In een lichte staat van proactieve coma kom je thuis. Het is dus eindelijk vakantie. Nog even wat boodschappen doen. En in een zondvloed terechtkomen. Alsof de regen je nog snel iets duidelijk zou willen maken.
Zo moe zijn dat de woorden je beginnen te ontsnappen. Eerst in de andere talen, daarna ook in de moedertaal. Alsof er zwarte gaten vallen in de stromen in je hoofd.
En alle plannen voor het grote niets dat is aangebroken. Voorafgegaan door een verlangen naar tijdverlies, algeheel tijdverlies.
En nadat het lichaam is gaan liggen, als de wind, traag maar zeker overspoeld worden door een zee van verhalen. Je zou het ook willen vragen: vertel nog eens een verhaal, eender welk, maar blijf vertellen.
Dat dat lichaam randen heeft, je beseft het weer. Zoals tot lichte schaamte aanzettende prikkelbaarheid die opduikt. Een hoofd dat telkens een beetje achter lijkt te blijven. En een rug die zich aankondigt.
En alles wat je je voorneemt. Zoals die stapel boeken die nu eindelijk definitief zal weggewerkt worden. Gulzig slurpend. Maar nooit voldaan natuurlijk, dat is het concept. En die klussen die ongetwijfeld feilloos zullen worden uitgevoerd. En de bezoekjes. En de fietstochten. En die pianostukken die blindelings zullen kunnen worden gespeeld. En die diepe gedachten die na verwoede pogingen tot meditatie zeker zullen komen. En die heimelijke dromen die natuurlijk allemaal in vervulling zullen gaan. En ook nog ijsjes natuurlijk.
Alleen dat eerste uitbollen, dat went nooit, eerlijk gezegd.
De dingen die komen. Zoals de druiven. Je kunt ervan dromen. Hoe ze er weer zullen zijn. Hoe je er lang naar kunt kijken vooraleer je de eerste zult proeven. Aan wie je ze ook allemaal zou willen geven, om hun ogen te zien zodra ze ze proeven.
Alleen dat wachten, tot de uitbolpijn voorbij is, dat went nooit echt.
Misschien zullen er wel heel veel mooie woorden naar je toe komen, na een tijd. Zomaar je dag binnensluipen. Je zult ze verwelkomen.
En alle herinneringen van alle zomers zullen ook komen. Ze nodigen zichzelf uit, ze hoeven niet te bellen vooraf, ze kennen de weg.
Misschien kijk je uit naar hun geuren, naar hoe ze waren en nog zijn in je hoofd.
En trager bewegen, alsof je alle tijd zou hebben.
De eerste vakantie in het nieuwe huis. Je was het al bijna vergeten. Hoe het was een jaar geleden. Toen het weggaan dichterbij kwam. En de berg die daarvoor nog moest bestegen worden. Dat het ooit allemaal gewoon voorbij zou zijn, kon je toen nog niet geloven.
Laat alles maar komen zoals het komt. Zoals het traag samenvloeit in de tijd en in een lichaam. Misschien zal dan het inzicht wel volgen.
1 opmerking:
geniet van je vakantie Jan...
Een reactie posten