24 december 2024

Al die mensen

 


Je hoort de klokken luiden. Het is die avond.

En al die mensen, die ergens aan de feesttafel zitten.

Of niet.

Hoe stil het verder is, daar buiten.

Je denkt aan de mevrouw aan het loket in het station, haar shift zit er bijna op.

Een lichtje, in het huis, dat mag.

Hoe het vroeger was, het lijkt al zo ver.

Zingen in de nachtmis.

De tafel thuis. Hoe het spannend was, en hoe je er tegelijk niet van hield.

(Je hield niet van de rolluiken die dicht waren.)

(Hoe je een beetje verloren was, wanneer je grootouders weer vertrokken waren.)

Het huis is stil, en het is goed.

Al dat veel, van de vorige dagen, het verwarde je, zoals steeds.

Zoveel veel.

Zou je iemand moeten missen? Je weet het niet, hoe dat hoort.

Zoveel veel familie.

Je hoopt dat al die mensen zijn waar ze willen zijn. Daar.

Misschien mogen er ook verwarde plekken zijn, aan al die tafels.

Je weet niet helemaal zeker wat dat is, een plek die blijft.

Misschien weten al die mensen het wel, dan ben je blij voor hen.

Je hebt het gevoeld, hoe het seizoen kantelde, heel voorzichtig.

Het is mooi. Het kantelen.

En het lichtje, dat je daaraan herinnert.

Je kunt het op de tafel zetten, het blijft bij je.

Er is iets geboren, je weet niet helemaal zeker wat dat is.

Het is niet erg.

Bach is er, dat weet je wel.

Je hoopt dat de nacht zacht zal zijn.

Voor al die mensen.

Je legt je neer, in de avond.

Het is goed.

Geen opmerkingen: