Ik zag haar voor het eerst aan een verkeerslicht. Ik kwam terug van een wandeling, en stond op mijn fiets te wachten tot het groen zou worden. Ze kwam naast me staan, keek naar me alsof we elkaar al ergens van kenden. Het werd groen, en ze stak samen met mij over. We moesten blijkbaar in dezelfde richting. Het was alsof ze een beetje aarzelde. Toen vroeg ze of ik misschien zin had om even mee iets te gaan drinken. Het leek me een wel een goede dag om op alles wat zich aandiende ja te zeggen. Oefenen in open of zo.
We vonden een plekje in de schaduw. Ze heette Lana en was net als ik niet echt hevig zonzoekend of zoiets. Ik had zin in koffie en ook veel water. Zij ging voor de limonade.
‘Ik was een beetje doelloos aan het fietsen toen ik jou zag. Ik had geen zin om naar huis te gaan en ook niet om op een bankje in het park te gaan zitten. Soms wil je kunnen praten tegen iemand en dan tegelijk zien hoe haar of zijn gezicht reageert op wat je zegt. Niet om grote dingen te zeggen, niet om gewoon aandacht te krijgen, maar vooral om te voelen dat de woorden heen en weer gaan en dat ze allemaal gehoord worden. Het lijkt soms alsof veel mensen dat niet meer zo vaak doen. Ze lossen zinnen, alsof ze met hun profiel bezig zijn. Ze luisteren niet echt, stellen enkel een vraag om het antwoord van die ander zo snel mogelijk naar zich toe te trekken om weer over zichzelf te kunnen praten. Misschien ben ik te somber. Maar ik mis het soms, gewoon een gesprek, waarbij er alleen maar dat is, niets anders.’
Ik glimlachte en knikte, herkende me wel in wat ze zei.
‘Ben jij soms ook moe en bang? Niet in het groot of zo, maar klein. Soms ben je de hele tijd bezig met de dingen goed te doen, en lukt dat ook wel. Maar het kan dan zijn dat je daarna een beetje alleen achterblijft, alleen met jezelf. En dat je dan heel stiekem zou willen dat er iemand is die een beetje om je heen gaat zitten. Ik kan het niet zo goed uitleggen, iets in die aard. Die net dan niets van je vraagt, net dan je lichaam niet naar zich toetrekt, maar gewoon door er te zijn je buik terug zacht maakt.’
Het was alsof ze iets met zich mee droeg. Een of ander spoor. Ik zei haar dat ik soms ook moe en bang ben.
‘Het doet goed dat te horen, gewoon zo. Je vindt het misschien raar dat ik hier nu zit te praten, vanmorgen kenden we elkaar nog niet. Misschien is het oefenen. Ik nam me voor dat ik de eerste persoon zou aanspreken die ik intuïtief vertrouwde, en dat was jij blijkbaar. Misschien is leven wel elke dag een beetje oefenen. Het is een beetje moeilijk om over te praten, maar je kunt je waarschijnlijk niet voorstellen wat voor een overwinning het voor mij is dat we hier nu gewoon zitten en dat ik praat, alsof het gewoon is. Hij had me zo klein gekregen. Ik begon me bijna te verontschuldigen omdat ik ademde. Alles was slecht aan mij. En ik gaf hem niet waar hij recht op had, zo zei hij. Dingen die ik niet wilde doen. En ik voelde me al vies de hele tijd. Twee vriendinnen hebben me daar weggehaald. Zij deden wat ik zelf niet kon. Dat is nu een jaar geleden. En vandaag zei ik tegen mezelf dat het tijd was om iets dappers te doen.’
Ik bestelde een tweede limonade voor haar. Ik zei haar dat ik vond dat ze heel dapper was.
‘Dankjewel, dat maakt me een beetje verlegen. Weet je, ik denk dat het wel goed zal komen. Het is wel alsof ik littekens heb, en weet dat die nooit weg zullen gaan. Ik weet niet of ik ooit nog iemand zo dichtbij zal laten komen. Misschien zal ik altijd willen weten dat er een achterdeur is. Maar dat is niet zo erg. Soms denk ik dat wat ik verlang iets is dat voor een ander te veel of net te weinig zal zijn, het is maar hoe je het bekijkt. Maar het is goed. Het enige dat ik soms zou willen is iemand tegen wie ik af en toe kan zeggen: zullen we even bij elkaar komen schuilen, tot het onweer voorbij is? Kun je je daar iets bij voorstellen?’
Het is raar, hoe iemand soms net dat zegt wat je zelf een dag eerder nog gedacht had. Ik zei dat ik me daar heel goed iets bij kon voorstellen.
‘Dat is een mooie gedachte. Misschien is deze dag al wel helemaal geslaagd en is dat jaar dat voorbij is ook echt voorbij, een klein beetje. Ik denk dat ik nu ook wel een koffie wil.’
En ik bestelde een koffie voor haar, en voor mij ook nog een. Hoe warm het ook was, de koffie was heel lekker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten