De grote verlichting zal niet voor jou zijn. Het zelfloze zijn ligt nog lang niet binnen bereik. En elk verlangen tot een kleine bries herleiden zal ook niet voor dit leven zijn (gelukkig maar).
Misschien zijn heel kleine oefeningen wel mogelijk. Misschien kunnen ze je iets leren. Misschien is er een kleine leegte te winnen, een kleine vrijheid in het loslaten. Misschien zou dat ooit haalbaar zijn. En terwijl je oefent, voelen hoe je faalt.
Je moet je fiets nog losmaken aan de boekenwinkel. Je ziet dat het verkeerslicht bijna op rood zal gaan springen. Of je nadert het grote kruispunt in de grote stad. Je weet dat het een tijd duurt om aan de overkant te komen. Het voetgangerslicht wordt rood. Niet nog heel snel door het licht willen glippen. Niet nog snel proberen die enkele meters, enkele seconden te winnen. Maar gewoon wachten, tot het weer groen wordt. Niet vanuit enige vorm van gezagsgetrouwheid of braafheid. Enkel voor dat moment van rustig wachten. Gewoon daar staan, en kijken naar de anderen, naar de kleuren en de bewegingen, gewoon ademen. En voelen wat je kunt winnen in dat ene moment. Waarna het weer overgaat, zodra het licht op groen springt.
Terwijl je staat te koken even niet denken aan alles wat je nog zou moeten doen, aan die rug die zeurt, aan die nek die te veel vast wil houden. De wortel trager in stukjes snijden en kijken naar wat je doet. Hetzelfde met de tomaat. Voelen hoe de muziek in de kamer je vraagt om mee te dansen. Voelen hoe de heupen in beweging komen. Ineens beseffen dat iedereen daar buiten je nu kan zien dansen, en dat snel weer vergeten. En als het eten enkele minuten later klaar is merken dat het je beter smaakt.
Op weg naar weer een afspraak daar langs het kanaal een klein beetje trager beginnen te fietsen. Tot je bijna niet meer voelt dat je moet duwen om de trappers rond te krijgen. Voelen hoe de beweging jou beweegt, en niet andersom. Merken dat je rustiger bent wanneer je aankomt.
Elke morgen als je vertrekt, en elke avond als je weer aankomt heel voorzichtig de buitendeur in het slot laten vallen. Niet omdat er een briefje aan het raam hangt waarop wordt gevraagd minder lawaai te maken. Wel omdat het een mooi gebaar is, een mooie manier om te vertrekken en weer aan te komen. In dat moment beseffen dat er een deur is, en dankbaar zijn dat je die mag gebruiken. Heel even beseffen dat er een plek is waar je thuis zou kunnen zijn en waar je naar kunt verlangen.
Je al dagen afvragen of je het zou zeggen. Een gedachte die je kwetsbaar maakt. Iets wat je zou willen wensen voor een ander. Iets wat je zou willen kunnen geven, maar wat nooit in je macht zal liggen. En het dan toch maar doen. Omdat het jammer zou zijn als die gedachte verloren zou gaan. Misschien kan die gedachte door die ander herinnerd worden. En is dat een goede plek om te blijven.
Wachten voor je de verwarming aanzet. Niet het gevoel van fris onmiddellijk willen beantwoorden door een knop die minder fris of zelfs warm belooft. Even wachten nog. Misschien voor het wachten zelf. Misschien voor het besef dat warmte nooit vanzelfsprekend is. Misschien om straks blijer te zijn als de warmte komt.
Zoals elke dag in de war zijn. Omdat je dingen voelt die je niet zou willen voelen. Omdat je lijkt te reageren zoals je niet zou willen doen. Omdat je iets zegt wat niet echt gezegd moest worden. Omdat je lichaam geen soepele en veilige stroom is waarin je je zou kunnen koesteren. Omdat je geen idee hebt of je nu wel of niet verloren loopt in de tijd. En het even niet erg vinden. Gewoon wachten tot de dingen gaan liggen. Zonder een antwoord. Alleen de beweging proberen te zien, en de dag weer loslaten voor een volgende die misschien zal komen aan de andere kant van de nacht.
Even voor de spiegel blijven staan. Je nog niet aankleden. Kijken naar de littekens, voelen hoe ze nu voelen. En dankbaar zijn voor het leven, dat zomaar bij je is gebleven. Waarom heb je nooit helemaal begrepen, maar dat geeft even niet. Je voornemen om elke dag te blijven beseffen hoe wonderlijk elke dag extra is.
Beseffen hoe nietig en weerloos elke vorm van oefenen is.
1 opmerking:
Dat is al heel veel, Jan.
Dank voor je teksten, ik lees ze langzaam, op de tippen van mijn tenen.
Een reactie posten