12 februari 2017

Hier

‘Hier zijn we dan.’
‘Ja, hier. Jij hebt iets met dat woord.’
‘Ik heb iets met plekken. Ik zoek al lang naar een hier. En soms is het alsof het er is. Nu, dus.’
‘Soms denk ik dat jij het al gevonden hebt, dat wat je zoekt. Ik kan het niet goed uitleggen, maar soms lijkt het zo. Terwijl ik nog ronddool.’
‘Leg je handen hier eens. Ik wil even vergelijken met jouw handen in mijn hoofd. Zoals ik ze me herinner, van toen.’
‘Toen, dat klinkt als daar. En we zijn hier, nu.’
‘Dat is een mooie gedachte. Soms vroeg ik me af, ’s nachts, of ik nog wist hoe je handen waren. En het beeld bleef. Dat is goed.’
‘Er is iets met hoe jij kijkt. Jij kijkt om te herinneren. En dat voel je.’
‘En jij ziet alles.’
‘Nee, toch niet.’
‘Toch wel.’
‘Soms ben ik bang van jouw woorden. En eigenlijk omdat ik ze graag hoor. Ik hoor je graag vertellen, ik hoor je stem graag.’
‘Bang?’
‘Ja, omdat ze blijven.’
‘Vanmiddag ging ik nog langs het water, daar. En het water was zo vanzelfsprekend zichzelf. Zo water, zonder meer. Het zou mooi zijn als woorden ook zo kunnen zijn.’
‘Alleen jij ziet zoiets.’
‘Dat is lief.’
‘Oei.’
‘Wat denk je?’
‘Ik dacht nog even aan dat concert. Ik wou je nadien iets vertellen, maar ik deed het niet. Het zal voor ooit zijn.’
‘Ooit is ook daar. En we zijn hier.’
‘Ik weet het, maar het is te vroeg. Niet voor jou, maar voor mij. Het heeft iets met de maan te maken.’
‘Maar het komt dus nog? Dat verhaal?’
‘Misschien.’
‘Sommige verhalen passen beter op sommige mensen dan op andere. Regelmatig denk ik dat, bij een verhaal dat ik hoor of lees, dat ik het aan jou zou willen vertellen.’
‘Omdat het op mij past?’
‘Ja.’
‘Is een verhaal van stof gemaakt? Dan kan ik me voorstellen hoe het zou voelen.’
‘Van zijde, in jouw geval.’
‘Jaja, zal wel.’
‘Heb jij dat ook soms? Zo van die verhalen die wachten op net die ander.’
‘Ja, te veel eigenlijk. Als ik eraan denk, maakt die gedachte me onrustig.’
‘Je denkt er dus aan.’
‘Officieel niet, dat zei ik toch.’
‘Ga je dan weer weglopen?’
‘Misschien.’
‘Maar je weet nu toch waar hier is?’
‘Ja, net daarom.’
‘Dan zullen we nog maar even blijven.’
‘Als ik die muziek nog eens mag horen, van toen.’
‘Ja.’

Geen opmerkingen: