Een sensuele acrobatie. Meisje wordt vrouw. En zet tegelijk een sprookje naar haar hand. De Jonge Bruid, van de Italiaanse schrijver Alessandro Barricco, neemt je als lezer mee in kronkelende bewegingen tussen vertelperspectieven. Tussen vederlicht en noodlottig, tussen verstild en modern. Personages en vertellers wisselen voortdurend van plaats, omringd door zuiderse geuren, zwoele temperaturen en tragische verhalen. In een toon die schuift tussen licht absurd, archaïsch, eigentijds, ironisch, transparant en duister.
Begin vorige eeuw. De Familie. (Namen worden niet of nauwelijks genoemd.) Er is de Vader, een tere man die op zijn manier het universum probeert te ordenen. Er is de Moeder, statig, en van een schoonheid die voor ongelukken zorgde. Er is de Dochter, verlangend naar het leven, met een gekwetst lichaam. Er is de Oom, de hele dag slapend, en toch in staat tot flitsen van wijsheid. Ze wonen in een groot huis op het platteland. Er is een oude man, die al negenenvijftig jaar als dienstbode werkt in het huis. Elke ochtend opent hij alle luiken van de ramen, laat het licht binnen, en roept om dat de dag kan beginnen. Men heeft weer een nacht overleefd. Dan begint een overvloedig ontbijt dat tot ver na de middag kan duren, elke dag opnieuw. Elk ontbijt is als een ritueel feest. Het verhaal gaat dat alle mensen die aan dat huis verbonden waren stierven tijdens de nacht, nooit overdag. De ochtend halen is telkens weer een feest. Allerlei gasten schuiven mee aan, en alles verloopt volgens vaste codes.
Tot een jong meisje, de Jonge Bruid, ineens voor de deur staat. Er is immers ook de Zoon, maar die verkeert al een tijd in het buitenland. Het meisje en de Zoon leerden elkaar enkele jaren geleden kennen, en spraken af dat ze zouden trouwen zodra zij achttien zou zijn. Ze komt nu voor hem, maar hij is er dus niet. De Jonge Bruid trekt in bij de Familie, leert hun rituelen en gewoontes kennen, en wacht samen met hen op de terugkeer van de Zoon. En het wachten duurt lang.
De Jonge Bruid daalt langzaam maar zeker af in de verhalen van het huis. Het huis van de Familie is een huis van verhalen. De familieleden lijken uiterlijk allemaal hun rol te spelen, maar dragen hun geheimen mee. Ook de bij het begin nog onschuldig en bijna kinderlijk lijkende Bruid heeft haar geschiedenis. Ronddolen door de verhalen wordt voor de Bruid een inwijding, niet alleen in de verhalen van de Familie, maar ook in haar eigen vrouwelijkheid.
Langzaamaan blijkt dat de verschillende personages op hun manier een duister gewicht torsen. Ze houden zich overeind in hun rituelen. Maar het is alsof de Jonge Bruid hen kan verlossen van wat de tijd heeft aangericht. Op haar manier verandert ze de evenwichten. Ze blijft wachten, maar zal ook zij dicht bij het wankelen komen? Zal de Zoon uiteindelijk terugkeren, of is hij verdwenen in de plooien van de tijd?
Het wonderlijke aan het boek is hoe het beweegt. Soms denk je te weten welk personage aan het vertellen is, tot een volgende zin je ineens in de war brengt. Soms gaat het van ik- naar de zij-vorm, alsof het niets is. Soms is de verteller ook de schrijver van ‘het boek’, die alwetend vanuit een nu commentaar geeft op het verhaal en op het schrijven ervan. Soms vraag je je af wie nu eigenlijk een boek aan het schrijven is. Soms zit je ineens in een nu, daarna weer in een toen. Het is soepel en onvoorspelbaar. Maar het werkt wel. Je moet je als lezer uit handen geven.
De toon van het boek is even beweeglijk. Soms denk je dat je in een klassieke roman of film bent aanbeland, met mooie kostuums en decors, tot ineens iets dat veronderstelde evenwicht doorbreekt. Soms lijkt het ernstig, terwijl het even later absurd zou kunnen zijn. Heel subtiel allemaal. In het universum van de leden van de Familie klopt het wel. De verhalen die ze met zich meedragen zijn telkens poorten naar andere werelden, naar littekens en niet vervulde verlangens.
Tussen dat alles is er een soms zinderende sensualiteit. Het meisje dat de Jonge Bruid was ontdekt de vrouw in zichzelf en leert hoe ze de ruimte in moet nemen, als een vrouw. En wat er komt bij het einde van het wachten, daarvan zal zij de regels bepalen.
Terwijl je leest, zie je soms in je hoofd de film die van dit boek zou kunnen gemaakt worden. Terwijl je die film zoekt in je hoofd, vraag je je tegelijk af hoe een regisseur dat zou doen. Je kunt de personages zien, en het huis. Maar daarmee zou het verhaal op één niveau blijven. Misschien zou het kleurenpalet kunnen veranderen, telkens opnieuw. Misschien zouden stemmen commentaar kunnen geven, met perspectiefwissels. Maar de beweeglijkheid die net de kracht van het boek uitmaakt, die zal waarschijnlijk niet te vatten zijn in een film.
Het is een van de vele mooie beelden in het boek, hoe het oude huis elk jaar moet ‘rusten’. Als de Familie, volgens een vast patroon, met vakantie gaat, moet het huis leeg blijven, aan zichzelf overgelaten. Het huis draagt de melancholie, geduldig en betrouwbaar, tot elke ochtend het licht weer binnenvalt. De Jonge Bruid, en het boek De Jonge Bruid, zij dragen de schoonheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten