Zoals andere keren, jammer genoeg zoals andere keren, een beetje overweldigd en in de war. Nog steeds verbijsterd en geschokt door vreselijke gebeurtenissen in de stad van het licht. Beelden en ideeën en twijfels en woorden en veel lege plekken lopen door elkaar in je hoofd. Ze botsen, ze wringen, ze schuren, ze blijven roerloos, ze blokkeren elkaar.
Het lijkt zo onbeleefd, zo onheus, bijna obsceen om te snel te praten. Dat denk je soms. En je kent alle verklaringen die steeds worden gegeven. Het is normaal dat mensen hun verontwaardiging willen uitspreken. Het is normaal dat mensen niet willen dat er een indruk ontstaat van zwijgen tegenover zoveel zinloosheid en haat. Het is belangrijk dat er mensen zijn die duiding geven, die dingen in een context plaatsen. Het is belangrijk dat er leiders zijn die richting en houvast geven. Het is normaal en goed dat mensen willen discussiëren en praten. Hoe verwarrend ook, tussen al die meningen en uitspraken zitten dingen die echt interessant zijn. Hoe chaotisch en luidruchtig ook, dat geheel is een gesprek. En al die dingen zijn waarschijnlijk waar, ongetwijfeld. En je wilt absoluut geen enkel oordeel uitspreken of wie dan ook. Al wat je voelt, zijn vragen, meer niet.
En wat doe je met die vragen. Zodra je ze neerschrijft, zijn het ook woorden die worden toegevoegd. Het is onoplosbaar. Misschien is het mogelijk ze heel voorzichtig aan te raken, zoals je traag de aarde betast, zoals je een geliefde zou willen aanraken.
Wat je ook probeert te denken, om de valstrik van je eigen zoeken te vermijden, het lukt niet.
En dus toch. Denk je. Zonder woorden. Zouden we soms niet kunnen zwijgen? Niet uit enige vorm van lafheid of zich neerleggen bij. Integendeel. Alleen maar uit respect. Even, al is het maar voor uren, voor een dag. Om de immense leegte die zoveel dood ineens brengt ook ten volle te laten doordringen. Om het hoofd te buigen voor zoveel mensen die er niet meer zijn. Eerst zwijgen, en daarna dan kleine en voorzichtige woorden. Maar toch gewoon de tijd laten aan de dood, en pas daarna beginnen roepen. Of iets in die aard. Je weet het niet.
En wat voor soort woorden dan wel? Zoekende woorden. Woorden van verdriet en vertwijfeling. Breekbare woorden, deemoedig uitgesproken. Woorden waar de twijfel een plaats in krijgt. Geen woorden die deze gruwel gebruiken om iets te zeggen wat vooral de waarheid van de spreker moet herbevestigen.
Als je eerlijk bent, ben je met verstomming geslagen. Het gemak waarmee sommigen meningen verkondigen, met grote stelligheid en grote en harde woorden. Vergelijkingen die zogenaamd getrokken worden met andere situaties of landen, maar op zo’n manier dat de recente gruwel uiteindelijk nog maar een soort aanleiding lijkt voor het nogmaals poneren van het eigen grote gelijk. Mensen die het altijd al geweten hebben, altijd al gezegd hebben, zichzelf geweldig deskundig vinden. Mensen die meteen anderen veroordelen die op een eenvoudige stille wijze hun menselijke verbondenheid willen uitdrukken en hun erop wijzen dat ze het niet hebben over de structurele dit en dat ze daardoor zo ongeveer medeplichtig zijn aan dit of dat. Het is zo vermoeiend.
Je kunt het niet goed uitleggen, en misschien slaat het wel nergens op. Maar je denkt dat het goed zou zijn om te wachten, een beetje toch. Maar misschien ben je gewoon oud aan het worden. Je denkt iets als: kunnen we eerst onze doden begraven, en daarna heel voorzichtig beginnen met de analyses.
Het is zo raar, mensen die kwaad zijn op mensen die vanuit een geloof in een onwankelbare waarheid die geen enkele tegenspraak duldt en die met geweld mag opgelegd worden, en zelf zo snel reageren met grote waarheden. Op een of andere manier klopt het niet, denk je. Maar misschien vergis je je.
Zou het mogelijk zijn, met zoekende woorden iets aan te raken van de stilte waar je naar verlangt? Misschien is die stilte iets als een voorzichtigheid, een kwetsbaarheid, een aarzeling of gestotter. Iets met het hoofd buigen. Er lijkt zo’n onevenwicht tussen de brute werkelijkheid van zoveel mensen die dood zijn, en dat in amper enkele uren, en het ondertussen al oneindig grote web aan betekenissen die eindeloos naar elkaar verwijzen. Misschien zijn we allemaal bang van het niet weten wat te zeggen in het oog van zoveel dood, maar misschien is het ook wel goed die onwennigheid even toe te laten, en niet meteen te gaan overschreeuwen. Anders lijkt het een beetje alsof we de doden op een of andere manier gebruiken. Je kunt het niet uitleggen, denk je.
Hoe meer je erover nadenkt, hoe meer je verstrikt raakt in je eigen kronkelende vragen. Misschien is dat wel goed. Voorzichtige inzichten zullen misschien volgen, in de loop van de tijd. Zoekende meningen van anderen, voldoende breekbaar uitgesproken, zullen je misschien helpen, je hoopt het.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten