‘Goed dat we nog even kunnen praten. Dat is het voordeel van onderweg zijn.’
‘We hadden het daar de vorige keer ook over. Soms lijken jij en ik – voor anderen dan – nogal intens of zo. Maar dat is dan maar zo. Dat besef is gekomen met het ouder worden. Dat het voor mij gewoon beter zo is.’
‘We moeten dat nog eens doen trouwens, zo ’s ochtends. We zaten meteen ergens waar het goed was. Pas nadien besefte ik dat. Woew, wat een gesprek was dat, zoiets.’
‘Met jou is dat niet moeilijk, het komt vanzelf. Je hebt geen schrik om naar die plek te gaan.’
‘Misschien is het gewoon het besef van hoe weinig tijd er nog is. Hoe weinig tijd er altijd nog is, hoe oud je ook bent. En dat het jammer zou zijn de kans te missen om elkaar te ontmoeten in een gesprek.’
‘Ik vond het wel mooi, wat je zei over dankbaarheid en de dingen zien die er zijn.’
‘Ja? Dankjewel. Ik besefte pas nadien goed wat ik eigenlijk aan het zeggen was. Bij die ene mevrouw had ik het gevoel dat ze aan de ene kant veel verdriet en pijn had en aan de andere kant dat ze heel erg leek te hopen dat iemand dat voor haar zou oplossen. En dat is begrijpelijk en herkenbaar. Maar het maakt je zo afhankelijk van iets dat misschien wel niet komt. En in de tussentijd zie je de dingen niet die er wel zijn.’
‘Sommigen zullen denken dat dat een soort vlucht is, of een manier om te ontkennen of te sussen.’
‘Zo bedoelde ik het alleszins niet, integendeel. Het lijkt me soms meer iets dat je als het ware kunt leren, gewoon door te kijken. Het duwt het verdriet niet weg naar achter of zo, het maakt gewoon een beetje een andere plek daarnaast, waar het zacht is.’
‘Dat klinkt bijna als een soort oefening in zen of zo, kijken naar wat is.’
‘Ik heb het alleszins moeten leren om het te begrijpen. Zo vaak hollen we door, op zoek naar de dingen die we nog niet hebben, die we denken te moeten hebben. Dingen die ons dan zullen verlossen van onze rusteloosheid. Maar dat hollen doet net het tegenovergestelde.’
‘Ja, dat is zo. Maar ik vind het vaak toch ook nog moeilijk. Het lukt me niet altijd om de kleur te zien in de gewone dingen, de dingen die er gewoon zijn. Maar misschien heeft het iets met aandacht te maken.’
‘Ik heb het gevoel dat het een antwoord is op verdriet. Een van de antwoorden, naast veel antwoorden die er niet zijn. Ik doe vaak de oefening als ik gewoon over straat loop, naar het werk of naar de trein. Niet denken aan alles wat ik nog ga doen, niet in die frons gaan. Maar gewoon, als met een soort leeg hoofd, kijken naar de dingen die je ziet onderweg. En daar dan de schoonheid in zien. Het klinkt onnozel als ik het zo vertel, maar het werkt eigenlijk wel. Het is alsof je ineens meer andere mensen ziet, naast allerlei kleine dingen die je nooit eerder had opgemerkt.’
‘Dat herken ik wel. Soms ga ik op die bank zitten, daar aan de rand van het park. En ik kijk gewoon. Naar de kinderen die spelen, de mensen die voorbij wandelen of fietsen. En dan iets in jezelf helemaal uitschakelen. Dat iets waarmee je zou oordelen of waardoor je niet die ander zou zien, omdat je zo op jezelf gericht bent. We doen dat zo vaak. Naar jezelf kijken terwijl je denkt dat je naar iemand anders kijkt. In wat je ziet of hoort bij een ander enkel boodschappen over jezelf waarnemen. Dat je iets niet hebt, dat je iets niet krijgt waar je recht op zou moeten hebben, dat je niet genoeg erkenning krijgt, dat de ander niet wil zien dat jij aandacht nodig hebt, dat het niet eerlijk is dat jij minder van iets hebt dan die ander. Dat soort dingen. Het gaat zo vanzelf, je schrikt ervan als je erop begint te letten. Het was mooi, hoe jij ook zoiets zei over de kinderen.’
‘Het is een soort inzicht dat langzaam tot me gekomen is. Ik denk niet dat het een soort vervanging of compensatie is. Wat het ook is, ik merk dat het me zachter maakt, mijn lichaam zachter maakt. Zonder enige vorm van jaloezie kijken naar een ander, proberen telkens oprecht blij te zijn voor het geluk van een ander. En als je met die blik naar de kinderen van een ander kijkt, zie je zoveel meer. Je ziet beter hoe mooi ze zijn, hoe grappig, hoe strompelend en zoekend, hoe open, of hoe in de war, of misschien hoe bang. Niet denken waarom jij zelf geen kinderen hebt, maar gewoon kijken. En dat is dat ook een geschenk dat zomaar naar je toe komt. Het was er al, je zag het misschien nog niet. Het is niet iets dat iemand aan je geeft, met een strik rond. Het wacht op je, in de manier hoe je kijkt. Iets in die aard. Dat heeft inderdaad met aandacht te maken.’
‘Het was mooi, toen je dat vertelde, werd het precies een beetje warmer. Wat eigenlijk wel fascinerend is, dat dingen veranderen door woorden.’
‘Dat geheim zal ik wel nooit helemaal begrijpen, ik probeer het te aanvaarden. Misschien is het wel dezelfde oefening.’
‘Ik herkende wat je zei, dat het zo bijzonder is, dat je zomaar iemand mag zijn in het leven van iemand anders. We staan daar vaak niet zo bij stil.’
‘Nee, dat is waar. En voor mij is het een bijzonder ingewikkelde gedachte, dat ik iemand ben voor iemand anders. Als ik daarover begin te piekeren, stormt het in mijn hoofd, en loop ik weg van mezelf. Maar als ik probeer te kijken naar de dingen die er gewoon zijn, zonder vragen te stellen, dan gaat het gemakkelijker. Dan zie ik wat een voorrecht het was dat de mensen die me dierbaar zijn hebben toegelaten dat ik aanwezig was, terwijl zij hun kinderen grootbrachten. Dat ik er gewoon mocht zijn, zomaar. En dat die kinderen iets van mijn aanwezigheid hebben meegenomen, dat ze zich mij kunnen herinneren. Of dat ik nog steeds gewoon iemand mag zijn voor hen. Met mijn hoofd kan ik mezelf daarvan niet zomaar overtuigen, maar als ik gewoon kijk, dan zie ik het eigenlijk wel. En zo kan ik zien dat er eigenlijk best wel veel kinderen in mijn leven zijn. Het is, gewoon, en het is wel een mooie plek naast het verdriet.’
‘Het is ook gewoon iets als verwondering, dingen willen zien, op onverwachte plekken of op plaatsen waar je niet zocht. En ik denk dat je met diezelfde verwondering op een andere manier aanwezig kunt zijn voor andere mensen. Het maakt je ook zachter, en veiliger of zo. Toegankelijker.’
‘En dan komen er ook mooiere verhalen naar je toe.’
‘Die er misschien al waren, de hele tijd.’
‘Of die gewoon wachtten op het juiste moment.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten