26 februari 2016

Lintje

Iets over een terugkeer. Je glimlacht.

De minister spreekt soepel om alle vragen heen. Volleerd, en met zichtbaar plezier. Je maakt foto’s. Met dit nieuwe toestel gaat het veel vlotter. Meer licht. Nadien merk je dat een licht inkijkfoutje is gemaakt bij het fotograferen. Of misschien niet.

In je hoofd wachten verhalen op verteld worden. Brieven die zouden kunnen beginnen.

Echt bijgekomen ben je dus nog niet.

Je merkt bij jezelf dat je hoofd al een beetje bij de volgende week is.

Je weet niet goed wat te doen met woorden en de nacht. (Ze zullen hun weg wel vinden.)

Ergens midden in een nacht (of net voor of na dat midden) denk je: zou ze op een of andere manier horen wat ik denk nu?

De tekst die je schrijft, bouw je op uit brokjes. Je schuift die in elkaar. Je weet nog niet goed of ze zullen blijven zitten.

Je ziet haar naam op het schermpje, en het doet allerlei.

Het is een mooi concert. Hoe dat juist zit met die blinkende pakjes die Afrikaanse muzikanten zo vaak aan hebben, je weet het niet. Hoe zou je die moeten wassen? Of zijn ze van was? Die blauwe blinkende pakjes, ze staan goed bij zwarte mensen, niet bij die ene witte mens, het is niet anders.

De mevrouw in het café komt vertellen dat het de avond is van een of andere filosofische club. Op zich geen probleem. Al denk je even dat in jouw tijd de filosofiestudenten er iets wilder uitzagen. De uitleg van die mevrouw blijkt een soort preventieve verontschuldiging te zijn voor de kwaliteit van het opdiengebeuren. Er zijn echter weinig existentiële, metafysische, fenomenologische of deconstructivistische opmerkingen te maken over dat opdiengebeuren. De kwaliteit van de wijn wijst iets minder op inherente waarde, die zou meer passen in een utilitaristische benadering.

Die nacht denk je: zou ik haar kunnen vertellen dat mijn lijf koud is, en lijkt te blijven, een beetje toch, tot de ochtend?

Je bent de volgende dag blij als je kunt zeggen dat de tekst klaar is. Klaar genoeg voor vandaag, denk je.

Verhalen.

Iets met de zon.

Sommige avonden zijn swingender dan andere. Sommige zijn minder swingend dan andere, zo blijkt. Het trio op het podium blijkt veel apparatuur te hebben, waaronder speciale bekerhoudertjes aan de microfoonstandaard. Over de vestimentaire keuzes is nagedacht: de zanger een zwart hemd, de twee andere muzikanten een grijs hemd. Over de naam van het trio is ook nagedacht, dat wordt duidelijk uit de uitleg. Je kunt evenwel niet zeggen dat de kwaliteit van het trio je achterover blaast, of zoiets. Om een of andere reden heb je de indruk dat er bijzonder veel nummers op hun setlist staan. Sommige minuten gaan sneller voorbij dan andere. Sommige duren langer.

Je had graag meer woorden de nacht ingestuurd, maar je durft het niet.

De volgende ochtend. Tranen in je ogen. En een glimlach. Verlegen zeg je iets over missen, zeg je andere dingen niet, nog niet.

Sommige vergaderingen zijn vermoeiender dan andere.

Je bent niet zo’n fan van samen uit eten gaan tijdens de werkuren. Het is wel lekker. En dat mannetje dat in zijn eentje het hele restaurant bedient, is geweldig.

Je denkt aan woorden. Ze bewegen.

De brieven dienen zich aan, ze waren er misschien al.

Iets in de nacht.

Het is nog frisjes, op weg naar de markt.

(Je zou de hele tijd willen vertellen, denk je.)

Iets wat te omschrijven is als een ‘lichte’ chaos op het spoor.

Een bericht in je mailbox over iets wat een ereteken zou kunnen zijn. Je begrijpt er niets van. Zal wel een vergissing zijn, of zoiets.

Onderweg naar huis loop je al even langs de apotheek, een voorbereid man is er twee waard. Je bestelt twee flesjes voor volgende week. Ze scoren goed in de categorie ‘vies’. (Je buik was al aan het oefenen deze week, denk je.)

Haar stem. Er gebeurt allerlei. Zoals het op de grond katapulteren van wat er nog op je bord lag.

Iets met een droom.

Tijd om in de zetel te gaan liggen, denkt je rug. Warmverlangen.

Geen opmerkingen: