De laatste tros druiven van het seizoen. Poging die zo traag mogelijk op te eten.
Je probeert een foto te maken met subtiel een zonnestraal in tegenlicht. Effect, dus. Wanneer je het resultaat bekijkt, is het alsof er een soort regenbui van zonnestralen is. Een klein beetje te.
De man naast je in de vergadering heeft een hardnekkig probleem met zijn tablet, zegt hij. Iedereen rond de tafel heeft ondertussen uitgelegd op welke knop hij had moeten duwen. Maar het ligt ongetwijfeld toch aan het apparaat. Minstens.
Je collega lijkt erg gevoelig voor dat glaasje limoncello. Jij nam er geen. (Stel je voor welk onheil er over de kosmos zou komen, als je zomaar de controle over jezelf zou verliezen.) Wel een klein druppeltje, om te proeven. Wel lekker, eigenlijk.
Iemand komt uitgebreid voor in je droom. Heel verhaal. Gaat allerlei richtingen uit. Spannend ook wel. Aan het einde van het verhaal ligt ze hevig te wenen. De dag nadien, weer wakker, stuur je haar toch maar een berichtje, om te checken of alles in orde is.
Dat had ook anders gekund, denk je, die ochtend. Maar goed, het is wat het is.
Opleidingsdag. Een eerste van vijf. Over het beheren van kennis. Een gebouw midden tussen de plekken die de voorbije weken zo vaak in het nieuws waren. Je wandelt er even rond, tijdens de middagpauze. Daar stonden de tenten.
Op onderzoek door het gebouw. Ergens, ingenieus verborgen, moet een koffieautomaat staan. Uiteindelijk gevonden. Diverse keuzes kunnen gemaakt worden. Lichte keuzestress. Wel een goede uitvinding, koffie.
Stapeltje boeken halen. Diverse verjaardagen naderen. Soms voelt het verdacht, als je te snel de boeken vindt die goed zouden kunnen zijn voor de jarigen. Alsof je niet genoeg boekhandelmoeite hebt gedaan. Of zoiets.
Ook nog koffie halen. Fijn gesprek met de mevrouw over de geur van koffie. Twinkelende oogjes.
En daarna nog een fijne onverwachte ontmoeting. Je bent blij dat je haar weer ziet. Terrasje. Visueel is er nauwelijks verschil te zien tussen vlierbessensap en appelsap, zo stellen jullie vast.
Naar een fuif. Dat was lang geleden. Bij het binnenkomen loop je straal de jarige voorbij, dat begint al goed…
Wel lekker zo’n glaasje champagne. Ondertussen is de jarige gevonden, het boek gegeven. (Was weer ingepakt op jouw geheel eigen wijze, heel klein beetje slordig, of zo.)
Lang geleden dat je nog zoveel danste. Het doet je goed.
Je hoort een verhaal dat je erg verlegen maakt.
De twee oude krasse dames op de dansvloer gooien zich helemaal in de strijd. Het moet toch wel kunnen helpen, qua richtinggevend doel, het idee op je op je 90ste nog met zo’n baseballpet zult staan shaken.
Soms schrik je van je eigen emotionele betrokkenheid bij sommige discussies. Nadien altijd een beetje beschaamd. (Een dierbare vriendin zou zeggen dat je dat nu net niet moet doen. Waarmee ze aansluit bij dingen die in dat boek staan dat je aan het lezen bent.)
De gulle lach van die twee Afrikaanse vrouwen iets verder op het perron. Heerlijk.
Het boek verheldert. Je weet nog niet goed wat je met de conclusies moet doen. Alsof je nog niet weet of je zoveel in de spiegel wilt zien.
Veel zin om te poetsen had je eigenlijk niet. Gewoon tijd verliezen leek je ook wel wat. Je begint toch maar te poetsen. (Ook in het kader van het vermijden van het onheil van de kosmos.)
Wat een mooie middag. Rustig op het bankje voor het huis, ongeveer in het bos.
Je hoort jezelf dingen zeggen die je nog niet eerder zei. Over niet durven. Ook over mooie dingen. Het is alsof je je even niet schaamt. En de hemel stort niet in. (Bijna had je nog iets meer gezegd.)
Misschien komt het nog wel goed, denk je nadien.
Als dat apparaat klopt, daar naast de weg, kom je voorbij gefietst aan 27 km/u. Net echt, denk je.
En ook nog aardappeltjes schillen. Het ritueel van een zondag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten