05 september 2010

Dream Attic


Weerbarstig en eigenzinnig goed, zo zou je de muziek van Richard Thompson kunnen omschrijven. Hij maakt het je nooit gemakkelijk, met nummers die ingenieus in elkaar zitten, schitterende teksten hebben (bewegend tussen wrang en ontroerend) en ongelooflijk goed worden uitgevoerd. Niemand speelt gitaar als Thompson. Wat hij speelt is nooit minder dan verbluffend, maar hij doet het nooit om te imponeren, en steeds is er een twist in hoe hij zijn solo’s en akkoorden opbouwt, waardoor hij blijft verrassen. Met het ouder worden doet hij het niet rustiger aan, hij lijkt integendeel hardnekkiger met zijn muziek bezig. Zijn nieuwe plaat Dream Attic bewijst dit eens te meer. Het is een overweldigend goede plaat, die volledig live werd opgenomen, waardoor de energie van de nummers nog sterker wordt.

“I love kittens and little babies / Can’t you see that’s the guy I am”, daarmee opent The Money Shuffle, het sarcastische eerste nummer waarmee Thompson genadeloos afrekent met de jongens die verantwoordelijk waren voor de financiële crisis. Hij spuwt de woorden bijna uit, boven een ratelende gitaar. En meteen hoor je dat heel eigen idioom van rock en folk waarin de zanger beweegt.

Het gaat rustiger verder met Among The Gorse, Among The Grey. Het lijkt bijna een middeleeuwse ballade, over een jongen die met zijn hoofd vol dromen de wolken achterna loopt, maar brutaal terug op de grond wordt gezet door de anderen.

Haul Me Up valt meteen binnen met een stevig uptempo ritme en heerlijke gitaarsolo’s. Haal me aan boord, trek me uit het moeras van verwarring, van waar de sirenen zingen en de furiën roepen.

Burning Man klinkt een stuk weemoediger en zelfs een beetje dreigend. Het decor lijkt het Burning Man Festival, midden in de woestijn. Is het moderne ritueel heilig of enkel een illusie? Is het een veilige plek, of loert er een apocalyptische sfeer om de hoek?

Here Comes Geordie klinkt weer als een heerlijke ballade, maar blijkt een vileine aanklacht tegen egocentrische wereldverbeteraars die verdacht veel op Sting lijken…

Demons In Her Dancing Shoes zou in een andere versie een statige oude dans kunnen zijn, met een heerlijk samenspel tussen gitaar en viool. We lopen rond in een drukke uitgaansstraat, waar het opvallend liefje van de ik-figuur ook te vinden is.

Het zeer aangrijpende Crimescene komt daarna, waarin een aflopende liefde een plaats wordt waar een misdaad zou kunnen plaatsvinden. “Here we stand around like victims/ Waiting for the crime/ Waiting for the butcher’s knife/ One cut at a time” De voormalige geliefden staan tegenover elkaar, niet wetend waar ze met hun haat en razernij naartoe moeten. Even razend, en bijna demonisch klinkt de gitaar doorheen het nummer, dat desolaat eindigt.

Big Sun Falling In The River klinkt heerlijk, ook al is het het verhaal van een onbeantwoorde liefde. De zon gaat onder in de rivier, een grote liefde gaan onder, samen met de dag. “We’re done, but she don’t have/ The nerve to say”. De flitsende gitaar van Thompson en de pompende bas lijken elkaar de hele tijd uit te dagen.

In Stumble On is een liefde al voorbij. Het was onvermijdelijk, maar de ik-figuur weet niet hoe hij nu verder moet.

Sidney Wells is een breed opgezette moderne murder ballad over een kille seriemoordenaar. Hij rijdt door het land in zijn vrachtwagen. Zijn vrouwelijke slachtoffers konden niet aan zijn charme weerstaan. Hij laat zich niet opjagen, en blijft even kil als hij uiteindelijk wordt opgepakt. Maar de andere gevangenen zijn niet zo onder de indruk van zijn charmes…

In het heel mooie A Brother Slips Away neemt Thompson met gebogen hoofd afscheid van enkele dierbare vrienden die gestorven zijn. Verdriet en schuldgevoel lijken door elkaar te lopen. “A Brother Slips Away/ I reached out my hand too late”

Met Bad Again voegt Thompson een nieuw nummer toe aan een lange lijst van opgewekte ‘haperende’ liefdesliedjes zoals alleen hij ze kan maken. “I’m Bad Again, Bad Again/ Must have done something but I don’t know when/ Bad Again, Bad Again/ Maybe you’ll love me in the morning”

De plaat wordt afgesloten met het ook heel mooie If Love Whispers Your Name. Opnieuw is een liefde voorbij, en de ik-figuur wordt verteerd door pijn en spijt. Hij neemt zich voor om het de volgende keer beter te doen, als er nog een volgende keer komt. “Love is worth every wound/ Each lonely day,/ Eacht sleepless night/ Love is worth every wound/ The price that you pay/ To live in the light"

Dream Attic is een schitterende plaat, die je als luisteraar van de eerste tot de laatste minuut vasthoudt, en dat door de erg sterke nummers en ook de intensiteit van de live-uitvoering. Op zijn studioplaten blijft de gitarist Richard Thompson soms een beetje meer op de achtergrond, maar live werpt hij zich steeds weer met volle overtuiging in elke song. Je voelt de spanning en opwinding bij de muzikanten, terwijl ze allemaal nieuwe nummers spelen. Wie de ‘deluxe’-uitvoering van de plaat koopt, krijgt er bovendien nog een bonus-cd bij waarop alle nummers ook nog eens akoestisch te horen zijn. En daar kun je misschien nog beter horen hoe knap elk nummer wel is opgebouwd. Als je Richard Thompson op een podium ziet staan, zie je een bijna verlegen en steeds zichzelf relativerende man, maar met deze plaat bewijst hij nogmaals dat hij een heel grote meneer is.

Geen opmerkingen: