22 februari 2025

It Takes a Train to Cry


De week dient zich aan. Er is sprake van warme dagen die zullen komen.

Je denkt aan beelden van een ervaren diplomaat die ineens alleen nog maar tranen is. (Je herkende ze meteen.) Laat mannen zo zijn, denk je. (Dat is buiten een trosje andere mannen gerekend. Ze vinden dat je tranen laten zien op een of andere manier een bewijs zou zijn van gebrek aan moed of zo. Het is zo eindeloos vermoeiend…)

De dagen lijken wat leger dan de vorige weken. Lijstjes worden korter. (De dag ademt anders. Al is er nog iets onderhuids.) Je verlangt naar zacht.

(Misschien is er een plek waar je achterover kunt leunen in jezelf, waar je samenvalt.)

Je mag een boek gaan ruilen in de boekhandel. Zomaar iets mogen kiezen, zomaar een klein feestje.

Een andere dag. Je zit in de commissie. (Je zag een mail binnenkomen waarop je al dagen wachtte. Ze zal je bellen. Hopelijk niet tijdens die commissie. Dat vraag je in je mail. Ze belt je. Je probeert enkele dingen af te spreken.)

(Iets met veiligheid. Je probeert er naar te kijken. Je huid reageert.)

Het is druk in de trein. (Waar gaat iedereen naartoe? Welke verhalen zijn er?)

Een moeder belt je voor haar dochter. Of ze toch nog binnen zou mogen op die conferentie. (Ze zet alles in, merk je.)

De dagelijkse portie van die serie. Je ziet telkens nieuwe dingen die je de eerste keer niet zag. (Misschien kon je die andere dingen nu pas zien? Je ziet ook de lege plekken in jezelf.)

Ingewikkelde dromen.

Een andere dag. De kinesiste deukt je uit.

(Het liedje blijft in je hoofd zitten.)

Je kijkt naar het filmpje. (Je denkt aan iets met water.)

Je begint aan dat document dat al zo lang lag te wachten. (Een jaar samenvatten in een tabel. Terwijl je alles in elkaar knutselt, begint het jaar weer te leven, merk je.)

(Een onbewaakt moment van verdriet. Ergens in de vooravond. Het mag, denk je.)

Een andere dag. Iemand zegt dat je zo snel stapt.

De conferentie. Je loopt heen en weer om foto’s te maken. (Hoofden die te snel bewegen bij te weinig licht. Gezichten worden strepen. Misschien is dat wel een beter beeld van identiteiten.) Je kijkt naar ogen.

Tijdens de middagpauze proberen je andere dingen in te halen.

Je loopt van de ene naar de andere zaal. Je kijkt naar momenten. (Je zou ook gewoon even willen achterover leunen, alleen maar luisteren.)

De koningin zit aan de tafel, ze praat met de jongeren. Je wacht op een moment.

Na het opruimen kun je eindelijk vertrekken. Op weg naar het station. De dag ruikt anders. Alsof de warme dag die zal komen al voelbaar is.

(Ergens in de nacht. Je zou aanraakbaar kunnen zijn.)

Een nieuwe dag. Onderweg naar de trein. De stad lijkt zich klaar te maken voor een moment van warmte.

Je knutselt de vrijdagtekst in elkaar. (Geduldig, je hebt een dag in te halen.)

Je vertrekt iets vroeger. (Iets is moe.)

Thuiskomen, traag door het huis gaan.

Die avond, op weg naar de bioscoop met een dierbare vriendin. (Beetje spannend. De film over die zanger die jullie al zo vaak zagen.) Mooie verhalen onderweg, je bent zo blij voor haar.

Je ziet hem op het scherm. Het is zo goed, hoe hij beweegt, hoe hij staat, hoe hij kijkt. Je ziet dingen die je nog niet wist. Je ziet dingen die je misschien nu pas begrijpt. Je ziet rusteloosheid. Je ziet hoe hij als een spons de dingen opzuigt. Je ziet de kracht van muziek. (Je zit op het puntje van de zetel wanneer hij het publiek trotseert in dat ultieme moment.) Hij is zoveel versies van zichzelf tegelijk, a complete unknown.

Dankbaar loop je in de nacht naar huis.

Een andere dag. De weekendboodschappen. (Gaat het goed met jou? En gaat het goed met jou?)

Op weg, in de trein. (De film van de vorige avond gaat nog door je heen, dat liedje dat je telkens weer hoort.) Samen met je zus een tante bezoeken.

Je luistert naar de verhalen. (De verhalen kijken van de andere kant naar jouw verhalen. Andere versies.)

In de regen weer terug naar het station. Op het perron kijk je naar de sporen. (Misschien zijn ze een belofte. Misschien kun je naar huis gaan.) En It Takes a Lot to Laugh, It Takes a Train to Cry.

16 februari 2025

Iets over mannen


Ik kreeg dit boekje van mijn zus. Ik kende Grayson Perry nog niet (wat ongetwijfeld aan mij zal liggen).

Hij heeft het over mannelijkheid, of beter over vormen van mannelijkheid. Het is niet ‘de’ grote, systematische analyse, maar wel een mooi, persoonlijk meanderend verhaal over waar een welbepaalde vorm van mannelijkheid vastloopt en voor al te veel maatschappelijke ellende zorgt. Hij heeft het over mannelijkheid in vier terreinen: macht (hoe mannen een groot deel van onze wereld domineren), voorkomen (hoe mannen zich kleden en uiten), geweld (hoe mannen hun toevlucht zoeken tot misdaad en geweld) en emoties (hoe mannen voelen). Heel veel originele beschouwingen, vaak erg komisch, die tegelijk wel naar de kern van een aantal kwesties gaan. Soms een beetje generaliserend, soms in verhalen die zelf een beetje vastlopen of het niet altijd weten, maar vaak heel pertinent.

De lijn waar hij naartoe werkt, in omcirkelende bewegingen, is dat we nood hebben aan een soort mannelijkheid dat aangepast is aan deze tijd en niet vervalt in nostalgie naar een tijd die (gelukkig) voorbij is en in veel opzichten nooit bestaan heeft. Dat veel mannen in de war zijn, zich vragen stellen over hun identiteit als man, manieren zoeken om om te gaan met ervaringen van verlies, dat is duidelijk en dat verdient aandacht. Maar het antwoord daarop is niet net die patronen versterken die tot al te veel miserie en onrecht hebben geleid. De weg vooruit ligt niet in een ‘terug’ of ‘we mogen weer’, maar integendeel in een zoeken naar een pluraliteit van mannelijkheden die passen in een wereld van de 21ste eeuw, een wereld van diversiteit, waar onder meer dankzij de strijd van de internationale vrouwenbeweging, nieuwe verhoudingen in beeld begonnen te komen. Een mooi citaat vat het goed samen: "The 'ideal' future might just be increasing tolerance and celebration of a spectrum of masculinities born out of increasing awareness of what feels good for the individual and for society. Ongoing, pluralistic, messy negotiation may be the best I can offer you, but it is a damn sight better than the suicidal rigidity of the cliché of masculinity held on to by so many."

Het lijkt misschien zo vanzelfsprekend, maar op veel plekken in de wereld zien we deze dagen net het omgekeerde. Ik kan eerlijk gezegd niet bij benadering beschrijven hoeveel pijn me dat doet. Er is de bijzonder verontrustende opkomst van allerlei vormen van hypermasculiniteit, met uitgesproken toxische mannelijke leiders. Er zijn zogenaamde ‘tech bro’s’ die ineens vinden dat we ‘opnieuw nood hebben aan meer mannelijke energie’. Er zijn mannen die vinden dat ze op een of andere manier een soort ‘toestemming’ hebben gekregen om ‘weer’ man te mogen zijn, na de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Het maakt me letterlijk misselijk, hoe die nieuwe cultuuroorlog onder het mom van een strijd tegen ‘woke’ vooral een onverholen pleidooi is voor privileges voor witte, rijke, zelfgenoegzame venten, waarbij vrouwen weer ‘hun plaats’ moeten kennen, waarbij mensen van kleur uit beeld moeten verdwijnen en waarbij al wie niet in binaire hokjes past vanaf nu officieel niet meer bestaat. Onder al die brutale agressie zit zoveel onzekerheid en angst die die kleine bange mannen proberen te overstijgen in een akelige vlucht vooruit in een vorm van mannelijkheid die opnieuw een spoor van vernieling zal nalaten en die voor heel veel mannen trouwens absoluut nefast is. In de spiegel kijken naar je eigen kwetsbaarheid, daar niet van weglopen en er iets mee proberen te doen, dat zou getuigen van echte moed, wat mij betreft.

Ik denk dat het meer dan terecht is dat we kijken naar al die vormen van verlies en mee perspectieven zoeken waardoor mensen een soort ‘sense of place’ kunnen terugvinden in deze ingewikkelde wereld. Maar in alle eerlijkheid, ik kan me geen enkel universum indenken waarin de oranje man van de VS ook maar in eender welk opzicht een voorbeeld kan zijn voor een mannelijkheid die ons naar de toekomst kan brengen. Hoe abstract het ook lijkt, ik voel wel wat voor die pluraliteit aan mannelijkheden waar Grayson Perry het over heeft.

De verantwoordelijkheid om de invulling van wat mannelijkheid wel zou kunnen zijn, weg van de toxische destructiviteit van de verleiding van de hypermasculiniteit, mee in handen te nemen ligt natuurlijk bij mannen. Al te vaak hebben we dat gevecht overgelaten aan vrouwen, en dat is een zwaktebod. Ik ken gelukkig zoveel geweldige mannen die elke dag laten zien hoe het wel kan. Die wekelijkheid bestaat naast nog steeds immense problemen, zoals de cijfers over het structurele geweld tegen vrouwen bewijzen.

In een interessant interview in de krant (DS) zegt theatermaker Anne-Laure Vandeputte, naar aanleiding van haar voorstelling My body as a commodity nog het volgende: “MeToo maakte er ook een publiek debat van. We wéten dit. Maar vervolgens is er toch een aanrander democratisch verkozen tot president van Amerika. Leuzen als 'Your body, my choice' zijn in opmars. Moet ik dat dan nog een keer expliciet benoemen op een podium? Zeggen dat het patriarchaat pokkeschadelijk en gevaarlijk is? In de hoop dat er een licht aangaat in het hoofd van een Andrew Tate-fan? Ik heb daar eigenlijk geen zin in.”

Bij het einde van zijn boekje heeft Grayson Perry het over ‘mannenrechten’. Hij stelt dat de old-school mannelijkheid vaak weinig ruimte laat voor keuzes. En dat zou net in de kern kunnen zitten van een mer pluralistische mannelijkheid. Hij omschrijft de rechten als volgt: the right to be vulnerable, the right to be weak, the right to be wrong, the right to be intuitive, the right not to know, the right to be uncertain, the right to be flexible, the right not to be ashamed of any of these. Die dingen lijken misschien vanzelfsprekend, tot je met die focus gaat kijken naar de afwezigheid van de waarden die in die rechten verondersteld zijn bij die akelige mannen die zichzelf ‘leider van de wereld’ wanen en elke dag nog meer schade aanrichten. Een deel van de kwestie die we moeten aanpakken heeft wel degelijk te maken met een vorm van mannelijkheid die gevaarlijk is, en waarvoor er alternatieven bestaan. Laten we die dimensie vooral in beeld houden. En de verantwoordelijkheid om dat te doen ligt dus ook bij mannen zelf, wat mij betreft.

14 februari 2025

Welke liefde


Bij het begin van de week denk je nog aan die bijzondere zondag. (Je bent weer wat ouder, dus.) De zalen in het museum. Samen met je zus zoeken naar schilderijen gemaakt door vrouwen. (Veel zijn er niet, maar het is alsof je het kunt zien, dat ze door een vrouw gemaakt zijn.) En naar portretten van vrouwen die je op een of andere manier raken. Hoe ze naar je kijken. (Hoe jij kijkt.) En ’s avonds het mooie concert. De hypnotiserende klanken.

(De totale overrompeling, zoveel berichten voor je verjaardag. Het ontroert je, en verwart je. Hoe moet je lichaam dat doen.) (Iets wil alleen zijn, stil, en water.)

Een nieuwe week dus, de week na. (Alles gaat nog door, voel je.)

Je kijkt naar je lijstje, alsof de dingen elkaar verdringen, rusteloos zijn. (Je zou ze naast elkaar willen leggen.) (Je had nog niet de tijd om rustig te antwoorden op die mails, je voelt je een beetje schuldig, en machteloos.)

(Je huid lijkt een beetje breekbaar.)

(En of je ook nog even dit kunt doen.) (Is dat al klaar? Wanneer zou het klaar zijn denk je?)

Een dierbare vriendin krijgt een eretitel, hoor je. (Of je langs kunt gaan, om te zwaaien, vraagt iemand.)

De vooravond, het moment waarop je eten maakt. Het is als een eiland in de dag, een noodzakelijk eiland. (Ineens overvalt het je, je handen beginnen te trillen. Even niets vragen aan mij, denk je. Het trekt weer weg.)

(Je huid vindt zichzelf niet, in de nacht.)

Een andere dag. Elke dag zie je die woorden op de muur van het gebouw. Iets over de liefde.

Je zou alleen maar willen werken. Gewoon alle dingen afwerken. (Niemand die iets vraagt, niemand die iets zou willen.) Je hebt die lange tekst. Je verdwijnt in het ritme van de tekst, je volgt de woorden.

(Dat energieding, dat je later van de week nog moet maken, het laat je niet los.)

(De vrouw in dat filmpje, je kijkt naar haar handen.)

In de boekhandel, je zoekt cadeaus. Het is als wachten, tot de boeken iets zeggen. Ze laten zich aanraken.

Het verjaardagsfeestje. (Je wou eerst thuis alles aan kant, voor je goed kon vertrekken. Iets van ruimte terugnemen, denk je.) Je zit tussen fijne mensen, je mag daar zomaar zitten. Je kijkt.

Een andere dag. De dag lijkt leeg. (Dingen doorstrepen op je lijstje, dat zou je willen.)

De mail waarop je wachtte (ook een beetje rusteloos). (Je moet dat energieding dus beginnen uit te schrijven.)

(Hoe zat het ook al weer met die vragen, over wat het leven je bracht? Je bent aan de andere kant nu. Je ziet de moeilijke vragen. Er is meer water nodig, denk je.)

Je maakt je klaar om naar het concert te gaan. Je kijkt er zo naar uit om haar weer eens op het podium te zien. Je vertrekt. Het huis is blij voor jou.

Het doek gaat open. Daar staat ze, als een schaduw nog, voor een gang van licht, draaiende wolken. En vanaf het eerste moment ben je weg, ben je waar je wilde zijn. In dit nu, in zoveel schoonheid. (Je huid tintelt.) En het gaat door, haar stem raakt al jouw wanden. (Je bent gelukkig, dankbaar.) Na vier bisnummers gaan de dingen weer liggen. (De rest van de dag, tot de volgende ochtend, is het alsof je haar muziek in je hoofd kunt horen.)

Een andere dag. Er hangt verwachting in de lucht, zo voelt het. Iets zindert.

De vergaderingen. Zoveel verdiepingen lager zie je hoe duizenden mensen voorbij trekken.

Eindelijk kun je even naar beneden om daar te zijn, bij hen te zijn. (Misschien wil je huid het lawaai niet, maar je wilt er zijn.)

Je moet beginnen schrijven aan het energieding, het moet klaar zijn. (De woorden wachten ergens, de stroom kondigt zich aan.)

Die avond werk je door tot de tekst klaar is. (Heb je nu alle argumenten goed op een rijtje gezet? Kunnen ze zo overtuigen?) (Er is een logica waarin mensen gewoon luisteren, meedenken, het goede zoeken, voor het algemeen belang. Niet iedereen wil in die logica zitten.)

Je mag twee afleveringen kijken. (Je komt weer thuis, onder je dekentje, het vraagt even.)

Een bericht dat je ontroert. (Je ziet iets.)

(Bob Dylan komt in je droom.)

Een andere dag. Het ochtendlicht is mooi. Het herkent je.

Je bent terug dichter bij je adem, denk je.

Je ruimt een stuk van de kast uit. Gestolde tijd, in gestapelde documenten. Met stempels en nummers.

De jongen tegenover je in de trein glimlacht naar je. (Misschien zou je hem moeten kennen.)

De vergadering thuis. Je ruimt de tafel op, maakt de kamer klaar, ontvankelijk. Het gesprek ontroert je. Alsof ze iets hebben gezien van jou.

Misschien zou je iets moeten denken over de dag van de liefde. (Misschien ook niet.) Er is een waterverlangen. Misschien zou je jezelf uit elkaar willen leggen, uitgespreid op het gras. Met alleen een beetje wind. (Iets van de liefde begrijp je niet, heb je nooit begrepen, denk je. Maar dat is niet erg, zei ze, vorige week nog.) Misschien ben je al thuis.