Wat zou je zeggen over de woorden? Over wat ze voor jou zijn?
(Je zou het willen uitleggen aan iemand.)
Het is nauwelijks mogelijk dat te doen, denk je. Het is bijna als over de liefde praten. En daar kun je ook eindeloos over praten. Zo onmogelijk, zo onontkoombaar.
Hoe kun je uitleggen dat woorden fysieke dingen zijn? Je kunt ze aanraken, betasten. Ze hebben gewicht, als je probeert de woorden te schikken. Je hebt er je handen voor nodig.
Hoe zou je moeten vertellen dat je de woorden kunt voelen, onder je huid. Daar bewegen ze. Daar doen ze pijn soms. (En je denkt aan dat boekje dat je ooit schreef, aan het meisje dat de woorden kon voelen, onder haar huid.)
Hoe is het verlangen naar woorden te beschrijven? Woorden lezen, woorden schrijven, denken aan woorden, luisteren naar woorden, kijken naar woorden, voelen aan woorden. Het verlangen kan pijn doen, veel pijn doen. Het kan je rusteloos maken. Het kan je doen dolen. Tot je weer daar bent, waar de woorden zijn. Daar voel je hoe je lichaam zich dan voorzichtig neerlegt.
Hoe kun je de weerbarstigheid van de woorden uitleggen? Ze zijn van graniet, denk je altijd. Ze zijn niet vluchtig, niet transparant, niet gewichtloos, niet zomaar kneedbaar. Ze zijn niet als de beweging in een dans (en ook een beetje wel). Ze laten op zich wachten. Ze verzetten zich tegen je. Maar ze laten zich ook dragen. Misschien verlangen zij ook wel naar jou, zoals jij naar hen verlangt. Wie zal het zeggen, zelf spreken ze niet.
Hoe kun je de zinderende trilling van woorden weergeven? Je zet die woorden naast elkaar, sleept ze naar de juiste plaats. En dan moet je alleen maar kijken, en dan zie je het, zie jij het. Je kunt eindeloos aan iemand vragen of zij het ook ziet, maar misschien is dat helemaal niet zo.
Hoe je machteloosheid beschrijven? Die plek waar je dan bent. Waar je zou staan roepen, met je armen wijd, zonder een geluid. Daar waar de woorden net buiten je bereik zijn.
Hoe moet je uitleggen wat de afstand tot de woorden is? In je hoofd kun je het zo duidelijk zien. In die afstand kun je bewegen. In die afstand kun je liefhebben. In die afstand kun je eenzaam zijn.
Hoe kun je begrijpen dat je een woord kunt begrijpen? Je legt aan iemand uit waarom dat ene woord net dat ene wil zeggen, en niet iets anders. Tot je ineens, tijdens het uitleggen, dat woord ziet, in je hoofd. En je vraagt je af hoe dat woord daar is gekomen, hoe het komt dat je weet wat je aan het zeggen bent. En dat woord lijkt ineens als een gast die in een nacht naar binnen is geslopen, en zich daar heeft genesteld.
Hoe zou je moeten uitleggen dat je pas nadien zult weten op welke woorden je wachtte? In je hoofd kun je de brief zien aan die vrouw die dat hoofd heeft ingenomen. Die brief die er nog niet is, maar die er al is, daar. De woorden in die brief zijn als lege plekken, die je kunt zien, die wachten op hun invulling. En eens ze er staan, weet je welke woorden het waren. De brief volgt zichzelf, zoals het verhaal, wanneer je dat begint te schrijven.
Hoe kun je zeggen hoe het is om je eigen stem te horen? En hoe het is wanneer je helemaal niet door hebt dat die woorden in jouw stem drijven. Hoe je je dan helemaal niet of net wel bewust bent van de woorden.
Hoe laat je zien hoe mooi woorden kunnen zijn? Kijk dan, zie je het niet! Ja, ik zie het.
Hoe kun je het licht beschrijven dat uit de woorden wasemt? Je beweegt tussen woorden in verschillende talen, en dan zie je ineens dat licht.
Hoe zou je het gemis moeten benoemen? Het is een soort omgekeerd gemis, of een verlangen, of iets. Je voelt alleen maar dat je woorden zou willen geven aan iemand. Een bericht. Wat mis je dan eigenlijk? Misschien mis je iemand? Misschien mis je het gevoel dat er zou zijn na het verzenden van de woorden. Je kunt die woorden voor je zien. Ze staan te wringen als aan een poortje, ze willen weg, weg is hun bestemming.
Hoe kun je vertellen dat je je soms wilt neerleggen, naast de woorden? De woorden zijn daar, jij wilt hier zijn. Voor even. Zoals je graag alleen in het huis bent, wetend dat er daar ergens anderen zijn, dat er daar dingen bewegen. En dat je daarom hier kunt zijn, waar je alleen bent, waar het stil is. Omdat je weet, kunt zien, dat de woorden net naast je zijn, binnen aanraakafstand. In die stilte kun je geborgen zijn.
Hoe kun je het beeld verklaren, waarbij je woorden schrijft op de huid van een ander? En dat dat iets over de woorden zegt, over wat ze zijn?
Hoe zeg je iets over de rusteloosheid van het wachten op woorden? Die woorden zijn er. Je kunt ze zien, in hun afwezigheid. In hun nog niet aanwezig zijn.
Hoe kun je iets vertellen over je liefde?
Hoe kun je uitleggen dat je niets begrijpt van woorden? En dat het dus daarom is dat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten