Of je lang genoeg hebt gewacht op je lichaam. Tot het weer soepel en zacht wordt. En of het dat wel kan worden.
Waarom sommige mensen in je dromen opduiken. En wie ze zijn, soms.
Of je ooit moedig bent geweest. En vooral: of je ooit, op het juiste moment, het juiste zult doen.
Of je dicht genoeg bent gekomen bij de woorden.
Wat je zou vragen aan Bach, als je hem tegen zou komen. Of je wel iets zou vragen.
Of je de bewegingen van je grootvader overneemt of dat het omgekeerd is.
Of je toch niet zou moeten beginnen met de edele kunst van het hout. En of het wel genoeg is als je zegt dat de woorden jouw hout zijn.
Wat er van je geworden zou zijn als je iets meer moeite had gedaan voor de pianoles, zoveel jaar geleden.
Of je die foto’s zou kunnen maken die in je hoofd rondzwerven.
Of de mensen van wie je houdt en hebt gehouden dat ook wel weten.
Waarom je niet meer frangipanetaarten bakt.
Of je trouw genoeg bent gebleven tegenover je dierbaren die er niet meer zijn.
Of dat boek er ooit nog gaat komen.
Wie anderen zien als ze je blijkbaar herkennen.
Of het mogelijk is het eten niet op het exacte uur waarop je je vrienden uitnodigde klaar te hebben.
Of je jezelf uit handen kunt geven. Misschien wel, misschien niet.
Waarom het woord misschien zo vaak opduikt in je teksten.
Of je in staat bent tot de liefde. En of het anders is als die de er niet staat.
Waar hier ophoudt en daar begint.
Of je een plek bent.
Tot waar de wind waait.
Wat je zou vragen aan Bob Dylan, als je hem tegen zou komen. Of je wel iets zou vragen.
Of er manieren zijn die je nog niet kent om soepel, in één vloeiende beweging, die draad in dat oog van die naald te krijgen.
Of je ooit zonder schrik, en zonder totale afgang, een vlot gesprek zult kunnen voeren in het Duits. (En in het Spaans in je volgende leven dan.)
Hoe diep de scheuren zijn die de tijd in je maakte.
Wat je moet doen als iemand zegt: geniet ervan.
Of je alles doet om in je hoofd soepel oud te worden. Niet krampachtig jonger dan je bent, niet angstig ouder dan je bent.
Of je je geliefden genoeg aan het lachen hebt gebracht.
Of het besef van die duizenden boeken die je niet hebt gelezen en niet meer zult lezen draaglijk zal blijven.
Of je wel genoeg hebt geluisterd naar anderen.
Of je er genoeg was voor je vrienden.
Hoe warm je je moet kleden in het tussenseizoen. En of het nu wel of niet zal regenen die dag als je ’s morgens toch maar je regenjas meeneemt. En wat je met die jas moet doen als je ’s avonds weer naar huis loopt en het dus niet regent, en veel te warm is om die jas aan te hebben.
1 opmerking:
"Of dat boek er ooit nog gaat komen."
Ik mag hopen van wel, Jan.
Een reactie posten