06 november 2020

Beelden en de zee


De man voor je gaat zo traag.

Je rug neemt het over.

Het kindje in de bakfiets.

Je ziet weer die stem, wat ze met je deed, weer.

Je hand, de woorden, de brief.

Je pakt het boek in, het cadeau mag vertrekken.

De hand van de mevrouw in de winkel.

De beelden, terwijl je door de stad loopt.

Wat je zou doen, als.

Iemand is ergens aan het zingen.

De roze zak, balancerend op je hand, een koude ochtend.

De zon die recht binnen schijnt, en de stofdeeltjes.

De beelden dus, hoe traag je het zou doen.

De lakens uit de wasmachine halen.

Ze zegt iets over jouw golven.

De stapels boeken, het zit er ergens tussen.

De pianostemmer heeft precies niet zo heel veel werk.

Je speelt Georgia on my mind.

Het meisje wordt zo groot.

De scheerzeep mag wel.

Dat je niet iedereen kunt zien op het scherm, het verwart je.

Je wou iets doen met de stroom.

De troost van peren.

Daar waar je lichaam stokt in de tijd.

De verlossende aankondiging, die mag gaan komen.

Je ziet je handen, wat ze doen, en het verandert je.

Die ogen.

Dat wat je niet weet.

Dat beeld, misschien durft je brief het.

Hoe traag nader je een afstand?

Je ziet lekkere dingen.

De vrouw voor je wil eerst heel uitgebreid haar verhaal doen, terwijl je wacht.

Dat andere verjaardagscadeau, je ziet wat het zou kunnen zijn.

De man aan wie je probeert uit te leggen dat het postkantoor vandaag gesloten is.

Waar komen die beelden vandaan?

Het licht van de herfst.

Iets over de dood, hoe die zou komen.

Dat je dat nog moest gaan halen, voor deze winter.

Zou je het durven?

Dat van het water.

Hoe je zou herkennen.

De dingen die je doorschuift naar het weekend, ongemerkt.

De rimpels, in jouw spiegel.

Het beeld neemt je over.

Je zou iets aan de zee willen vragen.

Geen opmerkingen: