26 december 2023

The Fraud


Wie vertelt de waarheid? Welke waarheid mag verteld worden? Buigen we allemaal een beetje de waarheid om om zelf het leven te overleven? Gebruiken we de werkelijkheid voor onze verhalen? Kan de illusie van een roman de werkelijkheid controleren, of ontsnappen de dingen steeds aan de literaire vorm? Hoe modern kan een historische roman zijn? Je kunt het lijstje van vragen nog een heel stuk uitbreiden als je probeert te vatten wat je nu eigenlijk hebt gelezen nadat je de wervelende roman The Fraud (vertaald als: Charlatan) van de Britse Zadie Smith uit hebt. Het boek is meerlagig, meerstemmig, tegelijk ernstig, komisch en satirisch, een boek over boeken, modern en oud, verwarrend en meeslepend, en bovenal een genot om te lezen, pagina na pagina. Telkens hoor je die briljante en onnavolgbare stem van Smith die de zinnen doet fonkelen. Het is een dik boek, dat zich niet zomaar laat vatten, en dat is ook de bedoeling. Het speelt met een historische werkelijkheid en met bestaande bronnen en maakt daar een eindeloos spiegelpaleis van. Wie hoopt op een eenduidig verhaal dat in een klassieke vorm met een heldere boodschap netjes van A tot Z zal verteld worden, is eraan voor de moeite. Wie een avontuur wil beleven in een boek dat een inspanning vraagt van de lezer, af en toe een klein beetje uit balans is, maar vooral helemaal zichzelf is, is aan het goede adres.

Het verhaal speelt zich vooral af rond het huis van William Ainsworth, een auteur van historische romans, die al een hele tijd op zijn retour is. Het centrale personage is de geweldige Eliza Touchet, een nicht van William. Nadat haar man was overleden is ze bij Ainsworth ingetrokken, waar ze ondertussen al enkele tientallen jaren het huishouden runt. Ze zorgt voor de kinderen, had een nauwe band met de eerste vrouw van Ainsworth, zoekt die met zijn tweede (erg jonge) vrouw, was zijn vertrouwelinge en eerste lezer, vertelde hem vooral niet dat ze zijn boeken maar niets vond, was getuige van allerlei literaire feestjes waarbij bekende auteurs als Dickens of Thackeray opduiken. Ze is Schots en katholiek, heeft een progressieve vrijgevochten geest, wil uiteindelijk zelf ook een boek schrijven, maar moet vaak op de achtergrond blijven. Ze is een complexe, grappige, heel intelligente en eigenzinnige vrouw die bijtend spits kan zijn, en tegelijk ook blind is voor haar eigen privileges of blinde vlekken. Zij draagt het hele boek en blijft je als lezer heel erg bij. Naarmate ze ouder wordt, en ze steeds meer moeite moet doen om de gevolgen van de langzame neergang van Ainsworth te dragen, beseft ze wat er ook in haar leven voorbij is gegaan, en wil ze een eigen vrijheid veroveren.

We zitten ondertussen in de jaren 1870. Er is een groot proces dat vele maanden in de publieke belangstelling zal staan. Een man beweert dat hij Sir Roger Tichborne is, waarvan men tot nu toe dacht dat die was overleden op zee. Sir Roger zou de enige erfgenaam zijn van een grote erfenis. Een man maakt zich bekend en zegt dat hij de dood gewaande Sir Roger is, al spreekt alles tegen hem. Is hij een bedrieger, of spreekt hij toch de waarheid? Het komt tot een proces dat erg druk wordt gevolgd en een soort symbool wordt van een gevecht van arm tegen rijk. Eliza raakt gefascineerd door het proces en gaat het volgen, samen met de nog erg jonge vrouw van William. Die is zonder meer overtuigd van het gelijk van “The Claimant” (de eiser), terwijl Eliza hem van in het begin ongeloofwaardig vindt maar wel houdt van het spektakel en het spel met de waarheid. Een centrale rol in het proces speelt de zwarte man Andrew Bogle, die als slaaf opgroeide op een plantage in Jamaica en als jongen bij het gezin Tichborne werkte. Bogle zegt dat de man – waarvan anderen beweren dat hij gewoon een Australische slager is – wel degelijk Sir Roger zou zijn. Eliza zoekt contact met Bogle en wil zijn hele levensverhaal leren kennen. Ze is zelf voorstander van de afschaffing van de slavernij. Ze denkt dat ze door het verhaal te leren kennen van Bogle dichter bij een maatschappelijke waarheid komt dan de pijnlijk oppervlakkige gesprekken tussen de schrijvers tijdens hun literaire ontmoetingen in huize Ainsworth, en al helemaal dan de roman die William laat afspelen in Jamaica, terwijl hij er nooit geweest is. Bogle vertelt rustig zijn verhaal, maar houdt afstand.

Eliza is op zoek naar hoe de waarheid werkt. Ze kijkt neer op de historische romans die eenzijdige personages opvoeren die niets te maken hebben met de werkelijkheid en gewoon de geschiedenis ‘gebruiken’ om er een product van te maken. Dat soort roman is een vorm van bedrog. En een schrijver van dat soort boeken die zich erg belangrijk voelt, maar eigenlijk vooral weg blijft van het echte leven en zijn gezin overlaat aan anderen is eveneens een bedrieger. Maar Eliza houdt, voor de goede vrede, toch het evenwicht in stand in huis door niet te zeggen aan William wat ze werkelijk denkt. Ze moet verborgen houden dat ze eigenlijk ook op vrouwen valt en dat ze zelf literaire ambities heeft. De man die in het proces de erfenis opeist is een soort lege populist, die als een volksmenner het publiek kan bespelen en met de wind mee kan bewegen. (In een paar zinnen kan Smith zijn personage neersabelen alsof ze iemand als Trump finaal onderuit haalt.) Het is zelfs niet duidelijk of hij zijn eigen waarheid gelooft. Er is dan het merkwaardige personage van Andrew Bogle. Een groot deel van het boek gaat uitgebreid in op zijn levensverhaal. Hij is een rechtschapen goede man, die rustig zijn verhaal wil doen. Waarom verbindt hij zich met zo’n onbetrouwbare man als The Claimant? Of wil hij via dit proces een waarheid in beeld krijgen die zo velen vooral niet wilden zien? Want terwijl de grote massa gulzig het proces volgt, als een soort mediaspektakel, om te weten te komen wie nu eigenlijk de echte bedrieger is, blijft de harde werkelijkheid van de slavernij en de kolonisatie buiten beeld. De rijkdom en de status van dat grote Britse rijk steunen op één groot bedrog. Eliza wil Bogle leren kennen, maar wil in zekere zin vooral zijn verhaal. Ze veronderstelt dat ze heel open en breeddenkend is, maar laat zich toch ook onbewust leiden door een soort paternalisme, waarbij de echte werkelijkheid van het leven van mensen van kleur niet al te dichtbij mag komen.

Het boek heeft schijnbaar de vorm van een 19de eeuwse roman, met korte hoofdstukken met sprekende titels, als was het een feuilleton. Die vorm is op zich een beetje bedrieglijk. De hoofdstukken springen heen en weer in de tijd en geven vaak fragmenten, veeleer dan afgewerkte verhaalonderdelen. Je moet als lezer mee bewegen. Van het oude ideaaltype van een roman die een ‘volledige’ werkelijkheid toont met afgelijnde personages die je helemaal zou kunnen kennen, blijft weinig of niets over. Tegelijk zit je wel te lezen in een boek dat die oude kaders van een historische roman of de sfeer van een roman van Charles Dickens spiegelt, en zo ook iets ‘gebruikt’. (Het is overigens heerlijk hoe Dickens in dit boek subtiel te kijken wordt gezet.) Wat het spel met die vorm nog overstijgt is die heel eigen briljante toon van Zadie Smith. Al vanaf de eerste pagina voel je haar heel eigen stem, haar heel spitse en vaak genadeloos grappige manier van schrijven. De combinatie van het enorme talent van Smith met het heerlijke personage van Eliza Touchet zorgt regelmatig voor literair vuurwerk, zeker wanneer allerlei vormen van mannelijke zelfgenoegzaamheid trefzeker onderuit kunnen gehaald worden.

Is het boek perfect in evenwicht? Niet altijd. Soms moet je een beetje volhouden en wordt het wat ingewikkeld met zoveel personages en sprongen in de tijd. Soms denk je dat sommige stukken iets korter konden. Soms zijn de drie grote lijnen (het leven van William en Eliza, het proces, het verhaal van Bogle) niet helemaal in balans. Tegelijk kun je zeggen dat het een kracht is van dit boek dat je niet zomaar een ‘af’ verhaal krijgt dat mooi van begin naar einde evolueert. Het is een tekst die je voelt bewegen, meerlagig en meerstemmig, en je zo wijst op de controle die je niet hebt als lezer. De leeservaring verplicht je om heel veel vragen te stellen die je niet zomaar kunt beantwoorden. En waarschijnlijk is het net dat wat Zadie Smith beoogde met deze heel bijzondere roman.

Geen opmerkingen: