20 oktober 2019

Ze raken elkaar

In je hoofd ga je er langzaam naartoe.

(Alsof het een spiegel is van de vorige dag.)

Aan de deur wacht je op een vriend.

Iemand brengt jullie naar de plaatsen op de eerste rij.

Je hebt in je lichaam een plek vrij gemaakt, voor Bach.

(Die plek was er altijd al.)

(Misschien ben je er zelf ook wel.)

De muzikanten komen naar voor.

Waar ze staat, die violiste, je zou haar zo aan kunnen raken.

Je bent een beetje verlegen, zodra ze beginnen spelen.

En toch, de eerste noot raakt al meteen je ogen.

Je hoort de afzonderlijke instrumenten.

Er zijn vier onderdelen in het concert, ze bewegen voorbij.

(Straks komt dat ene stuk, je verlangen maakt je bang.)

Het is alsof je de onderkant van het instrument kunt horen, die diepe klanken.

(Je bent alle andere mensen in de kerk vergeten.)

(Even kun je je voorstellen dat jij alleen hier bent, hier waar je zit.)

Je adem, de warme trui, je mag er zijn.

(Even zie je het kleine jongetje dat voor het eerst bij zo’n concert was.)

Hoe je zit, het raakt de stilte van de vorige dag.

(Laat het niet beginnen straks, denk je, dan kan het ook niet eindigen.)

Je hoort dingen in die muziek die je nooit eerder hoorde.

(Wat het in je aanraakt, misschien mag het er zijn.)

Ze speelt van een kopie van de originele partituur, zie je.

(Zou je de noten zo anders voelen?)

(Het komt dichterbij.)

Dat wat zo groot is, is dat geluk?

(Er moet een ander woord zijn.)

Het Vivace is al bezig, nu kun je niet meer terug.

Dat stuk dat je zo zult horen, waar is dat nu, is het hier al?

(Het begint nu echt.)

(Je trilt, je traant.)

Ze staan nu allebei naast elkaar.

(Alleen nog adem.)

(Laat dit nooit voorbijgaan, laat dit nooit voorbijgaan.)

(Je bent alleen weke delen.)

Een trage dans van hartverscheurend verlangen en droefenis.

Ze raken elkaar, bijna.

Het komt even op adem in de breedte, en dan gaat het verder.

(Dat wat niet van de tijd is alleen te horen in het verglijden van de tijd.)

(Zouden ze je tranen zien?)

Je wiegt mee.

Zo dichtbij zie je het aardse en alles wat daaraan ontsnapt.

(Iets van de magie van dit alles zul je nooit begrijpen.)

In dat ene durende moment is er een belofte, dat iets je zou kunnen helen.

(Er gebeurt iets in je lichaam, het is al een tijd bezig.)

Het legt zich neer, het blijft nog even in de stilte die volgt.

(Het kan je lichaam vullen, iets kan je lichaam vullen.)

(Het verandert je elke keer weer.)

De andere mensen in de kerk komen langzaam terug in je ogen.

Je staat op, het is tijd om te vertrekken van hier.

(Er is een vrede in je verlangen.)

Je bent nog warm.

(Even ben je weer gisteren, op dat stoeltje.)

(Je zou iemand iets willen zeggen, misschien.)

(De dingen laten zich wel weten.)

Geen opmerkingen: