Alles kan beter, zo zegt men wel eens. Het zou kunnen, al is het wel een beetje vermoeiend. Alles is te leren, zeggen sommigen. Dat weet je toch niet zo goed. Alleszins een gedachte die goed is voor preventief faalbesef. Wat dan ook weer tot lichte troost kan leiden in het licht van de kosmische orde.
Er zijn van die dingen die je eigenlijk niet mag doen. Zoals stiekem meelezen op het telefoonschermpje van iemand anders. Maar soms kun je bijna niet anders.
Er zijn van die dagen. Een vroege herfst, een late nazomer, er zindert iets in de lucht. Liefde en lust, zo blijkt, en alle tintelingen die daarbij horen. Zomaar. Terwijl je je best doet om na te denken over duurzame oplossingen voor de double dip (of zaten we al aan de triple dip), de dagelijkse worsteling met het ethisch kader dat nodig zou zijn om ooit in een volgend leven een goed mens te worden of de vraag of je volgens de criteria van een Vlaamse werkgeversorganisatie als ambtenaar wel genoeg performant bent.
En zo sta je daar, geprangd tussen heel wat anderen in de metro. Je kunt alleen maar schuin naar beneden kijken. Het meisje haalt haar gsm boven, klapt hem open, en begint te lezen. Een bericht dat begint met “Mon amour”. Heerlijk toch, je zou haar bijna feliciteren. Gewoon, de liefde, dat is nog te vatten. Maar de lust, dat is wat anders.
Even later zit je in een zaaltje. De rijen steeds voller. Voor jou is een man in een sjiek pak komen zitten. Met een al even sjieke telefoon, met een groot scherm. Hij is ijverig aan het tikken, het lijkt wel een essay te gaan worden. Misschien ook over de double dip. Hij is klaar, en houdt de telefoon omhoog om alles nog eens na te lezen. Wat jij dus ook kunt doen.
In het bericht beschrijft hij in detail hoe hij de borsten van zijn geliefde zal kussen. Waarna hij zal overgaan tot allerlei andere onderdelen van haar ongetwijfeld goddelijke lichaam. En nog andere dingen, die niet meteen voor weergave vatbaar zijn, maar die wel tot enig licht innerlijk blozen leiden.
Oeps. Zou dat te leren zijn? Zou je dat zomaar kunnen als dat ooit van pas zou komen? Misschien kan er al geoefend worden. Af en toe krijg je de commentaar dat je kiest voor een licht omzwachteld taalgebruik, dat je niet meteen op je doel afgaat, te voorzichtig bent, en zo de opportuniteiten voorbij laat gaan. Of zoiets. Het komt er dus op aan een scherpe focus aan te brengen in het bericht dat dan daarna via de mobiele telefonie (of anders per postduif) zou kunnen worden overgebracht
Geachte weledelgestrenge mevrouw. Als u er geen fundamenteel bezwaar tegen heeft, zou ik graag willen overgaan tot het bilabiaal betasten van de golvende glooiingen van uw landschap. Ik kan u hierbij via dit schrijven melden dat de hoger genoemde glooiingen mijn heftige verbeelding in beroering hebben gebracht. Ik zou het bijgevolg niet geheel onaangenaam vinden om binnen afzienbare tijd over te kunnen gaan tot een vorm van toenadering die mij in staat stelt tot het hoger genoemde betasten, waarbij ik zoals gezegd de bilabiale benadering verkies boven de labiodentale. Ik hoop van harte dat u mijn verzoek zult inwilligen en dat we spoedig een afspraak kunnen maken die hopelijk allerlei gewenste effecten zal hebben voor u en voor mij. Hoogachtend, uw dienaar.
Iets van die aard, dat moet toch al inslaan als een bom van wild en stout leven. Misschien is het wel een beetje lang voor een sms, en is het wat moeilijk met al die lange woorden. Maar als je dat nu al zou voorbereiden, dan kun je er wel voor zorgen dat ze allemaal in je woordenboek zitten. Als ze dan van pas komen, flitsen ze zo op je scherm.
Het komt nog wel goed, denk je. Misschien moet er nog een verkorte variant ontwikkeld worden voor noodgevallen, je weet maar nooit. Maar voor de rest: laat die lente in de herfst maar komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten