24 april 2022

En waar de reis is


En dat je kunt vertrekken. Dat je op een ochtend, met een lichaam dat nog niet helemaal in de dag is geplooid, kunt vertrekken. Dat er een perron is dat op je wacht, dat al de hele tijd op je wachtte, en dat zal blijven doen.

En dat je daar zit, en dat het vroege zonlicht speelt met alle hoeken. Dat het zich hier of daar laat zien. En dat je weet dat het er is, dat het je omhult, ook al weet je dat zelf niet altijd. Dat je kunt kijken naar de mensen die daar ondertussen ook zijn. Ze praten, soms net iets te hard. Ze hebben hoedjes, en net te grote koffers.

En dat je wacht, op een trein die gaat komen. Zoals je kunt wachten op de eerste tonen van dat ene lied. Zoals je kunt wachten op een stem die je zult herkennen. De overgave die dat ene moment vraagt. Dat je kunt blijven in die leegte.

En dat je, vroeg in die ochtend, nog even twijfelde. Of je wel zou vertrekken. Misschien is dat een deel van de reis.

En dat de trein je draagt. Misschien raakt het iets in je aan. Misschien weet je huid iets, over hoe het zou zijn, dat gedragen worden. Die belofte. Ze overvalt je soms, op een onbewaakt moment.

En dat je daarvoor ook moet wachten. Terwijl het landschap naar je kijkt. Het draagt de verhalen. Het landschap herinnert zich alles. En dat je langzaam verdwijnt, in die beweging.

En dat de woorden je omgeven, in aanraakbaarheid. Ze laten zich zien, in trage aanwezigheid. Ze reizen met je mee.

En dat je iets van die reis alleen maar alleen kunt doen. Misschien is het zo geworden, misschien is het altijd zo geweest.

En dat je in de weerspiegeling van het raam, in het ritme van de beweging ziet dat dit je lichaam van nu is, dat je nu hier bent. Hier in de tijd. En dat iets is achtergebleven, daar.

En dat je bij aankomst op je bestemming rondkijkt en denkt: dit is een plek. Je zou hier kunnen voelen dat je ergens bent. Je zou hier uit de wind kunnen staan, en iets kan je beschermen tegen de regen.

En dat het verhalen zijn die je zoekt. Altijd, waarschijnlijk. Je hoort verhalen over reizen. Je hoort verhalen die iets vermoeden over thuiskomen. Misschien is de reis weerbarstig.

En dat je iets niet weet over de liefde. En plekken om te blijven. Misschien is het goed om daarvoor zo ver te reizen, om dat trager te weten.

En dat het goed is dat je diezelfde reis telkens opnieuw doet. Omdat ze alleen zo iets laat kennen van haar onkenbaarheid.

En dat je iets te leren hebt over de kleuren, en de klank van de stemmen. En dat je helemaal tot daar moest gaan om dat te zien.

En dat je in dat verdwijnen en in dat aankomen iets kunt lezen over wat was en wat bleef. Te lezen in je handen.
En dat het goed is dat de verhalen, in de tijd gestold, telkens opnieuw worden verteld, en zo bevrijd van zwaartekracht. Hoe nodig je dat hebt.

En dat je zou kunnen verlangen naar de stappen tussen daar en hier, hoe je van daar terug naar hier kunt komen, in een nu.

En dat je steeds terug kunt keren. En dat je nooit helemaal kunt vatten hoe het komt dat die terugreis zo anders voelt dan de heenreis. Wat het met je huid doet. En hoe anders de plek van vertrek ruikt.

En hoe het huis op je wacht, heel rustig. Hoe de plek gebleven is, terwijl je weg was.

Geen opmerkingen: