31 juli 2010

Have fun


Wie mij een beetje kent, weet het natuurlijk: ik ben altijd het zonnetje in huis. In mijn huis tenminste. Dat daar basically niemand anders woont, waardoor een vergelijking met andere hemellichamen niet echt mogelijk is, doet nu even niet ter zake. Steeds loop ik fladderend van pure levensdrift door het huis. Ik zing mijn algehele blijdschap permanent uit, voor de weliswaar afwezige toehoorders. Ik moet aan mijn spiegel vragen om me af en toe eens een keertje niet breed glimlachend tegemoet te kijken, maar dat lukt niet. Het is vermoeiend, ik geef het toe, om in zo’n permanente flow te zijn. En dat zonder botox, zonder heftige erotiserende turbulenties, zonder geestverruimende middelen (chocolade wordt hier even niet meegerekend, dat hoort bij de fundamentele mensenrechten), zonder van die apparaatjes die je steeds in de reclame ziet en die een permanente geur door je huis jagen waardoor je absoluut opgewekt of minstens licht gelukzalig wazig zou gaan bewegen, en zonder platen van K3. Andere mensen krijgen kaakklem van ingehouden stress of voortdurend tandengeknars als gevolg van irritatie door fundamenteel teleurstellende of oersaaie huisgenoten, bij mij is het puur door mijn tandpastasmile, vanzelfsprekend. Elke morgen spring ik dankbaar uit mijn bed, ga op mijn knieën voor het opperwezen, om haar te danken dat ik opnieuw een dag mag doorbrengen op deze fantastische aarde, waardoor ik me verder klaar kan maken om ooit eens aan haar zijde te mogen zitten in het Hiernamaals. (Waarnamaals?, oeps, fout grapje…)

O jee, alleen al dat geweldige gevoel beschrijven maakt me diep triest. Er moet ongetwijfeld iets fundamenteel fout zijn met mij. Wanneer alsnog een huisgenoot zou geïmporteerd worden om mijn ochtend- of avondritueel te bekijken, dan zou zij of hij waarschijnlijk diep teleurgesteld zijn door de schijnbaar verpletterende saaiheid van mijn aardse bestaan. Er zou gevraagd worden of ik misschien niet een beetje somber ben, zo af en toe. En over die rimpels, en beginnende walvorming zou uit beleefdheid gezwegen worden. Ik zou nog proberen uit te leggen dat het nochtans in mijn hoofd geheel en al anders is. Daar gebeuren alle spannende dingen, of zoiets. Alleen hoeft niet iedereen dat te weten. Meer zelfs, ik zou uitleggen dat de zoete melancholie waarin ik me zo graag wentel, warm en vervullend kan zijn. Ik zou uitleggen dat ik heel af en toe in een volledig stil huis hardop begin te lachen, door een of andere mooie gedachte die me zomaar bezocht. Ik zou vertellen dat ik mijn lachspieren vaak in ruststand laat, om ze met meer overtuiging te kunnen gebruiken wanneer dat nodig is. Ik zou er nog aan toevoegen dat ik echt wel, heel af en toe, sta te dansen tijdens het koken (wat me verzoent met het feit dat ik me niet durf wagen tussen die ‘echte’ salsadansende koppels op het plein, maar dat is een andere discussie…). Het zou waarschijnlijk weinig indruk maken. De goddelijke voorzienigheid heeft mij niet toegewezen aan de afdeling permanent dolle pret.

Dat er dus iets ten gronde fout zal zijn met mij, wordt me elke dag opnieuw subtiel ingepeperd. Kijkend uit het raam van de trein, die zich klaarmaakt om de tunnel in te rijden, terwijl ik me rustig en in stilte de vroege werkdag in laat glijden, blij dat ik voorlopig nog niets heb moeten zeggen tegen wie dan ook die dag, zie ik de boodschap. Iets als: “Goede reis. Have fun!” Ze hangt daar in grote letters achter de ramen van het kantoorgebouw. De ijverige collega’s die daar werken, hebben zich ermee bezig gehouden. Letter per letter met het kopieerapparaat vergroot waarschijnlijk. Goed kijken dat ze in de juiste volgorde op het raam werden bevestigd, waardoor ze vanuit de trein leesbaar zijn. En dat op een ongetwijfeld dolle vrijdagnamiddag of zo. Ze hebben dat al even ongetwijfeld gedaan uit diepe liefde voor de universele mensheid. Ze willen het beste voor hun medemens. Wie zou daar iets tegen kunnen hebben? Zo’n mensen moeten een prijs krijgen voor de bestrijding van de dagelijkse verzuring.

En toch… Have fun! Ik wil helemaal geen fun haven… Ik wil misschien minzaam glimlachen, vertederd door de schoonheid van de mensen die tegenover me zitten. Ik wil misschien lichte pretoogjes toestaan na het lezen van een hartverwarmend verhaal in de krant, gewoon woorden, zonder schreeuwerige koppen of flitsende foto’s. Ik wil me misschien afvragen of ik die dag zachtjes op de aarde zal kunnen treden en me innerlijk voorbereiden om vriendelijk en beleefd te zijn, alle mensen netjes te laten uitstappen voor mij, en zo iets te doen voor mijn karma, of zoiets. Misschien wil ik zelfs later op de dag gaan dagdromen over zoete huidgeuren en wat daar allemaal nog bij kan horen. Maar fun

Ik kan me voorstellen dat de collega’s in dat bureau na hun vakantie jolig weer terugkeren, mooi gebruind, met veel lawaai. Ze halen op hun computer meteen de link boven naar de fotopagina waarop de 734 foto’s van hun werkelijk fantastische vakantie op de Dominicaanse Republiek te vinden zijn. En op elke foto is het even dolle pret. De nooit eindigende fun druipt van elk beeld.

Wat is het een verfrissend en teder verwarmend gevoel om sociaal onaangepast te zijn. Alle mensen die op zoek zijn naar permanente hinnikende fun weten nu waar ze daarvoor moeten zijn. Niet bij mij gelukkig. En dat tovert meteen een gelukzalige glimlach op mijn gelaat. Het wordt nog een prachtige dag. Ik gooi de ramen open, zet lekkere muziek op, en ga lekker dansen aan het aanrecht. En niemand die het ziet, heerlijk. Fun zal ik andermaal niet gehad hebben vandaag, wat een geweldig gevoel.

Geen opmerkingen: