisterend dus ondertussen.) Die oefening is niet zo moeilijk. Je weet ondertussen, na zoveel jaar nadenken, hoe dat zit met die deuken.
(Ook hier zouden heel wat mensen allerlei vormen van bijzonder nuttig advies kunnen formuleren. Ze zouden je kunnen uitleggen dat achter een blijkbaar onschuldig verlangen een dieper verlangen schuilgaat, iets dat ongetwijfeld nog niet uitgeklaard is, iets dat je nog niet echt in de ogen hebt gekeken. Op dit punt zouden de wijze en de psychologische adviezen elkaar raken, waarschijnlijk. Het helpt ook niet echt, integendeel.)
Het zij zo, denk je, iedereen heeft gelijk met haar of zijn advies.
En na dat alles, wat blijft? Een verlangen naar iets dat blijft.
Misschien kun je leren dat verlangen te observeren.
Soms kom je er dichtbij. In die ene seconde net voor Wir setzen uns mit Tränen nieder begint. Dan is het alsof je heel even iets kunt aanraken dat buiten de tijd is. Een seconde later begint het mysterie van de muziek. Tonen die voorbijgaan, en wat ze onthullen. Net in dat vergankelijke, die opeenvolging van tonen, die zodra ze er zijn er al niet meer zijn, net in dat verdwijnende kun je iets horen, iets vermoeden van de plek die blijft. Schoonheid opent die deur.
Het is nog steeds een intellectueel verantwoord antwoord. Het is een vorm van troost. IJle troost, troost die in je handen uit elkaar zou kunnen vallen, maar troost.
Maar troost heft het verlangen nog niet op, het troost het enkel.
Het verdriet dat je voelt wanneer er iets stuk gaat. Kan eender wat zijn. Een ding dat als trouwe bondgenoot meegaat in je leven. En je weet het, dat dingen stuk kunnen gaan, dat dingen onderhevig zijn aan de wetten van de natuur, en al die andere dingen. Je weet het. En toch. Toch zou je soms willen voelen dat er dingen zijn die onvoorwaardelijk bij je blijven. Misschien is het dat woord, onvoorwaardelijk, dat je nog even doet aarzelen. Je moet enige schroom overwinnen om het uit te spreken, want zodra je dat doet, kan het al te laat zijn, kan net dat mechanisme geactiveerd worden dat ervoor zorgt dat het niet zal blijven.
En het onvermogen tegenover mensen. Liefde is iets als die ene seconde voor dat slotdeel van de passie begint. Liefde is een aanraken van tijdloosheid, een aanraken dat er enkel kan zijn in de veranderlijkheid. Liefde hoort meer bij de zekerheid van het sterven dan bij een geloof in eeuwigheid. (Anderen zullen daar ongetwijfeld een andere mening over hebben, dat is niet erg.)
En in het volle besef van al die tijdelijkheid, fluisterender dan ooit, met veel schroom en vol inzicht in de eigen deuken en onvolmaaktheid, blijft aan het einde nog altijd een verlangen naar iets dat blijft. Iets als de roekeloze droom dat er mensen zijn die altijd bij je zullen blijven, in een of andere vorm. Ook als je zelf niet elke dag de beste versie van jezelf was. Ook als je zelf in de war was, door je verlangen naar iets dat blijft. Ook als een stem in jezelf zou kunnen zeggen dat je er geen recht op hebt.
Je observeert dat verlangen, dat heb je ondertussen geleerd. Je ziet met open ogen wat zich boven het wateroppervlak bevindt, en met gesloten ogen wat zich daaronder laat vermoeden. En je observeert. Ook in die momenten waarop de angst toeslaat, en de dingen flikkeren in je oog.
En daarna kijk je verder, naar het einde van de dag.
2 opmerkingen:
Het zou leuk zijn om reacties te verzamelen op de vraag: wat blijft? Kan een mooie lijst worden. Voor mij is dat het leven. En wat ik ook kan zeggen: zolang ik er ben blijf ik bij jou.
Mooi... dankjewel, en.. geheel wederzijds natuurlijk.
Een reactie posten