14 december 2024

Tell Me Everything


Hee, er is een nieuw boek van Elizabeth Strout, denk je wanneer je het ziet liggen in de boekhandel. En je wilt er meteen aan beginnen. Haar boeken hebben iets van thuiskomen, en misschien gaan ze daar ook wel een beetje over. Ze heeft een klein universum van verhalen gecreƫerd, met personages die hun levens leiden en zich laten zien in kleine gebaren. Nadat we Lucy Barton nog bezig zagen in haar vorige boek Lucy by the Sea, schuiven we nu een beetje verder in de tijd naar Tell Me Everything (vertaald als Vertel me alles). Personages die in verschillende boeken aanwezig waren, duiken weer op, en komen elkaar tegen. En in dit boek zien we nu ineens de geweldige Lucy Barton en de al even geweldige Olive Kitteridge samen in een kamer zitten om elkaar verhalen te vertellen.

In de vorige boeken zagen we hoe schrijfster Lucy Barton door de pandemie was weggetrokken uit New York. Ze woont nu, samen met haar vroegere echtgenoot William in een kleine gemeenschap in Maine. Wat eerst tijdelijk leek, is definitief geworden. Lucy en William hebben elkaar terug gevonden in een manier van leven. Oliver Kitteridge is ondertussen negentig en woont in een ouderenvoorziening, met een beetje verderop een vriendin. Lucy maakt zich nog altijd wat zorgen over haar dochters, die zo ver weg zijn. Maar in de eerste regel van het boek lezen we dat dit het verhaal van Bob Burgess is. Hij is altijd advocaat geweest, maar is nu op pensioen. Af en toe neemt hij nog wel eens een zaak aan. Hij was de advocaat van William, en introduceerde hem en Lucy in de gemeenschap waar ze nu wonen. Lucy en Bob zijn goede vrienden. Bob heeft een moeilijke relatie met zijn broer Jim, die in New York woont.

Alle personages bewegen in een web van verhalen die op een of andere manier met elkaar verbonden zijn. Via personages die ooit in een vorig leven iets met elkaar hadden, via vroegere boeken van Strout, via gebeurtenissen. Het is vooral Lucy die zich op het kruispunt van al die lijntjes bevindt, niet alleen omdat zij een hoofdpersonage is maar ook omdat ze zelf schrijft. Door te vertellen komen dingen die los stonden van elkaar samen. Door te vertellen en zeker ook door te schrijven komen levens uit het duister naar de voorgrond, kunnen ze gezien worden.

Het is dan zogenaamd wel het verhaal van Bob, maar al die andere verhalen cirkelen er omheen. Bob en Lucy gaan vaak samen wandelen. Ze verstaan elkaar wonderlijk goed, kunnen alle kleine hobbels van het leven met elkaar delen. In hun samenzijn is er een plek van een soort onvoorwaardelijk begrip. Het is een kwetsbare plek, die iets lijkt mogelijk te maken dat er niet zomaar is in het leven met hun partners. Bob is wezenlijk een goed mens, al zal hij zelf nooit in die termen naar zichzelf kijken. Lucy ziet dat wel.

Olive en Lucy vinden elkaar, na een wat aarzelende start, in ontmoetingen die vooral als doel hebben om verhalen te vertellen aan elkaar. Verhalen over mensen die ze gekend hebben en die op een of andere manier worstelden met het leven. In die verhalen worden telkens levens aangeraakt die niet waren vastgelegd of zelfs opgemerkt. Ze komen niet voor in boeken. Ze zouden zomaar kunnen verdwijnen als ze niet zouden opduiken in verhalen. Lucy is altijd op zoek naar verhalen over die “unrecorded lives”. Ze kijkt ernaar met diepe empathie en tederheid.

Het wat rustige leven in Crosby in Maine wordt door elkaar geschud door een moordonderzoek. Bob wordt de advocaat van de schijnbare hoofdverdachte. De puzzelstukken leggen zich langzaam maar zeker samen en brengen zo verborgen levens in beeld. Dingen die niet gezegd of getoond waren leidden tot een tragisch culminatiepunt. Bij dat alles valt op hoe het landschap zelf een drager is van verhalen.

Hoe overleef je het leven? Al die kleine gebaren, kleine twijfels, dromen die niet uitgekomen zijn, verwarrende verlangens, daden van klein verzet, opgespaarde pijn, lafheid uit onvermogen, breekbare gebaren van liefde, … Via die dingen zie je het leven. Mensen proberen sporen na te laten in de wereld, maar worstelen met de dingen. Ze falen en rommelen maar wat aan. Ze spreken niet uit wat ze werkelijk voelen. Zo gaan kansen voorbij en zo is het tegelijk mogelijk niet al te gehavend verder te gaan. Ze komen zichzelf tegen, zien de spiegels in anderen. Zo vaak zijn de anderen die we graag dichtbij zouden hebben onbereikbaar. Zo vaak lukt het net niet om door de ogen van een ander naar de dingen te kijken. Sommigen kunnen of willen dat net iets meer dan anderen, die dan weer vastzitten in hun eigen egocentrisme. Al die kleine bewegingen en rimpels zijn wat je te zien krijgt in de boeken van Elizabeth Strout. In Tell Me Everything doet ze dat met een grote overtuiging. Het is op zich niet vanzelfsprekend dat je als auteur telkens terugkeert naar dezelfde personages. Bij haar lukt het wel, ze voegt ook met dit boek nieuwe dimensies toe aan wat er al was in de vorige. Als lezer voel je een zekere urgentie die hoort bij het ouder worden. Personages zijn door hun leeftijd een beetje ingekookt in wie ze zijn, tegelijk een beetje onveranderlijk en ook met een milde afstand. De tijd die je nog hebt samen doorbrengen, met oog voor alle verhalen die niet zomaar mogen verdwijnen, het dringt een beetje. Het vertellen van verhalen brengt niet alleen levens uit de duisternis, het is het leven zelf.

De grote kracht van ook dit boek van Elizabeth Strout ligt in hoe ze schrijft. In schijnbaar onopvallende woorden komen de kleine gebaren en voorzichtige gesprekken in beeld. Ze vertelt alles door heel veel niet te zeggen en door dingen te laten zien in de lege plekken. De verteller kan in- en uitzoomen, in de ruimte en de tijd. Soms vraagt de verteller aandacht voor zichzelf, en zie je als lezer ineens de constructie die deze roman is. Op zoveel andere plaatsen is het alsof je gewoon naast de personages zit. Tot je dan weer merkt dat de verteller zoveel dingen niet heeft getoond op dat moment. Het beweegt allemaal met een soort vanzelfsprekendheid die je misschien zelfs niet op zou vallen als je er niet op let. Die romanvorm ondersteunt de diepe empathie die uit elke bladzijde van het boek spreekt. Kleine zinnen en gebaren raken grote tragiek en diepe maar breekbare liefde. Een heel erg mooi boek.

Geen opmerkingen: