Je hebt nog een heel lijstje, te doen.
Je doet het even niet.
Even alleen maar een zachte leegte.
Je zou zoveel.
Even niet.
Voor nu.
De dingen sijpelen door je heen.
En je wilt alleen maar kijken.
Al het volgende komt later wel.
Morgen al, waarschijnlijk.
Maar nu nog niet, even niet.
Je zag, daar waar je als kind was.
Het licht in die gang.
Iemand keek mee over je schouder.
Fluisterde je iets over de liefde.
Het mag door je heen.
Daarna kun je denken.
Je hoorde iets over je woorden.
Dat ze voorwaardelijk zijn, zouden zijn.
Je zegt iets over harde dingen met zachte woorden.
En dat het allemaal goed is.
Je kijkt naar het landschap.
Je stuurt geheimen, bij een tussenstop.
Je lichaam mag zich uitplooien.
Je zou iets kunnen zeggen.
De woorden komen nu nog niet door je huid.
Die is traag en breekbaar.
Je ademt je tranen.
In uitgestelde bewegingen van het hart.
Je schoot wakker, ergens in een nacht.
Waarna je de eindjes weer verbond.
Voor de dag.
Je kijkt naar je handen.
Ze blijven.
Je volgt de pijlen op de grond.
Je vraagt iets, let op je stem.
Je kijkt naar plekken, nu gevuld met verhalen.
Dat zal nu altijd de weg zijn naar.
Je oog trilt.
De dingen leggen zich neer naast elkaar.
Alles wat je zou, nu even nog niet.
Straks weer wel.
Morgen waarschijnlijk.
De rivier stroomt verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten