10 april 2022

Fonkel


Je wacht op de fotograaf die zal komen. Hij zal een foto maken voor bij het stuk waaraan je meewerkte en dat binnen enkele dagen in de krant zal komen. (Misschien moet je je kop nog een beetje ontdeuken of zo? Je hoorde het nog eerder van de week, dat jij definitely wel oud bent. Anderen zeggen dan dat je een karakterkop hebt, wat een vriendelijke manier is om iets te zeggen over je rimpels.)

(Eerder in de week had je nog in de krant dat artikel gelezen over die mannen die het zo erg vinden dat ze kaal worden. Voor hen was het duidelijk ingewikkeld, het had ook iets met mannelijkheid te maken blijkbaar. Jou ontsnapt het, dat soort dingen. Gelukkig maar. En rimpels zijn altijd handig voor de fotograaf om scherp te stellen. Een karakterkop is heel praktisch, dus, basically.)

Hij heeft een hele kar aan apparatuur bij. Het karretje is nieuw, zegt hij. Hij heeft een concept in zijn hoofd, van hoe de foto’s van jou en de andere mannen zouden moeten worden. Daarom heeft hij toch maar al dat materiaal bij. Veel te veel waarschijnlijk, zegt hij, maar dan kan alles geprobeerd worden.

Hij merkt meteen de Rolleiflex op de piano op. Je vertelt over de fototoestellen van je vader.

Het is mooi om te zien hoe het maken van die foto lijkt op een permanente innerlijke dialoog in zijn hoofd. Het ontroert je erg.

Je appartement wordt omgebouwd tot een fotostudio, zo lijkt het wel.

Het is mooi, hoe hij zoekt naar het licht. Het licht dat hij in zijn hoofd zag, het licht in de kamer, het licht met de gordijnen dicht en de lamp aan. (Gewoon alleen maar kijken naar hoe hij het doet, het zou geweldig zijn. Alleen heb jij de kop die op de foto zal komen. Je probeert niet naar jezelf te kijken.)

Hij maakt foto’s in zwart-wit. (Moet je dan anders ademen om er beter op te komen met die karakterkop?)

Je zou een effen hemd aan moeten. Het enige effen hemd dat je zo meteen kunt bedenken hangt nog op het droogrekje. Je doet het aan. (Op de foto zie je niet dat het nog niet helemaal droog is.)

(Een van de dingen die je in je dromen zou zijn geworden. Een goede fotograaf. Je zou graag in zijn hoofd meekijken, hoe hij het licht rond jouw hoofd probeert te zien, hoe hij iets zoekt in jouw kop. Wat dan in jouw kijken niet jouw kop zou zijn, maar een kop in het algemeen. Of zoiets.)

Ja, die warme wollen golf mag ook aan, dat geeft structuur. (Zo is je maatje dicht bij je, dat voelt wel goed.)

Het gaat eindeloos door. (Je probeert er niet aan te denken dat dat wel erg veel moeite is voor gewoon jouw kop. Die andere mannen zullen hopelijk wel een veel interessantere kop hebben.)

Dat de achtergrond die hij meebracht toch te donker is, zegt hij.

Je zou iets met je handen moeten doen, maar het mag ook niet te beschermend zijn. Je handen zitten precies een beetje in de weg. Ze horen bij allerlei dingen, misschien wel vooral bij woorden. (Ze zeggen wel iets, denk je soms. Je kunt de tijd zien in je handen. Maar ze moeten nu ergens naartoe voor die foto.)

Je probeert een punt te zoeken om naar te kijken. Je kijkt naar de nieuwe blauwe poster met het gedicht die hangt op het muurtje van het aanrecht. Je kijkt naar het woord ‘omarmen’. Dat is een mooi woord om te blijven.

Hij lijkt rusteloos te blijven zoeken. (Misschien moet je toch een cursus fotomodel volgen: haal uit uw karakterkop wat erin zit.)

Het is soms niet zoveel precies, soms ook goed, en het zou altijd nog een beetje anders moeten. Je probeert lagen in je huid af te wisselen.

Of je weer die fonkel in je ogen kunt doen, vraagt hij. Je doet je best om iets in je ogen te bewegen om de fonkel naar voor te schuiven, al weet je niet zeker hoe dat moet. (Julia Roberts, ja, die kan dat. Zou zij dat met jouw kop ook kunnen?)

Je probeert rustig met het ritme van het moment mee te ademen, je bent eigenlijk ook wel heel rustig. Je probeert niet na te denken over het concept fonkel, dus doe je dat wel. (Je denkt dat je woorden nodig hebt om van niet-fonkel naar fonkel te gaan. Kinderen zouden ook helpen. Misschien had hij een foto moeten maken terwijl je het interview gaf. Het was niet de bedoeling om tijdens de fotosessie over kinderen te praten, waarschijnlijk. Af en toe probeer je aan Julia te denken, en het is de oude Julia die je ziet. Ze knikt heel zachtjes naar je. Zij maakte ook foto’s, besef je later.)

Blijkbaar komt de fonkel er soms wel, merk je uit zijn reacties. Ja, dat is mooi zo, niet bewegen, houden zo, zegt hij. (Heeft je karakterkop dat dan geheel zelfstandig gedaan? Het is een beetje multitasken. Fonkelen en niet glimlachen, introvert zijn en toch dus fonkelgewijs iets naar buiten doen. Je probeert het te begrijpen, wat je zou moeten doen. En blijkbaar doe je het soms.)

Het mooiste is hoe hij, na ondertussen zoveel jaar in het vak, zo rusteloos blijft zoeken naar dat ene moment in het licht. Hoe zijn handtekening in de foto zal zitten, maar hij zelf niet. Hoe hij beweegt in de kamer, hoe hij iets probeert te zeggen over je handen. Hoe secuur het is, net waar die ene duim komt. En het ontroert je. (Als je gewoon toeschouwer zou zijn, zou die ontroering je misschien doen fonkelen, maar nu zit je op dat krukje, en is het een andere fonkel.)

(Je begrijpt iets van dat verlangen. In die dromen, en in je lichaam, kun je dat iets zien. Dat ongrijpbare dat je pas zult zien als het er is. Door naar hem te kijken, begrijp je nog beter hoe belangrijk het is om niet te snel te stoppen met verlangen, hoe je na jaren niets anders doen dat dit nog rusteloos kunt en moet worstelen met het licht. Iets van dat alles zie je soms, in het klein, in je worstelen met de woorden, na al die jaren. Je ziet waar je nog lang niet bent, en je ziet wat je in de tussentijd al aan kunt raken. En misschien ben je wel bang van het verlangen.)

Het materiaal wordt weer afgebroken. Uiteindelijk heeft hij alle spullen uit zijn karretje gebruikt. Je vertelt nog iets over de fotowinkel van je vader. Alles gaat weer in het karretje. Jullie dragen het samen voorbij die paar trapjes in de hal. Hij vertrekt weer, het is ondertussen bijna twee uur later. (Zou er een foto in zijn toestel zitten die het de moeite waard maakte om zo ver te rijden? Je bent een beetje verlegen, durft er niet aan te denken. Je kunt jezelf niet op die foto’s zien die nu met hem mee rijden. De foto zal wel vanzelf naar je toe komen, binnen enkele dagen.)

Geen opmerkingen: