02 augustus 2024

Kairos


Wat ooit als een droom begon, kan een nachtmerrie worden. Wat officieel liefde genoemd werd, was misschien vooral een obsessie. Wat een ideaal was, was uiteindelijk vooral giftig. Wat je op het moment van de grote bevlieging neerschrijft, wat dan misschien poëtisch lijkt, een poging om te vatten wat onwerkelijk is, wordt na de liefde een pijnlijk archief dat de neergang al in zich had. Het wurgende falen van een ongelijke liefdesrelatie met op de achtergrond (of de voorgrond) de nadagen van een totalitaire staat, hoe beïnvloeden ze elkaar? Of zijn ze elkaars spiegelbeeld? Pas een tijdje na het uitlezen van Kairos, van de Duitse Jenny Erpenbeck (vertaald door Elly Schippers) begin je lijnen en lagen te zien, met veel spiegeleffecten. Het is een boek dat zich niet gemakkelijk in je neerlegt. Het is complexer en weerbarstiger dan je zou willen, hoewel je er tegelijk als een trein doorheen gegaan bent. Aangetrokken en met afschuw. Met zachtheid, hardheid en verwarring waar je die niet zou vermoeden, of wensen.

Kairos is de god van het juiste moment. Op het juiste moment gebeurt er iets dat anders net niet had kunnen gebeuren, en dat is het begin van iets groots. Zo is het ook met Katharina en Hans. Het verhaal speelt zich af in Oost-Berlijn, begint in 1986, de DDR begint stilaan aan de implosie. Katharina is 19, Hans is 53. Ze komen elkaar, door een toeval, tegen in de bus en voelen zich meteen tot elkaar aangetrokken. Zij is studente, hij is een bekend auteur en radiomaker. Zij is een kind van de DDR, opgevoed in de socialistische heilstaat. Hij was als kind bij de Hitlerjugend, koos er na de oorlog voor om naar de rode kant te verhuizen en is overtuigd socialist. Hij is getrouwd en heeft een kind. Zij is alleen.

Het boek begint wanneer Katharina zoveel jaar later, na de dood van Hans, bij haar thuis twee dozen geleverd krijgt, vol met brieven, notitieboekjes, foto’s, … Het is als een archief van hun relatie. Het duurt een tijd eer ze de dozen opent. Ze heeft ook haar eigen doos, vol met teksten die ooit het andere deel van de dialoog waren met wat er in de dozen van Hans zit. De structuur van het boek steunt erg op dat dubbele, als een A- en B-kant van een plaat. Na een proloog is er een lang deel “Doos I”, dan een kort intermezzo, weer een lang deel “Doos II”, en een korte epiloog. De epiloog spiegelt op een schokkende manier wat begon in de proloog, een beknellende waarheid is bewaard in de teksten. Via de dozen komt de hele relatie tussen Katharina en Hans in beeld, en wordt tegelijk het leven in de DDR beschreven in die periode net voor en net na de val van de Muur.

Katharina en Hans vallen gulzig in hun passionele affaire. De aantrekkingskracht is enorm, de liefde is verzengend. En toch heb je als lezer al meteen onderhuids een unheimlich gevoel. Het voelt niet als een romantisch liefdesverhaal. De verteller vertelt alles in de tegenwoordige tijd, wisselt de hele tijd van het ene naar het andere perspectief. Je leest wat ze meemaken, wat ze tegen elkaar zeggen, en ook wat ze denken, en dat zijn verschillende werkelijkheden. Ze gebruiken, in wat ze zeggen, en in wat ze schrijven, heel grote woorden over de noodzakelijkheid van hun liefde, alsof ze elkaars ultieme bestemming zijn. Dat voelt als lezer eigenlijk al meteen een beetje beklemmend. Je vraagt je ook af wat die nog zo jonge vrouw eigenlijk ziet in die man die toch een heel stuk ouder is. Hij heeft blijkbaar een grote aantrekkingskracht, maar is ook nogal pedant, wil zichzelf graag nestelen in de rol van de oudere man die alles kan uitleggen, waarbij zij voor hem ‘een meisje’ blijft dat hij kan inwijden in het leven. Maar ook in haar eigen gedachten voel je iets van een andere werkelijkheid. Ze kan blijkbaar niet ontsnappen aan het samenzijn met hem, maar heeft ook voor zichzelf iets onschuldigs. Zij is beweeglijker, richt zich op een toekomst. Hij zit meer vast in het verleden, wil dat anderen zich schikken in zijn patroon, waardoor hij controle kan houden. Doorheen het hele boek is zij uiteindelijk het meest fascinerende personage. Ze is complex, soms onbegrijpelijk. Je zou haar dingen willen vragen, maar zit als lezer vast in het wisselende vertelperspectief. Je zou willen roepen tegen haar, maar dat stoot ze af.

Wat met een grote droom begon, kan kantelen in een nachtmerrie. De relatie die al van in het begin feitelijk onevenwichtig was, wordt steeds meer toxisch. Dat blijkt vooral in het tweede deel van het boek. Het is duidelijk dat Hans niet weg zal gaan van zijn vrouw, wat Katharina nogal gewillig ondergaat. Zij heeft heel even iets met een andere man, en zodra hij dat weet begint hij haar daarvoor te straffen. In een eindeloos ritueel herinnert hij haar eraan dat zij hun liefde kapotgemaakt heeft, hoewel ze elkaar toch nog de hele tijd opzoeken. Hij vernedert haar, doet haar pijn, leest cassettes in met eindeloze steeds opnieuw herhaalde verwijten naar haar en zij lijkt te zwelgen in een soort boetedoening, die haar uitput en vervreemdt, en tegelijk ook een vorm van macht geeft. Ze controleren elkaar, en zitten tegelijk vast als in een lege verslaving.

Dat alles is niet alleen hun verhaal. Er is ook het verhaal van de DDR, van het concrete leven in de DDR, maar ook van het in elkaar stuiken van de façade die de heilstaat geworden was. En die twee werken op elkaar in. Wat buiten gebeurt heeft een effect op wat binnen gebeurt. De tekening van het gewone alledaagse leven heeft een soort tederheid in zich die het boek wat zachter maakt. Het is alsof zoveel verhalen ineens ruimte krijgen. Je waant je in Oost-Berlijn, en je kunt de geluiden en geuren tot je laten komen. Je voelt de verandering die zich aandient, beschreven van de andere kant. Het is goed, om nog eens alle gebeurtenissen van toen mee te kunnen maken. Je voelt mee hoe het DDR-kaartenhuis in elkaar klapt, alsof het niets is. Alleen de keizer wist niet dat hij naakt was. Maar tegelijk lees je nog eens hoe de Duitse vereniging ook als een pletwals of een overname was.

Het liefdesverhaal (als je het al zo kunt omschrijven) lezen is een soms beklemmende ervaring als lezer. Je hoopt dat het voorbij zal gaan, dat het goed zal aflopen, maar het gaat maar door. Het is indrukwekkend, en tegelijk heel pijnlijk, hoe de toxische mechanismen van een obsessionele affaire beschreven worden. Pas na een tijd, wanneer je als het ware uit het boek ontsnapt bent, begin je allerlei lijnen te zien. Het hele spel van controle over elkaar – hoewel je officieel in een droom of een paradijs zit – van dingen wel en niet zeggen tegen elkaar, dingen achterhouden, dingen noteren die al dan niet mogen gelezen worden, elkaar opsluiten, muren bouwen. Het zit in het spel tussen Katharina en Hans, maar het zit ook in de archieven van de Stasi. Of er is de spiegel tussen de te ‘grote’ of ‘bezittende’ woorden die de geliefden gebruiken voor hun ‘noodzakelijke’ en alles verzengende liefde en de lege moralistische retoriek van het communisme. Die zogenaamd volledige liefde is even totalitair als het akelige ideaal van de ‘nieuwe’ socialistische mens die de noodzakelijke loop van de geschiedenis mogelijk zal maken. En gemakkelijke uitwegen zijn er niet. De wereld aan de westerse kant van de Muur, een andere variant van een heilstaat, kan Katharina niet bekoren. Dat ene juiste moment dat alles in gang heeft gezet, heeft haar geen verlossing gebracht.

Kairos is een heel bijzonder boek. Het fascineert je, maar gunt je bij het lezen niet altijd veel zachtheid. Het is iets heel anders dan een vermoeiend of voorspelbaar verhaal over een oudere man en een veel jongere vrouw. Het is ook geen simpel verhaal van ondergang DDR loopt parallel met ondergang met gedoemde liefde. Het past niet in eenvoudige schema’s van een A-kant en een B-kant, wit en zwart, goed en slecht. Het zit veel complexer in elkaar en interfereert veel ingenieuzer met elkaar dan je eerst doorhebt. Misschien verwacht je als lezer een zacht romantisch beeld over een liefde en een hard eenduidig beeld over de teloorgang van een politiek experiment, in het boek is het vaak net anders. Het boek zet je met terugwerkende kracht aan het denken, waardoor je het misschien wel een tweede keer wilt lezen. Een geweldige prestatie van Jenny Erpenbeck.

2 opmerkingen:

Erik Devogelaere zei

Dag Jan,

Net ook Kairos gelezen. Mooie recensie van jou. Ik ga grotendeels akkoord met je opmerkingen. Is een boeiend gelaagd boek. Edoch, twee bemerkingen. 1.Het toxische in de relatie tussen de hoofdpersonen was er soms zo over dat het voor mij het boek minder sterk maakte. En dat bleef maar duren en zich herhalen. Ik geloofde niet meer dat twee intelligente mensen zo vast blijven zitten, zeker zijn vragen aan haar over haar 'overspel' waarmee hij zichzelf (en haar) pijnigde vond ik ongeloofwaardig. 2.Ik ben natuurlijk maar een gemiddeld intelligente lezer, maar het gestrooi met allerlei belangrijke (Duitse en andere) schrijvers, filosofen en andere intellectuelen, waarvan ik de helft niet ken, werkte me op de zenuwen. Je kan zo de Booker prijs winnen, maar of je veel nieuwe lezers naar ander werk van jou zal zien grijpen, dat denk ik niet.
Hartelijke groet. Erik

Jan Mertens zei

Dankjewel daarvoor Erik. Ik herken wat je zegt. Ik had als lezer ook veel moeite met dat toxische, het brengt je echt een beetje op de rand of zo. Pas na een tijd, toen ik het na het lezen begon opnieuw te overdenken zag ik beter dat dat de bedoeling is, en zag ik ook meer die spiegeleffecten met de context van de DDR. Het geeft alleszins een heel bitter beeld. Ik had vooraf om een of andere reden een andere leeservaring verwacht, en eigenlijk pas het schrijven van mijn recensie vielen voor mij de puzzelstukken in elkaar of zo. Veel dank alleszins voor je reactie, en al het goede nog.