30 oktober 2019

Herfstglimlach

Momenten van verwondering.

In de gang even stil blijven staan bij de deur van de buurvrouw. Om naar het babygeluid te luisteren.

Zomaar een berichtje sturen naar iemand die op de klimaatboot zit, ergens in de buurt van de Kaapverdische eilanden. En binnen enkele minuten ook zomaar een antwoord terugkrijgen. En nog altijd niet goed begrijpen hoe dat nu eigenlijk werkt, jouw berichtje dat door de lucht daar naartoe vliegt. Of zoiets.

De leuke mevrouw aan het loket in het postkantoor. Nadat het twee keer niet lukt om met je bankkaart te betalen, kijkt ze je ondeugend aan en zegt dat ze bij de bank van de post kaarten hebben die altijd goed werken, zeker in een postkantoor. Goed geprobeerd.

Vinden dat je heel lekker gekookt hebt voor jezelf. Licht smakkend door het huis dartelen (min of meer) en toch maar even checken of niemand je gezien heeft.

Iemand die zomaar opduikt in een droom die je doet glimlachen. (En niet goed weten of je haar dat moet vertellen.)

Voor de eerste keer sinds de zomer de verwarming aanzetten. En zomaar blij zijn.

Heel voorzichtig lezen in dat boeddhistische boek, omdat het zo lekker in de hand ligt. En dat elke keer weer willen voelen.

Zomaar denken aan fijngesneden witloof.

Kijken naar de documentaire over de voetreis van Bach om zijn idool Buxtehude te gaan bezoeken. Merken hoe, met de beelden van die kerken waar hij echt speelde, de muziek op een of andere manier dichterbij komt.

Je afvragen hoe het nu eigenlijk werkt, dat zwieren in de wasmachine. Als er twee lakens in zitten, een aan de buitenkant en een in het midden, gaat dat water uit het laken in het midden dan eerst nog eens door het laken aan de buitenkant of gaat dat er op mysterieuze wijze langs? Dat een grappige vraag vinden voor jezelf, die waarschijnlijk ook heel dom is. (Gelukkig merken mensen bijna nooit hoe je je dit soort dingen zit af te vragen.)

Je afvragen of er een goede techniek is om te harde honing op een te zachte boterham te smeren.

Telkens verbaasd zijn hoe lekker die appel is. (En ondertussen al denken aan het moment waarop die peren in de kom zacht genoeg zijn om op te slurpen.)

Na het werk binnenstappen in het naaiatelier van die meneer die altijd zo ijverig gebogen aan zijn naaimachine zit te werken. Of hij een nieuwe rits in je regenjas kan zetten. (Je terwijl afvragen hoeveel jaar je die nu ook al weer hebt. Je weet nog wel met wie je die bent gaan kopen.) Dat kan. Of je die ineens mag achterlaten. Hoe hij heel bezorgd vraagt of het buiten niet te koud is om de jas al daar te laten. Wijzen op de lekker warme nieuwe trui die je aan hebt. Dan is het goed.

Naar het scherm kijken en je afvragen hoe het komt dat je vingers zomaar al die letters kennen op het toetsenbord en ervoor zorgen dat er zomaar zinnen op het scherm komen. Net echt.

De mevrouw die met een blik van herkenning breed glimlacht naar jou terwijl je op een trein staat te wachten. Niet helemaal zeker weten van waar je haar kent, maar wel heel blij zijn.

De mensen op het andere perron die uit de trein komen en zich haasten. Zien hoe iedereen een ander loopje heeft. Die ene mevrouw, je kent haar helemaal niet, die je regelmatig ziet op het perron, heeft een enigszins onaardse manier van stappen, al weet je zelf niet wat dat wil zeggen. Iets in haar is in hogere sferen, ongetwijfeld.

Je afvragen wat die trilling in je bekken betekent.

Elke ochtend even kijken naar de setlist van het concert dat Bob Dylan de vorige avond gespeeld heeft en je afvragen wat de kosmos daarvan denkt. (Als je niet zou kijken zou er enig onheil over hem kunnen komen.)

Met enige verwarring zitten kijken naar het item in het journaal over de zoektocht naar een nieuwe term voor senior. Ineens beseffen dat ze het hebben over 55+. Ineens beseffen dat jij 54 bent. Er helemaal van overtuigd zijn dat die mensen in beeld minstens twee eeuwen ouder zijn dan jij. Er ook van overtuigd zijn dat de afstand tot februari 2020 minstens nog een eeuwigheid is. Je voornemen om – zelfs als je 55 of zelfs 56 bent – nooit 55+ te worden, minstens de eerstvolgende twee eeuwen.

Blij zijn dat het ooit een van je goede voornemens was, om altijd verwonderd te blijven. (Als eerbetoon aan Fons.)

Geen opmerkingen: