Je doet het terwijl je onderweg bent. Een kleine oefening. Hoeveel moeilijke vragen je jezelf durft voor te leggen. Hoe je toch met jezelf zult onderhandelen om die of die vraag nog even in de wachtkamer te zetten. Hoe je soms weet dat je misschien de vraag nog net durft te stellen, maar niet op het antwoord zou willen wachten.
Voor een keer mogen de iets grotere woorden ook mee komen. Er is toch niemand die het ziet. Uit oneindig veel dan maar een willekeurige selectie. Vragen die toevallig op je weg kwamen de voorbije dagen en nachten.
Kun je luisteren naar een ander? Zonder te oordelen, zonder het verhaal op jezelf te betrekken? Zonder het verhaal te gebruiken om iets te zeggen waar jij toevallig zin in hebt? Moeilijk. Je neemt het jezelf zo vaak voor. Heel af en toe lukt het een beetje. Het kan je onwennig maken, naakter dan je zou willen zijn. Soms maakt het je rustig, als het lukt. Omdat je zoveel meer ziet. En wat je ziet, maakt dat je anders moet kijken.
Ben je integer? Weet je altijd wat je eigen motieven zijn? Lukt het je om nooit een ander te gebruiken? Durf je echt in je eigen spiegel kijken? Je krijgt er bibberende handen van, zo lijkt het wel. Misschien valt het antwoord af en toe nog een klein beetje mee, maar al die andere keren is het falen moeilijk te dragen, denk je.
Ben je gul in de liefde? Kun je de warmte die je in je hebt onvoorwaardelijk geven aan al wie je lief is? Zorg je genoeg voor iedereen? Doe je genoeg om een ander af en toe gelukkig te maken, enkel en alleen voor het geluk? Gulheid is een mooi woord, al is het ook moeilijk. Het gaat niet zozeer over overvloed. Die zou kunnen binden, zou voorwaardelijk kunnen zijn. Het gaat ook niet over jezelf te veel verliezen.
Kun je je laten raken? Een dagelijkse meditatie, zo lijkt het wel. Van punt a naar punt b lopen in de stad, je hoofd volledig leeg maken, en alleen maar kijken naar alle mensen. Niemand negeren, niemand snel in een categorie zetten. Zien dat iedereen een verhaal heeft. Je zou het kunnen horen. Naar het journaal kijken of de krant lezen, en je telkens weer verplaatsen. De pijn en het verdriet van die ander voelen die op een veilige afstand van jou lijkt te zijn. Niets vasthouden, en niets uit de weg gaan.
Zul je moedig zijn wanneer het moment daar is? De vraag die nauwelijks te verwoorden is. Ze kan je achtervolgen, als een kwade geest. Ze lijkt zo wezenlijk. Er zou zoveel van kunnen afhangen. Af en toe kun je een klein beetje oefenen, in de kleine dingen, telkens wanneer je een keuze hebt. Je weet immers altijd wanneer je de andere keuze hebt gemaakt.
Heb je je talenten goed gebruikt? Als er dingen zouden zijn die je goed kunt, heb je ze dan ten volle gebruikt, voor de goede dingen? Niet om het grote verschil te maken, niet om sporen na te laten, niet om gezien te worden, maar enkel omdat je ze niet uit de weg ging.
Heeft de aarde je verzet gevoeld? Misschien is ze niet te stellen zonder enige vorm van kleine pathetiek. Heb je iets gedaan? Zou je je kleinkinderen recht in de ogen kunnen kijken als ze moeilijke vragen stellen? Je zult het nooit weten.
Ben je nederig genoeg? Kun je je genoeg terugtrekken uit jezelf, om zacht als water te worden? Kun je de wind door je heen laten waaien, zonder weerstand?
Kun je de moeilijke vragen alleen aan jezelf stellen, en niet aan een ander? Dat is een interessante vraag. Misschien doemt de verleiding af en toe wel op. Weerstaan aan de verleiding is misschien ook een goede oefening.
Kun je alleen zijn? Kun je samen zijn? Kun je de eenzaamheid riskeren? Welke stilte wil je vullen als je niet alleen bent?
Kun je vrede sluiten met jezelf? Je hebt er een half leven voor nodig, minstens. Maar als het lukt, wordt het stellen van moeilijke vragen gemakkelijker. Een beetje toch. Je kunt luisteren naar de adem, die in en uit je gaat. Je kunt het strand zijn, dicht bij de verschuivende waterlijn. Om te kunnen vechten zonder te vernietigen heb je die vrede misschien wel nodig.
Kun je leven zonder antwoorden op moeilijke vragen? Een moeilijke vraag die minder moeilijk wordt met het ouder worden, zo lijkt het wel. Soms kun je de vragen zachtjes aanraken, ze in je armen nemen, en ze dan weer wegleggen. Ze zullen je niet schroeien. Waardoor je ook de volgende kunt nemen.
En misschien is het nu wel tijd voor een ijsje.
2 opmerkingen:
Nederiger (dan jou) is wellicht illegaal. (Dat is een compliment.)
Luisteren zonder zelf iets terug te zeggen maakt niet alleen de luisteraar onwennig, maar op den duur ook de spreker. Man Bijt Hond gebruikt bijvoorbeeld voortdurend die techniek om mensen dingen te laten zeggen die ze normaal gezien niet zouden toevertrouwen aan een wildvreemde reportagemaker. Als je de camera nog drie seconden laat draaien nadat de geïnterviewde uitgesproken is, zal die zelf opnieuw de leemte beginnen vullen. Want daar zijn we allemaal bang van: het Grote Vacuüm.
Moeilijke vragen die je weer zo mooi weergeeft in dit stukje... en de antwoorden, ook zij zijn moeilijk omdat je er dicht bij jezelf moet voor blijven... bij wat goed gaat, maar ook bij wat minder goed gaat, en net dat is voor veel mensen zo moeilijk...
ook voor mij en jou, maar we groeien, we groeien erin, nietwaar?!
Een reactie posten