Zou je ooit weten of je het goede doet? Soms zou je het willen weten. Hoe moet je bewegen, hoe moet je spreken, hoe moet je luisteren en zwijgen, hoe moet je handelen? Elk moment kan een keuze zijn. Je hebt misschien tien keer per dag de kans om gewoon vriendelijk te zijn tegen iemand. En evenveel kansen om in de nabijheid van een ander een vraag te stellen waarop het antwoord je zou kunnen raken, een vraag waarvan een ander hoopte dat je ze zou stellen. Je weet het omdat je zelf soms ook wacht op een vraag, die nooit komt. En het geeft misschien niet. En toch wel. Misschien wordt het leven net iets beter als gezegd is wat ook niet gezegd had kunnen worden.
Je beseft het meer, en het weegt meer, met het ouder worden. Misschien komt er voor elk moment geen tweede kans meer. Misschien ook wel, misschien meer dan je zou willen, maar misschien ook niet. Soms word je ’s nachts wakker en begin je te trillen omdat je beseft dat die of die er ook niet meer zou kunnen zijn. Je beseft dat je stiekem nog uitging van een soort eeuwigheid, van altijd nog tijd genoeg voor dit of dat. En je weet dat je jezelf iets wijsmaakt. Je zou onmiddellijk de telefoon willen nemen, midden in de nacht, om die ander te vragen of wel geweten is dat. Maar je laat het moment voorbij gaan. Je wacht tot de slaap weer komt, als die al komt.
Soms denk je dat je de woorden achter je moet laten. Dat je alleen maar iets moet gaan doen. Misschien met je handen, misschien met je aanwezigheid. Soms denk je dat je toch nog te weinig doet, en toch nog te veel tijd geeft aan je eigen veiligheid. Soms denk je dat je toch nog te vaak de gemakkelijke weg kiest. En soms denk je dat het toch goed is, af en toe. Misschien is het genoeg om te blijven vragen, zonder altijd te moeten antwoorden.
Kun je uit jezelf wegtrekken, zoals de zee die zich terugtrekt? Om dan te luisteren naar een ander, in de volle leegte waar je zelf niet is. Om alleen iets te geven wat liefde zou kunnen zijn. Misschien heb je ook tien keer per dag een kans op liefde.
Je zou met zachte stappen op de aarde willen gaan. In het besef van elke stap. Je zou naar elke beweging willen kijken. Tot je alleen nog je adem ziet. Misschien wordt het dan gemakkelijker om al het andere te zien waar je deel van bent.
Soms wil je wachten. Tot alles wat je tot tranen roert voorzichtig over je heen komt. Als een zuiverende stroom van zoet water na een droge dag die te lang duurde. Je merkt hoe je daarna anders beweegt, en meer ziet.
Je weet niet goed of het falen makkelijker wordt. Soms verlang je naar een nulpunt waar de dingen in elkaar zouden gaan passen. Soms is het gemakkelijker te kijken naar het gewriemel van al diegenen die jij bent. Je kunt glimlachen, en blij zijn met de vrede die je gesloten hebt met alles wat alleen maar eeuwig onaf zal kunnen zijn. Soms laat je de dag voor wat hij is, om de volgende gewoon opnieuw te beginnen.
Stel dat er dingen zijn die je goed zou kunnen. Weet je ooit of je hebt gedaan wat er in je zat? Niet om wat je bereikt zou kunnen hebben, want dat heeft geen waarde. Maar enkel om de vraag of je dat wat je zou kunnen recht in de ogen hebt gekeken. Heb je het gebruikt om het tegelijk te ontvluchten? Of heb je het gekoesterd en aanvaard, met alle pijn die erbij zou kunnen horen? Je weet het nooit, denk je.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten