10 oktober 2010

Cool

Ik leerde haar kennen, zittend op de bank in de winkel van Telenet. Ze heette Melanie. Haar ouders bleken zichzelf als Beautiful People te beschouwen, en hadden dus ook maar hun dochter Melanie genoemd. Zelf had ze ook wel Sabrina willen heten, maar zo erg was het nu ook weer niet.

Melanie had me al een tijdje zitten aankijken, zo van opzij, ze zat naast me. En toen begon ze ineens te vertellen. Aangezien ik geen idee had hoe lang het nog zou duren eer ik aan de beurt was, maakte het me ook niets uit. Ze was heel blij, want de volgende dag zou ze beginnen in haar eerste echte baan. Ze zou gaan werken als receptioniste (officieel client manager) bij Wellnesscentrum Diana. Ze keek er geweldig naar uit, en leek nu al een wandelende (of beter zittende) reclamecampagne voor Diana.

“Diana is onder andere gespecialiseerd in de middenrug. Veel mensen klagen altijd over hun onderrug, of hun nek of schouders. Maar de middenrug, daar wordt te weinig over gesproken. Nochtans is die middenrug als het ware het logistiek centrum van het menselijk lichaam, een soort Oosterweelverbinding tussen nek en bekken. Nu denken mensen aan hun nek en hun bekken in termen van pijn, en dat is jammer. Je zou ook kunnen denken over de middenrug als de verbinding tussen hoofd en genot, of zoiets. En bij Diana hebben ze een heel programma opgemaakt, met speciale massage, groene modderbaden en astralische vibraties, en dat allemaal gericht op de middenrug. Ik zag u zitten, en zag het ook meteen: die man moet iets aan zijn middenrug laten doen. Ik zie het aan u: er is te veel file in uw middenrug, te weinig doorstroming. Bel me zeker een keer op bij Diana, en dan maak ik meteen een goede afspraak voor u.”

Ik zei haar dat ik er wel over wilde nadenken, en ging tegelijk stiekem een beetje rechter zitten. Niet dat er daardoor meteen doorgaand verkeer ontstond in de rugpartijen, maar het was misschien al een begin. We hadden het nog even over allerlei breedmaatschappelijke thema’s, zoals de verjaardagskalender die premier Poetin gekregen had, de mogelijke komst van een ‘second dip’, de kwaliteit van de muesli in verschillende natuurwinkels, de perikelen bij Boer Zoekt Vrouw en het dieet van Bart De Wever. Melanie zei me dat ze een bekentenis moest doen.

“Weet u, ik ben hier al regelmatig komen zitten, tussen de mensen, als er veel volk zit te wachten. En dat zonder zo’n volgnummertje. Gewoon om hier te kunnen zitten kijken. Ziet u die jongen daar? Dat is Rob. Hij weet niet dat ik voor hem hier kom zitten, en dat wil ik ook wel graag zo houden. Vanaf morgen zal het moeilijker zijn om nog te komen, met dat werk en zo. Misschien kan het nog wel eens op een zaterdag, wie weet. Zeg nu zelf: als je goed naar dat gezicht kijkt, dan zie je toch helemaal McDreamy daarin, of niet soms? Dat haar moet een beetje anders natuurlijk, en die wenkbrauwen zouden ook een beetje moeten aangepast worden, net als de kleur van zijn ogen, en de grootte van zijn oren, maar voor de rest is hij het toch helemaal. Ik vind ook zijn stem geweldig. En hij beweegt zo mooi.”

Ik knikte instemmend. Dat van McDreamy zag ik toch niet echt, zelfs niet met extra fotoshop. Volgens mij leek hij meer op Kim Jong-un, maar dat zei ik haar maar niet. En er zijn trouwens ook nog maar te weinig foto’s in omloop van Kim Jong-un om het echt zeker te weten. Of hij nog andere dieperliggende kwaliteiten had, wilde ik graag weten van Melanie.

“O ja, natuurlijk. Ik heb daarover aan fact-finding gedaan, allerlei mensen aangesproken, genetwerkt, data verzameld. Rob kan goed koken. Hij heeft een voorliefde voor de Noord-Koreaanse keuken. Hij is ook goed in karaoke, vooral dan in nummers van Engelbert Humperdinck, die van Please Release Me, u weet wel. Hij speelt korfbal, bij FC de gemengde gooiers. En hij zit in een bierclub die zich specialiseert in een heel specifieke niche van Oezbekistaanse kriekbieren.”

Of er dan niets aan te merken was op Rob, vroeg ik haar.

“Natuurlijk. Op mannen is altijd zoveel aan te merken, maar je moet je beperken, of je zou eeuwig bezig blijven. Maar er zijn toch twee moeilijke punten, vind ik. Rob heeft een kleine taalkundige afwijking. Hij is lichtjes geobsedeerd, naar het schijnt, door de spelling van tenslotte of ten slotte. Soms moet dat aan elkaar, en soms niet. En Rob kan zich daar geweldig in opwinden, schrijft de hele tijd brieven naar kranten en uitgeverijen, als hij weer een fout heeft ontdekt. Maar goed, dat is nog niet zo erg. Het ergste is toch die broek. Zie hem daar nu toch eens lopen, met die laag hangende broek. Wie dat ooit bedacht heeft, dat weet ik niet. En dan denken ze dat dat cool is, amai. Heeft u al eens zo’n jongen met zo’n afgezakte broek zien lopen om zijn trein te halen? Dan zie je pas hoe belachelijk dat is. Echt triestig. Als die broek er niet was, zou het misschien al iets geworden zijn tussen ons. Ik vind: broek aan, of broek uit, niets ertussenin, dat geeft alleen maar miserie.”

Net toen het interessant begon te worden, werd ik er via een signaal op attent gemaakt dat ik aan de beurt was. Loket B, en ja hoor: bij Rob. Ik knipoogde even naar Melanie, en zei haar dat ik zeker niets zou zeggen aan Rob. Dat heb ik ook niet gedaan. Alleen heb ik wel het kaartje van Diana dat ik van Melanie had gekregen achteloos laten liggen bij de B, dicht genoeg bij Rob. Wie weet komt het nog wel in orde met die twee.

Geen opmerkingen: