Ergens tussen een verlangen en een nachtmerrie dwaalt een studente door de grote stad. Misschien dwaalt ze vooral door zichzelf. De stad is een plek waar er geen rustpunt is. Alles beweegt steeds. Niet rond, weg van of naar een centrum. Allerlei mensen slalommen tussen de dag en de nacht, tussen de fragmenten van wie ze zijn, tussen de dag en de nacht in zichzelf. Misschien zijn er wel meer zwarte gaten dan bestemmingen. Misschien ontsnappen de dingen je wel altijd. Zie je meer of zie je minder met een blinddoek? Besta je buiten de blik van een ander? Kun je ordenen in woorden wat desintegreert of zich niet laat vatten? Kun je ooit weten wat de werkelijkheid van een ander is?
The Blindfold (ook vertaald als De blinddoek) is de debuutroman van Siri Hustvedt uit 1993. Het is een donker en beklijvend boek dat enkele jaren beschrijft in het leven van Iris Vegan. Zij is een studente aan Columbia University in New York. Zo goed als zonder een cent probeert ze rond te komen en zoekt ze haar weg in de grootstad die als een unheimlich personage aanwezig is tussen gedeukte mensen. Het boek bestaat uit vier delen, die – niet in een chronologische volgorde – een reeks ontmoetingen beschrijven met een aantal (vooral mannelijke) personages en leiden tot een verontrustende zwerftocht in de stad, en tussen de fragmenten van haar identiteit.
In het eerste deel reageert Iris op een advertentie van Mr. Morning. Hij zoekt iemand om hem te assisteren bij wat hij als een soort onderzoeksproject beschouwt. Iris moet objecten, die behoorden bij een ondertussen overleden vrouw, zeer minutieus beschrijven via een bandopnemer, in de hoop dat ze zo (als buitenstaander) een waarheid zou kunnen onthullen. Iris wil weten wie de vrouw is, en ontdekt dat ze in hetzelfde gebouw als waar Morning woont werd vermoord. Wat zijn rol in dat hele verhaal is, wordt niet duidelijk. Morning is een zonderlinge man, die zegt te schrijven over alles, en naargelang de opdracht een andere naam aanneemt. Beweegt hij onvatbaar tussen zijn personae om zich niet te laten kennen, of verbergt hij een geheim?
In het tweede deel maken we kennis met Stephen en George. Stephen is haar vriend, George is een vriend van Stephen. Stephen kan ze nooit vatten, het is alsof hij steeds iets achterhoudt, tot zijn eigen lichaam toe. Hij ontsnapt haar steeds. George wordt haar voorgesteld als een ‘kunstenaar die foto’s maakt, geen fotograaf’. George begint meer en meer contact te zoeken met Iris en de aantrekkingskracht groeit. Wat de werkelijke verhouding is tussen Stephen en George blijft een vraagteken voor Iris. De manier hoe de twee mannen reageren op een incident in de straat verontrust haar. George vraagt Iris voor een fotosessie. De sessie is een heftige ervaring die verlangens blootlegt die in verschillende richtingen gaan. George zocht enkel een beeld, Iris iets anders. Als ze later de foto ziet die het resultaat is van de sessie, schrikt ze hevig. De foto, een ‘verknipte’ versie van haar lichaam, gaat een eigen leven leiden in de stad, en is als een trigger die een aantal ontwikkelingen in gang zet en Iris wegduwt van beide mannen.
In het derde deel bevindt Iris zich in een psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Doorheen de verschillende verhalen werd al duidelijk hoe ze regelmatig last heeft van migraineaanvallen die haar perceptie van de werkelijkheid verstoren. Ze krijgt een band met haar twee kamergenotes, waarvan er een ‘ver heen’ is. Mrs. O. lijkt te leven in de andere wereld, vanwaar ze soms naar deze komt. Iris probeert contact te zoeken en dat leidt tot een brutale verstoring van de ‘rust’ in de kamer. De psychiater bekijkt en beoordeelt haar toestand, vanuit de ‘normale’ wereld die hij vertegenwoordigt.
Het vierde en langste deel is het donkerste. Iris krijgt les van Professor Rose, en gaat met hem samenwerken aan de vertaling van een novelle die een Duitse joodse schrijver schreef in 1936. Ze stort zich op het vertalen van het akelige verhaal over het personage Klaus. Als de vertaling uiteindelijk klaar is, en Rose verdwijnt voor de zomer, komt Iris langzaam maar zeker in een duistere maalstroom terecht die haar in een soort onderwereld sleurt. Ze verandert in Klaus, een personage met een mannenpak, en lijkt steeds verder weg te drijven. Rose haalt haar terug, en ze worden minnaars. Maar ook hij heeft zijn duistere kant, die wordt onthuld door een blinddoek. Iris denkt dat ze eindelijk een inzicht heeft in hoe de dingen lopen en zet de stap om al die verwarrende gebeurtenissen in een lang verhaal te vertellen aan iemand die ze dacht te kunnen vertrouwen. Maar het is alsof ze andermaal alleen gebruikt wordt. Ze vlucht weg in het zwarte gat van de metro.
The Blindfold is geen ‘aangenaam’ boek om te lezen, maar het zuigt je wel vast in een soms duistere en dan weer sensuele en vervreemdende wereld. De zwerftocht van Iris, die een hellevaart wordt, zegt iets over identiteit, over fragmentering en bekeken en gebruikt worden. Doorheen de ogen van Iris zien we iets van de onkenbaarheid van de andere. De werkelijkheid van die ander is niet te bereiken, ze ontsnapt telkens door de zwarte gaten in de beelden die we zien. De manier waarop het boek is gestructureerd in verhalen die een andere chronologie volgen dan de werkelijke, brengt je in de war. Je probeert de onderdelen opnieuw te reconstrueren en beseft dat je ook als lezer een beetje verloren loopt. Siri Hustvedt doet dat met grote kracht in dit boek dat na de laatste bladzijde nog lang blijft ronddwalen in je hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten