De vrouw in het yogafilmpje. Haar hoofd lijkt helemaal niet ingestudeerd.
De vrouw tegenover je. Je hebt haar een vraag gesteld omdat je graag zou willen zien hoe ze denkt, hoe haar gedachten zullen bewegen in haar gelaat. (Het was een goede vraag, zo blijkt.)
Ineens komt zijn hoofd in het item in het journaal. (En je was al zo kwaad.) De voormalige president. Hoe zijn hoofd je lichaam in een fractie van een seconde in totale weerzin dompelt, elke vezel.
De man aan de andere kant van de tafel. Soms lijkt hij in een permanente staat van lichte wanhoop.
De nieuwe voorzitter die roept dat hij er een lap op gaat geven. Zijn medestanders die zich verdringen voor een foto en daarbij let the beast go posten. (Het moet toch te overwegen zijn om sommige uitdrukkingen via de VN-Veiligheidsraad te verbieden.)
Je zou een afspraak moeten maken bij de oogarts, voor een controle. Op het scherm staan vier namen en vier gezichten die je niet kent. Kies je op basis van wat je ziet?
De mevrouw in de winkel die je enthousiast begroet. Ze heeft een beetje last van blozen, denk je.
Het gezicht van het meisje dat naast haar papa loopt en keihard roept: “IK WIL EEN IJSJE, IK WIL EEN IJSJE, IK WIL EEN IJSJE!!!!” De papa die je glimlachend aankijkt.
De vrouw in de trein met de mooie wenkbrauwen lacht aanstekelijk.
Het gezicht van het jongetje dat je was, toen.
Het meisje in de trein dat aan de telefoon aan haar papa probeert uit te leggen hoe hij spaghetti met tomatensaus moet maken. (De papa schijnt er niets van te kunnen, of houdt zijn dochter vakkundig voor de gek.) Het meisje dat steeds harder begint te roepen.
De moeder die een heel klein beetje lijkt te bevriezen terwijl haar kind hartverscheurend blijft huilen, ontroostbaar.
Geen gezicht zien bij het personage uit het boek dat je aan het lezen bent, zoals gewoonlijk.
De gezichten van de groepen kinderen die zowat de hele trein hebben ingenomen, joelend op weg naar de zee of zo. De gezichten van hun begeleiders, die hun best doen om niet te laten merken dat ze eigenlijk al moe zijn.
De licht vertwijfelde blik van het meisje dat in de winkelstraat kaartjes staat uit te delen.
De actrice in die serie, haar ogen. Die andere actrice in diezelfde serie, haar ogen. (Met wie je het liefst een koffietje zou gaan drinken.)
De man aan de telefoon die belt voor je collega. Je probeert je voor te stellen hoe hij eruit zou kunnen zien.
De man die het boek schreef waarover jij een recensie zit te schrijven. Je ziet een foto van hoe hij er nu uitziet. Je probeert je te herinneren hoe hij eruit zag toen je hem interviewde, jaren geleden.
De man aan het onthaal die tegen zijn collega zit te vertellen hoe zijn date de vorige avond geweest is. De college die hem probeert uit te leggen dat je het altijd een beetje tijd moet geven om iemand echt te leren kennen en dat het dus best nog wel mee kan vallen.
De man die staat te praten. Hij zei dat hij het zeer kort zou houden maar lijkt er net iets te hard van te genieten om zichzelf te horen praten.
De vrouw die je niet ziet.
De man die je uitlegt dat de aardbeien op zijn. Er zijn nog wel frambozen.
Het meisje in de trein dat heel uitgebreid haar make-up aan het doen is.
De vrouw die op straat heeft geslapen en net wakker wordt.
De knuffelbeer in het raam aan de overkant die je aankijkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten